Wetgevingsproces: voorbereiding en advies

Een maatschappelijk probleem of knelpunt vormt in het algemeen de start van het wetgevingsproces. Meestal wordt vervolgens het wetsvoorstel op één of enkele ministeries voorbereid. Soms wordt tevens een (interne/externe) adviescommissie ingeschakeld.

Het voorstel krijgt de vorm van een concept-wetsvoorstel. Zo'n voorstel kan wijzigingen van één of meer bestaande wetten zijn of een geheel nieuwe regeling.

Inhoudsopgave van deze pagina:


2.

Ministerraad

3.

Raad van State

De Raad van State geeft in een advies aan wat hij vindt van een wetvoorstel. De regering is verplicht de Raad om advies te vragen over alle wetsvoorstellen, Algemene Maatregelen van Bestuur (AmvB) en de goedkeuringswetten voor internationale verdragen. Ook initiatiefvoorstellen worden voor advies aan de Raad van State voorgelegd. De Raad let voor zijn advies op de beleidsmatige, de juridische en de wetstechnische kwaliteit van een voorstel. Eind juni 2021 vulde de Raad van State deze drie toetsen aan met een vierde toets, voor digitaliseringsaspecten in wetgeving.

Aan het slot van het advies geeft de Afdeling advisering haar eindoordeel over het wetsvoorstel, het dictum. Sinds 1 oktober 2018 geeft de Raad ook een eindoordeel over initiatiefwetsvoorstellen.

4.

Reactie regering

De minister reageert schriftelijk op het door de Raad van State uitgebracht advies over een wetsvoorstel in het nader rapport.

In het nader rapport motiveert de minister (of staatssecretaris) hoe met het advies van de Raad van State wordt omgegaan. Naar aanleiding van het advies kunnen wijzigingen worden aangebracht in het wetsvoorstel, maar dat is niet verplicht. Dat wordt dan wel uitgelegd, zoals ook andere opmerkingen tot nadere toelichting kunnen leiden.

De volgende stap in het wetgevingsproces is de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer.


Meer over