Europa huiverig voor gekloond vlees

Met dank overgenomen van /RNW (RNW), gepubliceerd op vrijdag 25 juli 2008.
Auteur: Philip Smet

Voorlopig zullen Europese boeren geen gekloonde koeien of varkens produceren. Veel gekloonde dieren sterven jong. Bovendien moet er meer onderzoek worden gedaan naar de techniek van het klonen. Dat is de conclusie van een studie in opdracht van de Europese Commissie. Het eten van 'kloonvlees' is volgens de studie wel veilig voor de consument.

Het schaap Dolly was in 1997 voorpaginanieuws. Dolly had geen gewone vader of moeder, maar ze was gekloond. Ze was dus gegroeid uit de cel van een ander schaap. Inmiddels kunnen de wetenschappers nog veel meer en staat de voedselindustrie te trappelen om de techniek te mogen toepassen.

De Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) heeft onderzoek gedaan naar het klonen van dieren om de Europese Commissie te kunnen adviseren. Die stemt haar beleid op dit advies af.

Acceptabel

"Klonen heeft een groot effect op de gezondheid en het welzijn van dieren", zegt één van de opstellers van het EFSA-rapport, professor Vittorio Silano. "Veel meer dieren zijn ziek of sterven. Ongeveer vier op de tien dieren overlijden voor ze een half jaar oud zijn. De beleidsmakers moeten beslissen of dit acceptabel is."

EFSA houdt veel slagen om de arm omdat er nog niet genoeg betrouwbare cijfers voorhanden zijn. Alleen als het gaat om varkens en rundvee durven de wetenschappers te zeggen dat vlees en melk van deze dieren veilig te consumeren is. Een Amerikaans onderzoek kwam tot dezelfde conclusie. Silano wil wel dat er goede controle komt omdat er zoveel gekloonde dieren jong sterven.

Vraagtekens

Er zijn nog altijd veel vraagtekens bij de wenselijkheid van het klonen. Los van de moreel-religieuze aspecten zijn er twijfels of gekloonde dieren uiteindelijk gezond blijven. Misschien zijn er zelfs verborgen kwalen of ziekten?

Silano wil wel graag een misverstand uit de weg ruimen. "De genen in de cellen van de gekloonde dieren zijn exact hetzelfde als van de originele dieren. Dat is dus een andere techniek dan bij genetische manipulatie. Heel belangrijk is wel dat de zieke dieren uit het proces worden gehaald. De gezondheid van de klonen is bepalend voor het succes van de methode."

Overigens is het niet de bedoeling dat gekloonde dieren zelf - of hun melk - worden geconsumeerd. Daarvoor is het proces van het klonen te ingewikkeld en te duur. Wel zullen de gezonde kloondieren kunnen worden gebruikt voor verder fokken op de traditionele manier.

Huiverig

De voordelen - minder ziekten, meer vlees en melk per dier - wegen voorlopig nog niet op tegen de nadelen. Ook de Nederlandse politiek en het bedrijfsleven zijn huiverig. Minister Verburg van Landbouw wil eerst een uitgebreide ethische discussie. De Nederlandse vleesindustrie volgt de zaak op afstand, al zijn er vleeswarenfabrikanten die meebetalen aan verder onderzoek.

De Nederlandse boeren - verenigd in LTO Nederland - hebben dit voorjaar nog een discussie gevoerd over het klonen. "Wij zien het klonen niet zitten omdat de consument het niet wil", zegt LTO-beleidsmedewerker Klaas-Johan Osinga. "Bovendien helpt klonen ons niet om verder te komen met de genetische kwaliteit van onze veestapel. En dan is het ook nog te duur." Veel andere boerenorganisaties in Europa delen die mening.

Vleesfabriek

In de nabije toekomst zal de Europese consument dus geen melk of vlees van gekloonde dieren voorgeschoteld krijgen. Hoogstens van buiten de Europese Unie, mocht daar blijken dat het commercieel wel levensvatbaar is. Maar dan zal er voor de consument in ieder geval een duidelijk etiket moeten komen.

Er zijn ook wetenschappers die voorspellen dat er vleesfabrieken komen waar geen dier meer aan te pas komt. Het vlees groeit dan gewoon in een potje of iets dergelijks. Dan worden er geen dieren meer geslacht en zijn er ook geen problemen met vervuiling door meststoffen. Het is alleen de vraag of de consument zijn ethische en praktische bezwaren daarvoor opzij zet.


Met dank overgenomen van /RNW (RNW).
banner Station Europa