Interview Clingendael: De EU verdoemt zichzelf

Met dank overgenomen van euforum.nl, gepubliceerd op maandag 4 november 2013, 10:15.

Adriaan Schout, Senior Research fellow / Coordinator Europe at the Clingendael Intsitute

Na de Europese Parlementsverkiezingen in mei 2014 zal door het Europees Parlement en de Raad een opvolger worden aangewezen voor Barroso. De politieke families van het Europees Parlement mogen hun kandidaten naar voren schuiven voor de functie van Commissievoorzitter. Hoe ziet Thijs Berman, Europarlementariër voor de PvdA, de rol van Barroso en zijn opvolger?

Adriaan Schout: Hoe heeft Barroso het gedaan in zijn 10 jaar als voorzitter?

Thijs Berman: In 2009 stemde ik tegen de herbenoeming van Barroso, omdat hij in zijn eerste termijn weinig creatief was en te weinig ambitie had. Dat gold ook voor zijn tweede periode. Barroso heeft zich volgzaam opgesteld om niemand tegen de haren in te strijken. Dit was een ideologische keuze.

De reactie van de Commissie op de financiële crisis geeft hier goede voorbeelden van. Mijn voorganger Ieke van den Burg riep in 2002 al dat er regels nodig zijn voor banken en hedgefunds. Haar stellingname werd keer op keer weggelachen door de Commissie met Barroso aan het hoofd, die pleitte juist voor zo min mogelijk regels. Maar toen een paar jaar later de bom barstte kwam de regulering van de bankensector er alsnog, waarbij niet de Commissie maar de Raad het voortouw nam.

Barroso heeft het ook nagelaten om initiatief te nemen op het gebied van jeugdwerkeloosheid. Nu is het een tikkende tijdbom met mogelijk een verloren generatie tot gevolg. Dat is dramatisch. Ik neem het de Commissievoorzitter kwalijk dat hij niets heeft gedaan, zeker omdat hij in zijn tweede termijn niks te verliezen had.

Die afwachtende houding getuigt van een gebrek aan ambitie en moed. In plaats van eigen initiatief leunt Barroso te veel op de grote lidstaten.

Adriaan Schout: Heeft Barroso toch kans op een derde periode?

Thijs Berman: Binnen zijn conservatieve fractie, de EVP, bestaat er nog steeds steun voor Barroso. Commissaris voor de interne markt Michel Barnier zou een sterke kandidaat zijn. Hij heeft de afgelopen jaren goed werk geleverd rondom de taxhavens en transparantie voor bedrijven. Bovendien is hij diplomatiek handig.

Adriaan Schout: Had de Commissie meer kunnen doen rondom de bankenregulering?

Thijs Berman: Tot de val van Lehman Brothers zat de Commissie te slapen. Het was toen een probleem voor de hoofdsteden, omdat de Commissie zich niet in de schulden mag steken. Maar, de Commissie had veel sterker kunnen wijzen op de risico’s en Barroso had initiatieven kunnen ontplooien om de gevolgen te managen.

Kapitalisme is een dynamisch systeem wat vraagt om regels. Het is de taak van de Commissie om de risico’s van het systeem in te schatten en te handelen naar die conclusies.

Adriaan Schout: Zijn er ook positieve punten voor Barroso met zijn Commissie?

Thijs Berman: Commissaris Rehn heeft punten gescoord op het dossier van de sixpack en de twopack. Er is hard onderhandeld over het uitbreiden van het Commissie toezicht op de begrotingsregels en de nationale hervormingen. De socialistische fractie, PES, eiste dat de indicatoren om de macro-economische onevenwichtigheden te meten ook oog zouden hebben voor de sociale dimensie. Dat zou betekenen dat bijvoorbeeld een land met hoge jeugdwerkeloosheid coulanter behandeld wordt. Het kabinet van Rehn heeft goed werk verricht op dit dossier.

Ik sta wat verder af van alles wat er rond Barroso gebeurt. Hij is een vaardig politicus en zal een doelpunt scoren wanneer de mogelijkheid zich voordoet. Maar, hij zal de kans niet zelf creëren.

Adriaan Schout: Ik wil je vragen naar de Blueprint for a deep and genuine economic and monetary union van Barroso uit 2012. Is dat niet een voorbeeld van open deuren intrappen? Het barst van het Brusselse idealisme voor een federaal Europa.

Thijs Berman: De laatste Commissievoorzitter die echt lef had was Delors. Nu geven lidstaten de voorkeur aan kleurloze mensen, dat is de troef om gekozen te worden voor die functie. Maar, iemand kan zich per ongeluk ontpoppen tot een succesvol politicus. Neem Delors bijvoorbeeld. In Frankrijk stond hij bekend als prudent en consensus-gericht, maar in Brussels sloeg hij om en werden er witboeken gepubliceerd over sociaalbeleid, werkgelegenheid en infrastructuur. Hij toonde op alle beleidsterreinen ambitie.

In een EU van 28 lidstaten kun je je niet voorstellen dat er consensus is voor kleurrijk grote persoonlijkheid. Dat station is gepasseerd; men wil kleinste gemene deler. Iemand die regeringsleiders niet in de weg staat

Dat eeuwige zoeken naar grijze middelmaat, daarmee verdoemt de EU zichzelf, want zo vindt de EU nooit voldoende steun bij de mensen om wie het gaat. Wat dat betreft ben ik een teleurgestelde Europeaan.

Adriaan Schout: Heeft Nederland belang bij een sterkere Commissie?

Thijs Berman: Jazeker! Met daarnaast een sterk Europees Parlement zodat Europa niet alleen gedomineerd wordt door de grote lidstaten. Dat laat de geschiedenis ook zien, kijk maar naar de wetgeving.

Adriaan Schout: Is het ook in het Nederlandse belang dat er een sterke EU voorzitter is?

Thijs Berman: In een EU met 28 lidstaten zal er waarschijnlijk weinig veranderen met een nieuwe Commissievoorzitter. De opvolger kan niet veel meer doen dan de bestaande regels toepassen en verder prudent te werk gaan. Met 28 lidstaten zal je een heleboel ambities moeten laten varen. Dat is de politieke realiteit. Wanneer je een agenda doordrukt bestaat er teveel risico op grote tegenstand.

Maar, een nieuwe Commissievoorzitter zou wel kunnen proberen om voor de komende 5 jaar drie grote doelstellingen te formuleren waar iedereen zich in kan verenigen. Dat zie ik echter niemand doen.

De Commissarissen zijn te veel ambtelijk ingesteld en veel minder politiek gericht. Het is geen regering. Wanneer je de Commissie kan politiseren kun je ook ontsnappen aan het grijze, ambitieloze imago. De eerste stap is om de Commissievoorzitter te kiezen. Daarnaast zouden ook de individuele Commissarissen gekozen moeten worden. Je zou het model van Frankrijk kunnen volgens met twee rondes: Eerst een selectie tussen alle grote fracties en later nog een ronde met de overgebleven kandidaten.

Wanneer de Commissie gekozen wordt heeft het een mandaat van het volk en wordt het gesteund door het Europees Parlement. Dan krijg je een sterker mandaat dan de regeringsleiders in de Raad. Maar, dat zullen de regeringsleiders niet willen en bovendien is hier een verdragswijziging voor nodig.