Verrassend vertrouwenwekkend: 'Minder Europa = Beter Europa'

’n Hooggeplaatste Nederlandse Eurofunctionaris: "Als ze mij op ’n feestje vragen wat ik doe vertel ik nog liever dat ik bij de belastingen zit dan bij de Europese Unie, zó impopulair is Brussel vandaag".

De politieke wereld is vandaag eveneens eurosceptisch. De Kamer besloot op 7 mei de Commissie als dagelijks bestuur van Europa te omzeilen bij het toezicht op de euro. Dit gebeurde met steun van pro-Europese partijen als CDA, D66 en de PvdA.

Ons poldermodel berust op vertrouwen tussen de burgers en de overheid met de sociale partners in een sleutelrol. Wij onderhouden in Nederland onderling een vertrouwensrelatie via onze taal, cultuur en economische afhankelijkheid. De Europese Unie mist die ‘bestuurlijke nabijheid’ en de sociale partners. Maar ook dat Europa functioneert alleen goed zolang de burgers het vertrouwen.

De Unie heeft als enorme handicap dat de meeste mensen zich niet betrokken voelen. Bovendien spelen de politici de nationale kaart. In de Europese Raad van Ministers waar de besluiten vallen is het 'ieder voor zich'. Dat komt omdat de nationale soevereiniteit na zestig jaar Europese integratie nog recht overeind staat. Vroeger dreef de dreiging vanuit de Sovjet-Unie, de angst voor al wéér oorlog, de landen van West-Europa bijeen. Vandaag is de welvaartscheppende Europese markt met één munt de spil waarrond alles in Brussel draait. Maar voor het publiek zijn markt en munt iets vanzelfsprekends. Sedert de verwerping van de 'Grondwet voor Europa' weten wij dat het draagvlak voor dieper gaande integratie ontbreekt.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Vertrouwen geen item

Bij het schrijven van dit artikel kwam aan het licht dat de 'founding fathers' van de Europese integratie niet hebben nagedacht over de noodzaak van een vertrouwensrelatie met de burgerij. Noch in de mémoires en biografieën van Jean Monnet, Konrad Adenauer, Paul-Henri Spaak, noch die van onze J.W. Beijen komt dit aspect aan de orde. Monnet’s slogan: 'Wij verenigen niet de staten maar de mensen' is niet echt uitgewerkt. De publieke opinie heeft in het Europabeleid 'een geringe en weinig invloedrijke rol gespeeld'. Tot die conclusie kwamen in 2001 de auteurs van de prachtige bundel Voor Nederland en Europa. De huidige vertrouwensbreuk tussen Nederland en Europa is trouwens niet typisch Nederlands. Zelfs België, altijd gezien als uitgesproken pro-EU, durfde geen referendum te houden over de Grondwet voor Europa.

Centraal staat hier de vraag in hoeverre de instellingen van de Europese Unie zélf schuld zijn aan het wantrouwen. Daarover hoor je namelijk nooit wat. Wat te doen bovendien opdat 'Brussel' weer legitiem (dus vertrouwenwekkend) wordt?

Wie Brussel volgt merkt soms wereldvreemdheid op bij de Commissie, het Parlement, Hof van Justitie en hun ambtelijke staven. Zij reageren niet steeds alert op de samenleving. Ze geloven bovendien heilig in hun slogan 'Meer Europa = Beter Europa' en handelen dienovereenkomstig. Er bestaat een kloof tussen de burger en Europa, maar omgekeerd gaapt een afgrond. Enkele voorbeelden daarvan. 

2.

Wereldvreemde projecten

  • Alle regeringen in Europa moeten vandaag bezuinigen. Europa zelf wil daaraan echter absoluut niet meedoen. De EU-uitgaven moeten alsmaar omhoog. Volgens de Commissie volgend jaar met zelfs zes procent ineens. De Nederlandse overheid kost dat dan 350 miljoen extra aan contributie.
  • In de jaren tachtig ontdekte de VS het midden- en kleinbedrijf (mkb) en de zzp-er als motor van economische vernieuwing en schepper van banen. Brussel mikte altijd op de grote bedrijven. Twintig jaar na Amerika pas ontdekte de Commissie het mkb.
  • De eurokritische denktank Open Europe becijferde dat Brussel iedere werkdag tien miljoen uitgeeft aan voorlichtingsmateriaal, opiniepeilingen, pro-Europese studiebureaus en fora, lesmateriaal e.d.. Overtuigt zo’n gigantisch propaganda-apparaat?
  • Een probleem is dat de EU zwemt in het geld. De Commissie kon zonder problemen ineens maar liefst 60 miljard euro te voorschijn toveren voor het noodfonds (EFSM) voor de zuidelijke eurolanden. Dat zulke gigantische reserves sluimeren is ongelooflijk! Tegelijk wil de Commissie dit najaar iedere burger belastingplichtig maken aan Brussel.
  • Was het verstandig al in 2007 Roemenië en Bulgarije bij de EU te halen? Om onze nationale energie-installaties aan het buitenland te verpatsen? Europese kwaliteitseisen voor ziekenhuizen te introduceren? Geen koeienstront meer op de onze tulpenvelden te laten? 'Juffrouw' af te schaffen omdat dit de ongehuwde status benadrukt? Europees campagne te voeren tegen overgewicht? De nationale kustwacht te vervangen door een EU-bureaucratie? 400 hoogleraren in te huren die het Europese geloof verspreiden? De Commissie is de bron van dergelijke plannen en projecten.
  • Het Europees Parlement is niet geworteld. ’n Echt parlement kan de regering naar huis sturen, waarbij de machtsvraag speelt. Maar tegenover het Europees Parlement staat geen Europese regering. De Raad van Staatshoofden en Regeringsleiders als het embryo daarvan? Akkoord, maar over die Europese Raad heeft dit parlement nu echt helemaal niks te vertellen.

3.

‘Minder Europa = Beter Europa’

Al een halve eeuw staat de overgrote meerderheid van de Nederlanders positief tegenover de EU. De mensen weten dat Nederland Europa nodig heeft om hun welvaart te waarborgen. Hoe dan het geknakte vertrouwen in de Europese instellingen te herstellen?

Nederland heeft op de gang van zake daar slechts beperkte invloed. De genoemde voorbeelden van vertrouwenondermijnende aspecten van de EU zelf hebben één uniform kenmerk: zij kosten veel geld. Via de geldbuidel is de onstuimige groei van de EU te besnoeien. Vermindering van de Nederlandse financiële bijdrage is daarom ’n goed idee. De Tweede Kamer wil dat al langer. Diverse andere EU-lidstaten denken er net zo over. Laat het nieuwe kabinet daarbij aanknopen. 'Minder Europa = Beter Europa'. Concentratie op kerntaken is de beste vertrouwenwekkende maatregel die Brussel kan nemen.