Wetgeving Kabinet-Balkenende IV (2007-2010)

  • 2007 
    Wet op het kindgebonden budget. De kinderkorting (waarvan gezinnen met een lage belastingaanslag geen gebruik konden maken) wordt omgezet in een kindgebonden budget naar draagkracht.

  • 2008 
    Gratis ter beschikking stellen van lesmateriaal (schoolboeken, toegangskosten voor digitaal lesmateriaal etc.) aan de leerlingen in het voortgezet onderwijs. Vanaf 1 augustus 2009 krijgen scholen van het rijk de middelen hiervoor. Als overgangsmaatregelen kopen of huren ouders voor het schooljaar 2008-2009 nog zelf de schoolboeken. De ouders krijgen in dat schooljaar daarvoor een financiële tegemoetkoming.

  • 2008 
    Wet tijdelijk huisverbod. Deze wet maakt het mogelijk een huisverbod op te leggen aan iemand die zich schuldig maakt aan dreiging van (ernstig) huiselijk geweld. Tijdens de uithuisplaatsing kan hulp worden geboden, om zo escalatie in het gezin te voorkomen. Als hoofd van de politie is de burgemeester bevoegd de maatregel op te leggen.

  • 2008 
    Wet publieke gezondheid. Deze wet implementeert de (nieuwe) Internationale Gezondheidsregeling (IGR) van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) ter verbetering van de internationale infectieziektebestrijding. Hiermee wordt het mogelijk om sneller in te grijpen bij dreiging en bestrijding van infectieziektecrises, zoals bijvoorbeeld de vogelgriep. De wet vervangt de Wet collectieve preventie volksgezondheid, Infectieziektewet en Quarantainewet.

  • 2008 
    Invoering puntenstelsel rijbewijzen. Bij herhaling binnen vijf jaar van bepaalde bij AMvB aan te wijzen verkeersdelicten (bijvoorbeeld rijden onder invloed), is de rechter verplicht om aan de bestuurder een rijontzegging voor een bepaalde periode op te leggen. Het rijbewijs is definitief en van rechtswege ongeldig indien de rijontzegging een bepaalde duur overstijgt. Er is dan een nieuw rijexamen nodig om een nieuw rijbewijs te verwerven.

  • 2008 
    Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding. Ouders worden bij verplicht een ouderschapsplan op te stellen, waarin afspraken worden gemaakt over de verzorging en opvoeding van de kinderen na scheiding. Hierdoor moeten conflicten worden voorkomen. Beide ouders blijven na scheiding gezamenlijk verantwoordelijk voor de kinderen. De zogenaamde flitsscheiding (scheiding buiten de rechter om) wordt afgeschaft.

  • 2008 
    Nieuwe Mediawet. In de herziene Mediawet wordt beter ingespeeld op het digitale tijdperk. Ook over nieuwe vormen van elektronische media, zoals themakanalen, websites en mobiel aanbod zijn bepalingen opgenomen. Zij behoren tot de hoofdtaak van de publieke omroep. Het aanbod van lokale, regionale en landelijke publieke omroepen via de kabel wordt gewaardborgd. De verplichte percentages zendtijd voor informatie en cultuur op de drie publieke zenders wordt vervangen door prestatieafspraken. Omroeporganisaties moeten programma's maken voor de hele publieke omroep en niet voor hun 'thuisnet'.

  • 2009 
    Postwet 2009. Deze wet zorgt voor een volledige liberalisering van de postmarkt onder garantie van de universele postdienstverlening. Een bepaald basispakket aan postdiensten moet beschikbaar en toegankelijk blijven voor de consument tegen uniforme en betaalbare tarieven. De liberalisering, die uitwerking geeft aan een Europese richtlijn, moet tot lagere prijzen en betere kwaliteit van postdiensten leiden.

  • 2009 
    De Dienstenwet implementeert de Europese dienstenrichtlijn voor diensten op de interne markt. Belemmeringen voor vrije vestiging van dienstverrichters in de Europese Unie worden daarmee weggenomen.

  • 2010 
    Wet verwijsindex risicojongeren. Hiermee wordt een landelijke verwijsindex ingevoerd waarin jeugdigen kunnen worden gemeld die bepaalde risico's lopen. Zij kunnen dan zonodig hulp, zorg of bijsturing krijgen. In de verwijsindex worden de meldingen van hulpverleners over risicojongeren tot 23 jaar geregistreerd.

  • 2010 
    Het recht op kinderbijslag voor 16- en 17-jongeren wordt afhankelijk gemaakt aan het volgen van een volledig onderwijsprogramma dat is gericht op het behalen van een startkwalificatie. Hiermee moet de schooluitval voor deze groep worden bestreden.

  • 2010 
    Crisis- en herstelwet. Dit is een wet met betrekking tot versnelde ontwikkeling en verwezenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten om daarmee het economisch herstel te stimuleren. Voor (vooralsnog) 58 projecten op het gebied van duurzame energie, infrastructuur, stedelijke ontwikkeling en kustverdediging worden tot 1 januari 2014 beroepsprocedures en milieueffectrapportages verkort.

  • 2010 
    Wet Herstructurering van de Raad van State. De Raad van State bestaat voortaan uit leden, staatsraden en staatsraden in buitengewone dienst. De zogenoemde volle raad van de Raad van State bestaat uit ten hoogste tien leden, naast de vicepresident en de leden van het koninklijk huis aan wie zitting is verleend in de Raad van State. Naast de afdeling bestuursrechtspraak komt er een nieuwe afdeling advisering. De leden van de volle raad zijn lid van beide afdelingen. Die twee afdelingen bestaan verder uit staatsraden en staatsraden in buitengewone dienst. Benoeming in beide afdelingen is mogelijk, maar regel is dat iemand in één van de twee afdelingen wordt benoemd.

  • 2010 
    Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap, waardoor de regels voor meervoudige nationaliteit worden aangescherpt. Iemand die het Nederlanderschap verkrijgt, moet in principe afstand doen van de oorspronkelijke nationaliteit. Deze verplichting geldt ook voor bepaalde migranten van de tweede generatie. Het wordt mogelijk om de nationaliteit te ontnemen bij veroordeling voor een misdrijf dat tegen de staat of zijn instituties is gericht.

  • 2010 
    Wet ter bestrijding van voetbalvandalisme, ernstige overlast of ernstig belastend gedrag jegens personen of goederen (' Voetbalwet '). De burgemeester en de officier van justitie kan bij herhaalde overtredingen door personen of groepen personen een stadion- of gebiedsverbod en een meldingsplicht opleggen.

  • 2010 
    Wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk tot opheffing van de Nederlandse Antillen en tot verandering van de staatkundige positie van de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen binnen het Koninkrijk. Curaçao en Sint Maarten worden landen binnen het Koninkrijk. De eilandgebieden Bonaire, Sint Eustatius en Saba worden openbare lichamen ('gemeenten') binnen het Nederlandse staatsbestel.