Alle posten van ondervoorzitters EP vergeven (en)

Tijdens de eerste ronde zijn 3 van de 14 ondervoorzitters met een absolute meerderheid van de stemmen verkozen. De tweede ronde leverde voor geen van de kandidaten een absolute meerderheid op. Tenslotte werden tijdens de derde ronde de resterende 11 posten over de overige 12 kandidaten verdeeld, bij gewone meerderheid van stemmen. De Belgische Isabelle DURANT (GREENS/EFA, BE) is één van de 14 ondervoorzitters van het Europees Parlement.

De 14 ondervoorzitters zijn (de rangorde wordt bepaald door het aantal stemmen (tussen haakjes) dat iedere ondervoorzitter behaald heeft):

PITTELLA Giovanni (S&D, IT) (360) - na de eerste ronde verkozen

KRATSA-TSAGAROPOULOU Rodi (EPP, EL) (355) - na de eerste ronde verkozen

LAMBRINIDIS Stavros (S&D, EL) (348) - na de eerste ronde verkozen

MARTÍNEZ MARTÍNEZ Miguel Ángel (S&D, ES) (327) - na de derde ronde verkozen

VIDAL-QUADRAS Alejo (EPP, ES) (308) - na de derde ronde verkozen

ROTH-BEHRENDT Dagmar (S&D, DE) (287) - na de derde ronde verkozen

ROUCEK Libor (S&D, CZ) (278) - na de derde ronde verkozen

DURANT Isabelle (GREENS/EFA, BE) (276) - na de derde ronde verkozen

ANGELILLI Roberta (EPP, IT) (274) - na de derde ronde verkozen

WALLIS Diana (ALDE, UK) (272) - na de derde ronde verkozen

SCHMITT Pál (EPP, HU) (257) - na de derde ronde verkozen

McMILLAN-SCOTT Edward (ECR, UK) (244) - na de derde ronde verkozen

WIELAND Rainer (EPP, DE) (237) - na de derde ronde verkozen

KOCH-MEHRIN Silvana (ALDE, DE) (186) - na de derde ronde verkozen

Er waren 15 kandidaten voor 14 posten. Michal Tomasz KAMINSKI (ECR, PL) behaalde 174 stemmen; onvoldoende om verkozen te worden.

Ondervoorzitters kunnen de Voorzitter vervangen bij de vervulling van zijn of haar taken, zoals het voorzitten van de plenaire vergadering (artikel 21). Ze maken ook deel uit van het Bureau, het orgaan verantwoordelijk voor alle financiële, organisatorische en administratieve aangelegenheden van het Parlement. Elke ondervoorzitter heeft een eigen portefeuille, zoals communicatiebeleid of verantwoordelijkheid voor de betrekkingen met de nationale parlementen.