Draagvlak en betekenis van politieke partijen

Verkiezingsposters

Politieke partijen zijn organisaties die mensen met een zelfde politieke voorkeur verenigen. Zij fungeren als schakel tussen burger en staat door het rekruteren en selecteren van kandidaten voor politiek-bestuurlijke functies, het formuleren van standpunten en representeren van maatschappelijke belangen, en door campagne te voeren om steun te krijgen en kiezers te mobiliseren.

Ontwikkelingen als ontzuiling, individualisering, de opkomst van het internet en sociale media, toegenomen media-aandacht en een veranderend electoraat beïnvloeden de betekenis en het functioneren van politieke partijen. Partijen zien het aantal leden dalen en hebben te kampen met afnemende partijloyaliteit. Ook is de opkomst bij verkiezingen lager dan voorheen.

Daardoor raakt hun band met de samenleving en hun positie in het huidige politieke speelveld verzwakt. Dit 'maatschappelijke erosieproces' heeft grote gevolgen voor de legitimiteit van politieke partijen en het functioneren van ons politiek systeem; de parlementaire democratie.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Stand van zaken

De algemene trend van dalende ledenaantallen is in 2015 doorgezet. Het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP i) van de Rijksuniversiteit Groningen berekende dat in dat jaar het totale ledentaal van de in de Tweede Kamer vertegenwoordigde partijen gedaald was van 295.433 naar 285.851, een percentage van 3.2%. De teruggang is voor het grootste deel toe te schrijven aan de 'grote drie,' het CDA i, de PvdA i en de VVD i. Een andere partij die in 2015 met een sterke daling te kampen had was 50PLUS i, met een terugval van bijna 20%. De enige partijen die een groei in hun ledenaantal zagen waren D66 i, PvdD i, VNL i en de Vrijzinnige Partij.

In 2015 werd ook voor het eerst een politieke beweging opgericht met een manifest gericht op één specifiek doel. Na de afscheiding van de PvdA richtten de Tweede Kamerleden Tunahan Kuzu i en Selçuk Öztürk i DENK i op, dat zich inzet tegen discriminatie en voor meer acceptatie in de samenleving. De beschuldigingen die geuit werden richting de media en andere controversiële voorstellen zoals het uitstellen van stemmingen in verband met het Suikerfeest zijn DENK al op veel kritiek komen te staan en wekken de indruk dat zij voornamelijk de belangen van immigranten vertegenwoordigen. Per mei 2016 staat de ledenteller van deze beweging echter al op 2.100 en het is aannemelijk dat zij bij de volgende verkiezingen een aantal zetels zal winnen en zo een volwaardige politieke partij wordt.

Voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 is het grootste gedeelte van de lijsttrekkers al bekend. Ondanks het verlies aan legitimiteit en draagvlak waar politieke partijen mee worstelen, zijn deze lijsttrekkers over het algemeen zonder instemming gekozen. Bij de meeste partijen bestond geen tegenkandidaat voor het lijsttrekkerschap, en was de stemming voor de zittende partijleider tijdens het ledencongres slechts een formaliteit. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 in Zoetermeer is bij de PvdA wel geëxperimenteerd met dit idee (zie ook de tabel hieronder), maar vooralsnog is dit middel nog niet op landelijk niveau geïntroduceerd.

2.

Mijlpalen

Eerste politieke partij

In 1879 werd de eerste politieke partij, de Anti-Revolutionaire Partij i, opgericht.

Kaderpartij

Aan het einde van de 19e eeuw waren er voornamelijk kaderpartijen (binnen het parlement ontstaan, als een vereniging van parlementsleden) met een laag ledental.

Massapartij

Vanaf de Eerste Wereldoorlog en na de invoering van het algemeen kiesrecht, kwamen er massapartijen met veel leden op. Ideologie en hiërarchie speelden een belangrijke rol binnen deze partijen.

Ontzuiling

In de jaren '60 van de 20e eeuw zette de ontzuiling in Nederland door.

Moderne kaderpartij

Aan het einde van de 20e eeuw ontstonden er partijen met een overwicht van de partijtop, lage organisatiegraad en sterke gerichtheid op de kiezer.

Eerste politieke partij met gebrekkige partijorganisatie

De Lijst Pim Fortuyn (LPF) i, opgericht in 2002, is de eerste politieke partij waarbij de partijleider, Pim Fortuyn, zelfstandig een kandidatenlijst voor de verkiezingen heeft opgesteld.

Eerste gesloten en ledenloze beweging

De Partij voor de Vrijheid (PVV) i is de eerste politieke beweging zonder leden, waarbij een partijorganisatie ontbreekt en de lijst wordt samengesteld door één persoon, Geert Wilders i. Deze 'partij' is opgericht in 2006.

Tweede gesloten en ledenloze beweging

In 2008 werd de politieke beweging Trots op Nederland (TROTS) i opgericht door Rita Verdonk i. Ook die had geen leden.

Eerste lijsttrekkersverkiezing bij een partij

Op 20 oktober 2013 werd voor het eerst door een politieke partij, de PvdA i, een voorverkiezing voor de lijsttrekker gehouden met zowel leden als niet-leden. Het betrof de lijsttrekker van de PvdA Zoetermeer voor de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014.

  •  

3.

Ontwikkelingen

Partijen hebben moeite met het werven en activeren van leden. Daardoor hebben zij ook problemen met rekrutering van kandidaten voor politiek-ambtelijk personeel. Tevens zijn politieke partijen afhankelijker geworden van (overheids)subsidies door het afnemende ledental, en daardoor de dalende ledencontributies. Op 1 mei 2013 trad de wet financiering politieke partijen i, regels inzake de subsidiëring en het toezicht op de financiën van politieke partijen, in werking. Deze nieuwe wet stelt regels voor de administratie en de openbaarmaking van bijdragen aan politieke partijen. De wet verscheen in Staatsblad 93 van 15 maart 2013.

Allereerst is de positie van de partij tussen samenleving en staat veranderd. Politieke partijen blijven een ledenorganisatie, maar de grenzen tussen de partijorganisatie en de buitenwereld vervagen. Ten tweede is de partijorganisatie veranderd. Interne democratisering heeft veelal geleid tot een horizontale organisatiestructuur met directe participatie van leden. Daarnaast is de wijze van campagne voeren de laatste jaren geprofessionaliseerd.

Politieke partijen moeten op zoek naar nieuwe oplossingen om de legitimiteit van hun partij, en daarmee die van ons politieke stelsel, te herstellen. De wijze waarop politieke partijen reageren op deze nieuwe ontwikkelingen die hen bedreigen, leiden ook tot veranderingen binnen deze partijen, zoals directe participatie van partijleden, een versterking van de positie van de partijleider, personalisering van de partij en fractiedominantie (over het partijbestuur).

4.

Ideeën of alternatieven

Er zijn meerdere ideeën ontstaan om de legitimiteit van de partijen te vergroten.

  • Empowerment van de leden

Partijleden van sommige politieke partijen kunnen direct participeren tijdens de Algemene Ledenvergadering of ledenraadplegingen. Zij hebben veelal ook formele mogelijkheden gekregen voor directe invloed op de politieke opstelling van de partij, de verkiezing van de lijsttrekker en/of partijvoorzitter en - bij sommige partijen - de samenstelling van de kandidatenlijst.

  • Sympathisanten

Sommige politieke partijen stellen nieuwe typen lidmaatschappen in om meer leden te werven. Een voorbeeld hiervan zijn primaries, sympathisanten die geen lid zijn van de partij, maar wel invloed kunnen uitoefenen.

Zo hebben niet-leden kunnen meebeslissen over wie de lokale lijsttrekker werd van de PvdA in Zoetermeer, Groningen en Utrecht voor de raadsverkiezingen in maart 2014. Dit levert echter spanningen op met het idee van een ledenorganisatie waarbij leden het voor het zeggen hebben.

Trots op Nederland bood symphatisanten de gelegenheid om mee te schrijven aan het verkiezingsprogramma voor de Tweede Kamerverkiezingen 2010 via een zogeheten Wiki. Dit initiatief bleek geen groot succes. Wat er uiteindelijk met de bijdragen is gebeurd, is onduidelijk.

  • Partijen zonder leden

Een alternatief zou zijn om buiten de kaders van de traditionele partijen te denken. De LPF was de eerste partij met een gebrekkige partijorganisatie. Intern bakkeleien deed de LPF uiteindelijk de das om. Een ander voorbeeld is de PVV, een politieke beweging die geen leden kent, maar toch redelijk succesvol lijkt. Echter, de afwezigheid van leden levert binnen deze partij stof voor conflict op, zoals de opschudding na het vertrek van Hero Brinkman i en Louis Bontes i en het opstappen van een aantal PVV'ers na de uitspraken van Wilders over 'meer of minder Marokkanen' op de verkiezingsavond van de gemeenteraadsverkiezingen 2014.

Ook zijn er mensen die pleiten voor de transformatie van een ledenorganisatie naar een netwerkorganisatie.

  • Geen partijen

Sommigen denken aan vormen van direct actief burgerschap waarbij traditionele politieke partijen, die nu een intermediaire rol vervullen tussen samenleving en staat, overbodig zijn geworden.

5.

Verwante issues

  • Parlement.com Op de website 'Parlement & Politiek' vindt u informatie over de Nederlandse politiek, over de personen die daarin een rol spelen of hebben gespeeld, en de achtergronden van het politiek bedrijf. De website is een initiatief van het Parlementair Documentatie Centrum van de Universiteit Leiden.
  • Politiek Compendium De losbladige uitgaven van het Compendium voor Politiek en Samenleving was tussen 1985 en 2005 een betrouwbare bron van informatie over politiek, samenleving en bestuur in Nederland. Toen de uitgave werd stopgezet, nam het Parlementair Documentatie Centrum van de Universiteit Leiden (PDC) het initiatief om het Politiek Compendium via internet voor iedereen toegankelijk te maken.
  • De plicht der politieke partijen, rapport Teldersstichting (2013)

    De Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD, doet aanbevelingen voor politieke partijen.

    • Het partijbestuur moet zich dienstbaar opstellen jegens de leden
    • Politieke partijen dienen herkenbaar te zijn aan een helder ideologisch profiel
    • Politiek moet een ideeënstrijd zijn
    • Een transparanter en begrijpelijker procedure voor de vaststelling van de kandidatenvolgorde
    • Debat binnen de partij moet ook van onderop mogelijk zijn
    • Verlaag de voorkeursdrempel tot een niveau waarop kiezers reële invloed kunnen uitoefenen op de personele samenstelling van de Tweede Kamer
    • Politieke partijen zouden meer gebruik moeten maken van de mogelijkheden van het internet om aan burgers te laten zien wat ze op welke gronden besluiten
  • Vertrouwen op democratie, adviesrapport Raad voor het openbaar bestuur i (feb 2010)

    De opdracht voor politieke partijen

    Ook partijen zijn onderdeel geworden van de horizontale netwerksamenleving. Ook zij moeten zich ervan bewust zijn dat zij afhankelijk zijn van andere maatschappelijke en private organisaties en dat ze zich daarmee moeten verbinden. Willen partijen hun democratische ambitie waarmaken, dan moeten zij hun interne structuren en politieke stijl ingrijpend wijzigen. De Raad beveelt ze aan:

    • • 
      het donateurschap in te voeren om zo nieuwe mensen aan zich te binden;
    • • 
      meer te gaan werken vanuit beginselen en minder vanuit beleidsprogramma’s of SMART-doelstellingen. In de publieksdemocratie stellen partijen hun beginselen, uitgangspunten en contouren voor nieuw beleid voorop. Daarbij vertellen zij hoe ze mensen bij de planvorming willen betrekken, welke deskundigen ze willen raadplegen en hoe ze het proces om tot een oplossing te komen willen inrichten.

6.

Parlementaire dossiers

7.

Deskundigen

Prof.Dr. Rudy Andeweg
Prof.Dr. Rudy Andeweg

Hoofdfunctie:
Hoogleraar empirische politicologie Universiteit Leiden

Specialisatie:
Kiesgedrag, politieke instituties, politieke elites, politiek leiderschap, politieke psychologie

 
Prof.Dr. Joop van den Berg
Prof.Dr. Joop van den Berg

Hoofdfunctie:
Emeritus hoogleraar parlementaire geschiedenis

Specialisatie:
Historische ontwikkeling politieke partijen in en buiten het parlement

 
Dr. Bert van de Braak
Dr. Bert van den Braak

Hoofdfunctie:
Redacteur/wetenschapper Parlementair Documentatie Centrum

Specialisatie:
Kenner parlementaire geschiedenis

 
Prof. Dr. Joop van Holsteyn
Prof. Dr. Joop van Holsteyn

Hoofdfunctie:
Bijzonder hoogleraar kiezersonderzoek Universiteit Leiden

Specialisatie:
Nederlandse politiek, verkiezingen, kiesgedrag, opiniepeilingen

 
Prof.Dr. Ruud Koole
Prof. Dr. Ruud Koole

Hoofdfunctie:
Hoogleraar politicologie Universiteit Leiden

Specialisatie:
Nederlandse politiek, partijfinanciering, partijregulering

 
Paul Lucardie
dr. Paul Lucardie

Hoofdfunctie:
Wetenschapper

Specialisatie:
Ideologieën en politieke partijen, politiek extremisme en nieuwe partijen in Nederland, Duitsland en Canada

 
Prof.Dr.Jacques Thomassen
Prof.Dr. Jacques Thomassen

Hoofdfunctie:
Hoogleraar politicologie Universiteit Twente

Specialisatie:
Democratische theorie, politieke vertegenwoordiging, electoraal onderzoek en legitimiteit in de Europese Unie

 
Prof.Dr. G. Voerman
Prof.Dr. G. Voerman

Hoofdfunctie:
Directeur Documentatiecentrum voor Nederlandse Politieke Partijen (DNPP), Rijksuniversiteit Groningen,

Specialisatie:
Partijpolitieke geschiedenis van Nederland

8.

Meer informatie