Zomernieuws in het verleden: Colijn V demissionair (1939); leiderschapsstrijd in de VVD (1986)

In de zomermaanden is het ook in de politiek vaak komkommertijd. Er waren in juli en augustus in het verleden echter ook enkele belangrijke politieke gebeurtenissen. Wat gebeurde er in de vierde week van juli?

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

1939: Kabinet-Colijn V valt

Op 29 juni 1939 was het vierde kabinet-Colijn door een conflict tussen de katholieke ministers en hun collega's gevallen. De katholieken wilden dat de overheid een actiever economisch beleid zou gaan voeren en dat er meer geld zou komen voor werkloosheidsbestrijding.

Een poging van de katholieke oud-Kamervoorzitter Koolen om de crisis op te lossen, mislukte. Minister-president Colijn slaagde er niet in een breed samengesteld kabinet te vormen, omdat katholieken, links-liberalen en sociaaldemocraten weigerden daaraan mee te werken.

 
Kabinet-Colijn V - V.l.n.r.: Damme, Van den Bussche, Bodenhausen, De Visser, Van Lidth de Jeude en Schrieke.
Bron: Beeldbank Nationaal Archief

Colijn vormde toen een kabinet van ARP, CHU en liberalen. Veel ministers kwamen van buiten de politiek. De vorming van het nieuwe minderheidskabinet werd sterk bekritiseerd. Bij de eerste ontmoeting op 25 juli 1939 nam de Tweede Kamer een motie-Deckers aan waarin zij oordeelde dat het huidige beleid niet in het landsbelang was. Na twee dagen, op 27 juli, was het kabinet dus al weer demissionair.

2.

1977: Joop den Uyl wordt formateur

Op 27 juli 1977 werd Joop den Uyl (PvdA) voor de tweede keer tijdens de formatie als formateur aangesteld. Zijn eerste poging om een kabinet te vormen tussen PvdA, D66 en CDA liep van 1 juni tot 15 juli 1977, en liep stuk op de vermogensaanwasdeling (VAD). Het CDA en de PvdA konden het vooral niet eens worden over het beheer van de fondsen die uit de VAD zouden voortkomen. Na de eerste formatiepoging van Den Uyl werd een informateur benoemd, Wil Albeda (CDA), om de formatie weer op de rails te krijgen. Na een korte informatieperiode van 7 dagen werd Den Uyl op 27 juli dus opnieuw aangesteld.

Er zouden in 1977 nog diverse formatiepogingen van Den Uyl komen, tot op 8 december Dries van Agt aangesteld werd als formateur om de impasse te doorbreken. Hij slaagde er na 11 dagen in om een kabinet te vormen tussen CDA en VVD, dat tot 1981 zou regeren. Het tweede kabinet-Den Uyl zou er nooit komen.

Met 208 dagen was de formatie van 1977 de tot dan langdurigste uit de geschiedenis.

3.

1941: aantreding Kabinet-Gerbrandy II

Op 27 juli 1941 wordt na een reconstructie van Kabinet-Gerbrandy I gesproken van Kabinet-Gerbrandy II. De reconstructie vond plaats na het ontslag van minister van Defensie Dijxhoorn naar aanleiding van een conflict tussen hem en de koningin over zijn beleid ten aanzien van met name het Bureau Bijzondere aangelegenheden. De overige ministers stelden daarop hun portefeuilles ter beschikking.

Het kabinet hield zich naast de strijd tegen Duitsland en Japan vooral bezig met het voorbereiden van het naoorlogse bestuur. Zo werden plannen gemaakt voor de berechting van 'foute' Nederlanders, voor de terugkeer van het binnenlands bestuur en voor herstel van de economie. Ook over de verhouding met de overzeese gebiedsdelen werd nagedacht.

De kabinetten-Gerbrandy staan ook bekend als de 'Londense kabinetten', omdat de regering daar in verband met de Duitse bezetting van Nederland verbleef. Gerbrandy was als minister-president een onvermoeibaar strijder voor de Nederlandse zaak. Via radiotoespraken inspireerde hij, net als koningin Wilhelmina, het Nederlandse verzet.

 
Joris Voorhoeve en Ed Nijpels (Bron: Nationaal Archief)
Bron: Nationaal Archief

4.

1986: Joris Voorhoeve volgt Ed Nijpels op

Op 28 juli 1986 werd Ed Nijpels opgevolgd door Joris Voorhoeve als leider van de VVD. Na een uitstekende eerste verkiezing onder het leiderschap van Nijpels in 1982 werd zijn positie als leider aangetast naar aanleiding van diverse twijfels over zijn leiderschap tijdens de daaropvolgende periode. Diverse affaires hadden het aanzien van de partij tijdens het kabinet Lubbers-I (1982-1986) aangetast, onder meer de RSV-enquête. Mede hierdoor behaalde de VVD tijdens de verkiezingen een matig resultaat, een verlies van 9 van de 36 zetels.

Tijdens een fractievergadering na de verkiezingen werd besloten dat Nijpels na de onderhandelingen over een nieuw kabinet vervangen zou worden. Met name bij monde van Frits Bolkestein werd zware kritiek geuit op zijn leiderschap in de voorgaande periode.

Ook zijn opvolger Joris Voorhoeve kreeg te maken met interne problemen na zijn aantreden in 1986. Door onduidelijkheid over het politiek leiderschap van de VVD tijdens het kabinet-Lubbers II, dat Voorhoeve deelde met minister Rudolf de Korte, werd ook zijn positie verzwakt. Hij zou uiteindelijk tot 30 april 1990 aanblijven als politiek leider.

5.

En verder


<- vorige week volgende week ->