De Commissie investeert 6,7 miljard EUR in vervoersinfrastructuur om groei en werkgelegenheid te bevorderen

Samen met het investeringsplan voor Europa speelt de Connecting Europe Facility een belangrijke rol bij het overbruggen van de investeringskloof in Europa, een van de topprioriteiten van de Commissie.

De Europese Commissie heeft vandaag een lijst bekendgemaakt van 195 vervoersprojecten die samen 6,7 miljard euro steun krijgen in het kader van de Connecting Europe Facility (CEF). Dit is een grote stap op weg naar de verwezenlijking van een van de topprioriteiten van voorzitter Juncker, namelijk het creëren van banen en het stimuleren van de groei in de Europese Unie. Naar verwachting zal deze investering aanvullende openbare en private cofinanciering helpen aantrekken, voor een gecombineerd bedrag van 9,6 miljard euro. De geselecteerde projecten zullen met name bijdragen tot de digitalisering en het koolstofvrij maken van het vervoer, wat in de lijn ligt van de bredere politieke agenda van de Commissie. De lidstaten die in aanmerking komen voor het Cohesiefonds[1] ontvangen bijna 85 % van de financiering. Dit zal de kloof op het gebied van infrastructuur in de EU helpen overbruggen.

Vicevoorzitter Jyrki Katainen, verantwoordelijk voor de portefeuille Banen, groei, investeringen en concurrentievermogen: "Het verheugt mij dat de Commissie eens te meer een belangrijke bijdrage levert tot de investeringen in de vervoerssector, wat zal leiden tot een toename van de werkgelegenheid en economische groei in Europa. Ik wil ook van deze gelegenheid gebruik maken om alle potentiële projectpromotoren aan te moedigen te zoeken naar investeringsmogelijkheden in het kader van het investeringsplan voor Europa, en met name het onlangs gelanceerde Europees investeringsprojectenportaal (EIPP), waar vervoersprojecten wereldwijd in de kijker worden gezet."

EU-commissaris voor vervoer Violeta Bulc: "De totale investering van 9,6 miljard euro kan tegen 2030 100 000 banen opleveren in de Europese economie [2]. De projecten zullen de Europese infrastructuur veiliger, duurzamer en efficiënter maken, zowel voor reizigers als voor bedrijven. Ik ben blij dat een deel van de financiering naar de Westelijke Balkan gaat, zodat de vervoersinfrastructuur van deze regio dichter bij die van de EU kan worden gebracht.”

De geselecteerde projecten zijn hoofdzakelijk gelegen op het kernnetwerk van het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T). Onder de begunstigden zijn vlaggenschipinitiatieven zoals de renovatie van de spoorverbinding Brasov-Sighisoara in Roemenië, de spoorverbinding Aveiro-Vilar Formoso in Portugal, de ontwikkeling van normaalspoorwegen op de Rail Baltic-corridor, de toepassing van het SESAR-uitrolprogramma en de modernisering van de E30-spoorlijn (Zabrze — Katowice — Krakow) in Polen.

De tweede oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van de CEF, die van start ging in november 2015, heeft 406 projectvoorstellen opgeleverd. In totaal werd 12,49 miljard euro aan EU-financiering gevraagd, ruim meer dan het in de oproep voorziene bedrag. De Commissie kon dus de projecten met de grootste Europese toegevoegde waarden selecteren, en tegelijk voor een evenwichtige spreiding zorgen, zowel geografisch als tussen de verschillende vervoerswijzen. 5,6 miljard euro werd voorbehouden aan lidstaten die in aanmerking komen voor het Cohesiefonds. Tijdens de selectieprocedure werd ook beoordeeld of de projecten een bijdrage leveren tot andere prioritaire acties van de Commissie, zoals de Energie-unie of de digitale eengemaakte markt .

De financiële bijdrage van de EU wordt verstrekt in de vorm van subsidies; het medefinancieringspercentage bedraagt tussen 20 % en 50 % van de in aanmerking komende kosten van een project, afhankelijk van het type. Voor projecten die zijn ingediend door lidstaten die in aanmerking komen voor het Cohesiefonds kan het maximale medefinancieringspercentage tot 85 % van de subsidiabele kosten bedragen.

Volgende stappen

Het voorgestelde financieringsbesluit moet nu formeel worden goedgekeurd door het coördinatiecomité voor de Connecting Europe Facility, dat op 8 juli 2016 zal vergaderen. De vaststelling van het besluit door de Commissie wordt eind juli 2016 verwacht. Vervolgens worden de individuele subsidieovereenkomsten opgesteld door het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken (INEA). De ondertekening ervan met de begunstigden van het project vindt plaats in de tweede helft van 2016.

Achtergrond

In de EU-begroting is in de periode 2014-2020, in het kader van de Connecting Europe Facility (CEF), een bedrag van 24,05 miljard euro beschikbaar gesteld voor de subsidiëring van TEN-T-projecten in de lidstaten. 11,305 miljard euro daarvan is bestemd voor projecten in de Cohesielanden. In dejaar- en meerjarenprogramma's worden de prioriteiten bepaald en is vastgesteld welk budget er in een bepaald jaar voor elke prioriteit beschikbaar is. 2014 was het eerste programmajaar voor de CEF. Samen met het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) en de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF), speelt de CEF een belangrijke rol bij het overbruggen van de investeringskloof in Europa, een van de topprioriteiten van de Commissie.

Meer informatie

[1] Voor de periode 2014-2020 is steun uit het Cohesiefonds verleend aan Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Tsjechië, Estland, Griekenland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije en Slovenië.

[2] Methodologie van de Europese Investeringsbank (EIB). De EIB stelt gemiddelde cijfers op betreffende permanente en tijdelijke werkgelegenheid. Tijdelijke werkgelegenheid is gebaseerd op projectkosten: in de vervoerssector zorgt elk miljard euro dat wordt geïnvesteerd voor ongeveer 11 000 jobs per jaar. Permanente werkgelegenheid is gebaseerd op de beoordeling van de promotor.

IP/16/2198

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail