Diverse dilemma’s zetten euro klem

De schuldencrisis is voor de Europese Unie de meest gevaarlijke uit haar bestaan. Noch de politieke leiders noch de Europese instellingen hebben ervaring met een dergelijke crisis. De verdragen en de spelregels van de Monetaire Unie voorzien hierin  niet. Bovendien zitten de politieke leiders gevangen in een reeks dilemma’s. Die verklaren hun besluiteloosheid. Hieronder een overzicht gezien vanuit Brussel.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Grote onenigheid

Pas in de eerste week van november lanceren de landen met de euro samen een pakket maatregelen tegen de schuldencrisis. Zij mikken op een ‘totaalpakket’. Deze intentie van kanselier Angela  Merkel en president Nicolas  Sarkozy van 9 oktober leidde tot uitstel van de traditionele oktobertop. De vergaderingen van de Europese Raad van 17 oktober en van de Euroraad op 18 oktober zijn verschoven naar zondag 23 oktober.

Zo’n ongebruikelijk uitstel leert dat Europa zonder Frans-Duits  voorakkoord geen knopen kan doorhakken. Dat was altijd al zo. Maar zodra het aantal EU-landen rond het millennium bijna verdubbelde werd verwacht dat Frans-Duitse overheersing niet meer werkt in zo’n groot gezelschap. Inmiddels gaat het wel om een Duits-Franse combine dus met de kanselier aan het stuur, zo leert het verloop van de gebeurtenissen. 

Na het onverwachte échec van het Belgisch-Franse Dexia wankelen andere grote banken. Over de aanpak daarvan bestaat een meningsverschil tussen Frankrijk en Duitsland. Sarkozy wil met steun van de landen met traditioneel een zwakke munt het noodfonds EFSF inzetten voor het redden van banken. Inmiddels heeft Parijs dat standpunt wel afgezwakt.

Merkel staat er op dat banken, hun obligatiehouders en hun aandeelhouders eerst bijdragen aan de sanering. Lukt het de banken zelf niet voldoende kapitaal te verzamelen dan wil de kanselier dat de landen zelf hun banken redden. Parijs moet dan diep in de nationale schatkist tasten. Frankrijk beseft in zo’n aanpak zijn AAA-status te verspelen. Dat kan Sarkozy vlak voor de presidentsverkiezingen helemaal niet hebben. Maar Duitsland als ‘Bezahlmeister Europa’ wil niet nog meer opdraaien voor de megaverliezen van banken elders.

Lukt het Frankrijk en Duitsland dit dilemma binnenkort te doorbreken? De druk komt inmiddels van alle kanten. In Washington vreest president Barack Obama anders een wereldwijde crisis, zo liet hij weten. Met de Britse premier David Cameron bepleit Obama het herkapitaliseren van de banken. Business Europe (met VNO NCW) en de European Round Table of Industrialists zien het hele bedrijfsleven in gevaar komen als Europa blijft voortmodderen.

2.

Landencrisis werd bankencrisis

In de loop van dit jaar heeft de storm na Griekenland vervolgens Ierland en Portugal en nu de bancaire sector bereikt. Vooral de hele grote banken zitten op zwart zaad omdat vooral zij een forse afschrijving op hun massa Griekse en andere rommelkredieten  moeten verteren. ‘Of wij het leuk vinden of niet, de schuldencrisis is een bankencrisis aan het worden’ verklaarde José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie, op 13 oktober. Dat is voor hem onverwacht.

Deze zomer kort na de banken stresstest waarschuwde IMF-topvrouw hoofddirecteur Christine Lagarde al dat de banken in Europa het megabedrag van 200 miljard euro nodig hebben voor risicodragend kapitaal. Haar waarschuwing werd in alle toonaarden door de Europese autoriteiten ontkend, met Barroso voorop.  

‘De ECB is de kurk waarop het euroschip nu drijft’, concludeerde de Volkskrant onlangs. Tijdelijk voorkomt de ECB een crisis door massaal liquiditeit te verschaffen die banken nergens meer krijgen. Dat mag volgens de ECB-statuten niet lang duren. Over de noodzaak van herkapitalisatie van banken is vandaag iedereen het eens. ‘De eurocrisis moet nu echt krachtig worden aangepakt’, waarschuwt ECB president Jean-Claude Trichet. Hij bepleit ‘gecoördineerde herkapitalisatie van de banken’. Hoe dat precies moet laat Trichet wijselijk over aan de politieke leiders. 

De Europese Commissie en bankentoezichthouder EBA willen het risicodragend kapitaal van de systeembanken optrekken naar negen procent van het balanstotaal. In veel gevallen betekent dat een verdubbeling. Een systeembank is een bank die bij faillissement ernstige schade toebrengt aan de hele economie, zoals bijvoorbeeld ING.

Genoemde negen procent kapitaal moet bovendien bereikt worden na afwaardering van de obligaties tegen hun marktwaarde. De operatie kost de reuzensom van 275 miljard euro. ‘Zo nee, dan krijgen wij een spillover effect met gevaar voor een echte bankencrisis’, waarschuwt Barroso. Er komen daartoe van zijn kant voorstellen.

Nu Frankrijk en Duitsland hierover van mening verschillen, springt de Commissievoorzitter in het gat met een compromis. Op 12 oktober zei Barroso in het Europees Parlement dat eerst de banken zelf individueel aanspreekbaar zijn voor hun reservebuffer. Vervolgens moeten de landen waartoe die banken gerekend worden bijspringen. ‘Maar in bepaalde gevallen moet er meer worden gedaan’, aldus Barroso. Hij duidde naar verluidt op inzet van het EFSF als extra steunbeer.

3.

Het Griekse dilemma

Op 10 oktober meldde de Financial Times Deutschland dat Merkel een Grieks loskoppelen van de euro in de pen heeft. Het zou gaan om een ‘begeleid faillissement’ van dat land. Er zou tegelijk een nieuw reddingsplan komen waarbij Griekenland na loskoppeling toch blijft behoren tot de eurozone. Dezelfde dag meldde persbureau DPA dat Berlijn Griekse staatsobligaties dan tot 60 procent wil afstempelen. Dit ten laste van banken en obligatiehouders.

De ECB waarschuwde in het verleden herhaaldelijk dat zulk afstempelen een fatale bankencrisis kan uitlokken. Maar wellicht hebben de Duitsers hiervoor iets bedacht. ‘Wil Merkel een slachting voorkomen dan moet zij tegelijk accepteren dat het EFSF banken tot een bepaald niveau van nieuw kapitaal voorziet’, zegt Peter Vanden Houten, hoofdeconoom bij ING.  

Het grote voordeel van zo’n afstempeling is dat het probleem Griekenland dan grotendeel is opgelost. Het land kan zijn nationale economie blijven saneren en tegelijk economisch weer groeien. Dat laatste zal met de lopende gigantische bezuinigingen nog jaren uitblijven. Bovendien brengt zo’n gedurfde maatregel de beoogde rust in de door speculanten en kredietbeoordelaars geteisterde eurozone.

Hét enorme nadeel van zo’n schuldkwijtschelding is dat ze Griekenland beloont voor zijn wangedrag. De helft van de schulden kwijtschelden en toch lid mogen blijven van de eurozone! Reken maar dat andere zwakke landen dit zullen onthouden. Anderzijds hangt alles af van de formule waarin zulk een ongekende operatie vorm krijgt. Merkel beseft dat het ‘belonen’ van Griekenland voor haarzelf eindigt in een afstraffing door de Duitse kiezer.   

Mogelijk besluit de Euroraad op 23 oktober dat Griekenland een nieuwe lening van acht miljard euro krijgt. Maar hernieuwd uitstel ligt meer voor de hand. Het gaat om een schijf van de 110 miljard noodhulp die vorig jaar is beloofd. Athene zit ter financiering van lopende staatsuitgaven daarom te springen.

Eerst moeten de ministers van financiën in de Eurogroep en het IMF-bestuur hierover besluiten. Zij baseren zich op de trojka van EU/IMF/ECB die naging of Griekenland de beloofde saneringsmaatregelen wel uitvoert. Daarover bestaat enige twijfel. De Griekse samenleving ligt dwars voor belastingverhogingen en saneringen. De experts hebben vastgesteld dat de staatsschuld nog altijd verder oploopt. Intussen verdiept de recessie zich. Toch adviseerde de trojka in een verklaring van 11 oktober de beloofde acht miljard begin november vrij te geven.  

4.

Lastige dwarsliggers

Inmiddels hebben alle landen met de euro ingestemd met het pakket maatregelen waartoe zij op 21 juli in de Euroraad besloten. Het EFSF kan nu massaal Griekse en andere onverkoopbare obligaties uit de markt nemen. Het EFSF wil bovendien IMF-style kredietlijnen openen.

Onder ‘buitengewone omstandigheden’ kunnen eurolanden (mits zij saneren) tijdelijk van cash worden voorzien. Momenteel pleegt de ECB tijdelijk massaal zulke interventies. Die zijn er op gericht de rente die zwakke eurolanden betalen, tot vijf procent te beperken.

In Slowakije leidt het besluit om het EFSF op te tuigen tot het aftreden van de regering. In Duitsland, Nederland, Finland lokte het voorstel heftige politieke discussies uit. Daardoor heeft de procedure bijna drie maanden aangesleept. De bezwaren zijn overal dezelfde.

Waarom een land steunen dat jarenlang boven zijn stand leefde; dat gedrag verborg in valse statistieken en nu zelfs niet tot inkeer komt? Ierland en Portugal ondergaan een vergelijkbare sanering met voor de bevolking loodzware maatregelen. Over de uitvoering daarvan zijn EU/IMF/ECB wel tevreden.

5.

Noodfonds alweer te klein

Een heidens karwei is overeenstemming te bereiken over de omvang van het EFSF. Dat noodfonds is de qua taken verruimde faciliteit voor zwakke eurolanden om goedkoop geld te lenen. De bestaande capaciteit van circa 440 miljard euro is inmiddels onvoldoende.

Ruwweg de helft daarvan is al besteed. Maar een capaciteitsverruiming is onbespreekbaar. De regeringen die het noodfonds hun parlement zojuist door de keel hebben gestampt, willen niet om verdergaande kapitaalgaranties vragen. Bovendien verspeelt Frankrijk als het extra garanties afgeeft zijn AAA-status. Parijs moet dan voortaan meer rente betalen op zijn leningen.

Toch willen ECB en andere experts de 440 miljard aan vuurkracht vervijfvoudigen naar bijvoorbeeld circa 2200 miljard. Zo’n megafonds ontmoedigt de speculanten totaal en brengt eindelijk rust op de woelige financiële markten, is hun redenering.

Het is volgens de experts technisch perfect mogelijk het EFSF via garanties (dus geen leningen) van eurolanden in een pennenstreek een vijfvoudige hefboomwerking te geven. Die experts werken daarvoor momenteel aan verschillende opties. Daarbij blazen zij de vuurkracht van het EFSF massaal op via een kredietverzekering van obligaties. Daarvoor is dan geen nationale ratificatie nodig, aldus de juristen van de Commissie. 

Het dilemma blijft echter om de landen die financiële risico’s vrezen (Duitsland, Nederland, e.a) en bovendien zelf niet van het EFSF zullen trekken, mee te krijgen. Kanselier Merkel zegt niet aan verruiming van de EFSF middelen te denken.

Inmiddels is voor minister Jan Kees de Jager (Financiën) een groter noodfonds via hefboomwerking kennelijk toch bespreekbaar. Voorwaarde is meer begrotingsdiscipline van de geldleners. Een interessante voetnoot genaamd ‘kiezersbedrog’ plaatste Maarten Koning, voorzitter van de Jonge Democraten, in het FD van 11 oktober. ‘De belastingbetaler krijgt dan precies het risico van een vergroot noodfonds op zijn bordje geschoven, maar dan via de democratische achterdeur’.

6.

Euroregering of supercommissaris

Een groot dilemma blijft de verdeeldheid over de aanpak van de crisis. De meeste landen prefereren de intergouvernementele weg via de Euroraad en de Europese Raad. In dezelfde sfeer ligt het gegeven het noodfonds EFSF, gevestigd in Luxemburg, te financieren uit individuele landenbijdragen. De Commissie speelt daarbij een ondergeschikte rol. 

Een andere route is de communautaire weg, dus een benadering met de Commissie als initiator en met inschakeling van het Europees Parlement. In die aanpak verloopt de financiering communautair. Dit laatste bepleiten tien voormalige minister-presidenten samen met megabelegger George Soros. In een recente open brief waarschuwen zij dat de crisis uit de hand dreigt te lopen.

Zij bepleiten

  • 1. 
    een gemeenschappelijke Europese schatkist die uitleent en toeziet dat lidstaten de budgettaire discipline naleven
  • 2. 
    binnen de eurozone een gemeenschappelijke controle, regelgeving en kredietverzekering
  • 3. 
    een strategie waarin economische groei meer centraal staat. Want anders zullen de schuldenlanden in hun eigen sanering omkomen. In deze aanpak kunnen de landen in nood via Europees gedekte obligaties ‘bijna kosteloos’ lenen in plaats van tegen hoge rentetarieven, aldus de vooraanstaande ondertekenaars.

Een meer communautaire aanpak via de Europese instellingen bepleit eveneens premier Mark Rutte. Hij ging afgelopen weken de boer op voor een supercommissaris die landen kan sanctioneren. Europa bereikte in september een definitief akkoord over het ‘sixpack’: zes communautaire regelingen die het beheer van de euro via het Stabiliteits- en Groeipact aanscherpen. Lidstaten worden in de toekomst sneller tot discipline gedwongen.

Het kabinet gaat dit nog niet ver genoeg. De beoogde supercommissaris opereert zoals voorheen Neelie Kroes als toezichthouder op eerlijke concurrentie. Kroes kon desnoods miljardenboetes opleggen en zelfs nationale besluiten verbieden. Die weg wil Nederland op bij het beheer van de euro. Inmiddels verwierf premier Rutte in Berlijn de steun van Merkel en in Brussel van Barroso.

Nederland beseft niettemin dat diverse andere regeringsleiders hierover minder enthousiast zijn. Zij leveren niet graag nationale manoeuvreerruimte in. Rutte mikt als eerste stap nu op een meer vrijblijvend politiek besluit tot versterking van de commissaris voor het monetair beleid (momenteel de Fin Olli Rehn). “Zo’n besluit van de staatshoofden en regeringsleiders heeft vertrouwenwekkende effecten. Het versterkt de positie van de euro als gezamenlijke munt”, zegt een insider.

Tenslotte hebben Merkel en Sarkozy onlangs aangeduid de Euroraad te willen opwaarderen en meer onderscheiden van de Europese Raad waarin alle 27 EU-landen zitten. Wéér een stap naar een intergouvernementele Unie. Want zo’n Euroraad wordt gezien als de nucleus van een toekomstige Europese Economische Regering.

Tegen deze aanpak is zojuist heftige kritiek gekomen van zowel het Europees Parlement als de Commissie. Voorzitter Barroso kreeg op 28 september in Straatsburg het verwijt over zich te laten lopen. ‘Wij zien alsmaar meer nationalisatie van de besluitvorming’, aldus Martin Schulz namens de sociaal-democraten. Dergelijke kritiek klonk van alle kanten. Barroso antwoordde instemmend.

Hij vindt dat ‘de Europese Commissie de economische regering van de Unie is; wij hebben geen nieuwe instelling nodig’. Aanvankelijk zou de vraag ‘supercommissaris of euroregering’ op 17 of 18 oktober besproken worden. Nu de bijeenkomst is bekort tot een dag komt men daaraan waarschijnlijk niet toe.  Het is ook meer een probleem voor de langere termijn.

7.

Wereldwijd beraad op komst

Brussel verwacht niet dat op 23 oktober de Euroraad het beoogde ‘totaalpakket’ oplevert. Wel moet daar minimaal een gezamenlijke opstelling tot stand komen van de EU-landen voor de belangrijke top van de G20 op 3 en 4 november in het Franse Cannes, onder leiding van Sarkozy.

Volgens ingewijden in Brussel zal Europa daar aankondigen het kapitaal van zijn grootste banken met tientallen miljarden euro’s te versterken. Dat wordt gefinancierd door, zoals hiervoor beschreven, de spanwijdte van het EFSF fors te verhogen.