Antwoorden op vragen D66 over het toekennen van de eretitel minister van Staat (2011Z20654)


Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2011–2012

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

490

Vragen van het lid Schouw (D66) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het toekennen van de eretitel Minister van Staat (ingezonden 21 oktober 2011)

Antwoord van minister-president Rutte (Algemene Zaken) (ontvangen 31 oktober 2011).

Vraag 1

Kent u het bericht «Van Agt wilde Minister van Staat worden»?1

Antwoord 1 Ja.

Vraag 2

Welke criteria zijn er voor het verkrijgen van de eretitel minister van Staat? In hoeverre spelen (actuele) politieke opvattingen van een mogelijke kandidaat hierbij een rol?

Antwoord 2

Er zijn geen criteria anders dan bijzondere verdiensten die vergelijkbaar zijn met de bijzondere verdiensten van degenen aan wie deze titel eerder is verleend.

Vraag 3

Is de Koningin bij de benoeming van een minister van Staat betrokken, anders dan door middel van ondertekening van het koninklijk besluit? Wordt over de voor te dragen persoon met haar overleg gepleegd?

Antwoord 3

Zoals gebruikelijk worden over het contact van de minister-president met de

Koningin geen mededelingen gedaan.

Vraag 4

Deelt u de mening dat willekeur voor het toekennen van de eretitel voorkomen moet worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe wordt in de huidige procedure deze willekeur voorkomen?

Nederlands Dagblad, «Van Agt Wilde Minister van Staat worden», 19-10-2011.

ah-tk-20112012-490 ISSN 0921 - 7398 ’s-Gravenhage 2011

Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, Aanhangsel

1

Antwoord 4

Zie het antwoord op vraag 2.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, Aanhangsel

2