EU Diplomatieke dienst: EP geeft het groene licht aan akkoord van Madrid

Twee weken nadat het akkoord van Madrid over de Europese dienst voor extern optreden (EDEO) werd bereikt, zijn aanbevelingen betreffende zijn organisatie en werkwijze, in een tekst vastgelegd door Elmar BROK (EPP, DE), donderdag door het Europees Parlement goedgekeurd. De nieuwe diplomatieke dienst van de EU is een belangrijke innovatie van het Verdrag van Lissabon.

Hoewel het Parlement alleen formeel geraadpleegd werd over de organisatie en de werkwijze van de diplomatieke dienst, zijn Europarlementsleden erin geslaagd om het oorspronkelijke voorstel van Hoge Vertegenwoordiger van de EU Catherine Ashton ingrijpend te wijzigen. De communautaire identiteit van de dienst zal worden versterkt en zijn politieke en budgettaire verantwoordingsplicht naar het Parlement zal worden gegarandeerd, vinden de onderhandelaars van het Parlement, Elmar Brok, Guy VERHOFSTADT (ALDE, BE) en Roberto GUALTIERI (S&D, IT).

De EDEO zal de Hoge Vertegenwoordiger - tevens vicevoorzitter van de Commissie en voorzitter van de Raad Buitenlandse Zaken - ondersteunen bij de uitoefening van haar mandaat om het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid ("GBVB") van de EU uit te voeren en zorg te dragen voor de samenhang van het extern optreden van de EU.

Plaatsvervanging

Europarlementsleden hadden er bezwaar tegen dat ambtenaren (zoals de uitvoerend secretaris-generaal) Ashton zouden vervangen bij het briefen van het Parlement. Ze hebben bedongen, dat zij wanneer zij zelf niet aanwezig kan zijn, vervangen zal worden door ofwel de EU commissarissen voor uitbreiding, ontwikkelingssamenwerking of humanitaire hulp of voor kwesties van het GBVB door de minister van Buitenlandse Zaken van het land dat het EU-voorzitterschap op dat moment waarneemt.

Externe samenwerking

Het beheer van externe samenwerkingsprogramma's (ontwikkelingssamenwerking en nabuurschapbeleid) van de EU valt onder de verantwoordelijkheid van de Commissie, in tegenstelling tot wat Ashton oorspronkelijk had voorgesteld en hetgeen de EDEO meer macht zou hebben gegeven.

Voorstellen voor veranderingen in het ontwikkelingsbeleid (Europees Ontwikkelingsfonds en het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking) worden gezamenlijk opgesteld door de bevoegde diensten van de EDEO en van de Commissie, onder de verantwoordelijkheid van de Commissie, en dan gezamenlijk ingediend met het oog op een besluit van de Commissie.

EDEO: ten minste 60% EU-personeel

De leden hebben ook bedongen, dat ten minste 60% van het EDEO-personeel (AD-niveau) uit vaste EU-ambtenaren zal bestaan. Zo moet de communautaire identiteit van de dienst verzekerd worden. Ambtenaren afkomstig uit de diplomatieke diensten, die zodra de EDEO op volle sterkte is een derde van het personeel moeten uitmaken, zullen tijdelijke contracten krijgen van een duur van maximaal acht jaar met de mogelijkheid van een verlenging met nog twee jaar.

"De aanwerving bij de EDEO stoelt op verdienste en waarborgt een passend geografisch en genderevenwicht", stelt het verslag van Brok. Maatregelen om eventuele "onevenwichtigheden" te corrigeren kunnen worden genomen tijdens de evaluatie van de dienst in 2013. Die maatregelen zouden dezelfde zijn als in 2004, toen tien nieuwe lidstaten tot de EU zijn toegetreden.

Op 1 januari 2011 worden in totaal 1525 ambtenaren van de administraties van de Commissie en de Raad naar de EDEO overgeplaatst en 100 nieuwe posten gecreëerd. Het totale aantal is dus 1625. Het inzetten van gedetacheerde nationale deskundigen wordt beperkt en deze deskundigen zullen niet worden meegeteld als personeel van de lidstaten (een derde van het totaal).

Hoofdkwartier en organisatie

De EDEO zal zijn hoofdkwartier in Brussel hebben en bestaan uit een centrale administratie en de 136 voormalige delegaties van de Europese Commissie. De centrale administratie is onderverdeeld in directoraten-generaal met geografische 'desks' voor alle landen en regio's van de wereld, en multilaterale 'desks'.

Der verklaring over de organisatie bepaalt dat er een mensenrechtenstructuur komt zowel in het hoofdkwartier als lokaal in de delegaties en een afdeling die de Hoge Vertegenwoordiger assisteert in haar betrekkingen met het Parlement. Inzake crisisbeheer en vredesopbouw stelt de verklaring dat structuren voor het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid deel zullen uitmaken van de EDEO.

Politieke en budgettaire verantwoordingsplicht

De politieke en budgettaire verantwoordingsplicht van de dienst aan het Parlement wordt verzekerd. Die laatste heeft ook het volle recht om de dienst kwijting te verlenen.

Voor de operationele begroting van de dienst zal de Commissie verantwoordelijk zijn. Het Parlement zal van de Commissie een document ontvangen, waarop duidelijk uiteen wordt gezet hoeveel de begroting van de dienst bedraagt. De administratieve begroting van de EDEO zal onder een nieuw onderdeel x "Europese Dienst voor Extern Optreden" vallen.

Alvorens zij hun ambt gaan bekleden, moeten speciale EU-vertegenwoordigers en de hoofden van de delegaties bij derde landen en organisaties, die het Parlement van "strategisch belang" acht, voor de commissie buitenlandse zaken verschijnen.

Volgende stappen

Wijzigingen van het Financieel Reglement, het Statuut en de begroting 2010 waarover het Europees Parlement medebeslissingsbevoegdheid heeft, zullen na de zomervakantie in stemming worden gebracht, nadat de Raad het standpunt van het Parlement t.a.v. de organisatie en de werking van de dienst heeft bevestigd.

Eén maand na het van kracht worden van het besluit inzake de EDEO moet de Hoge Vertegenwoordiger de Commissie een raming van de inkomsten en uitgaven van de dienst presenteren, opdat die een gewijzigde begroting kan opstellen.