Wetgeving Kabinet-Cort van der Linden (1913-1918)

  • 1914 
    Treub brengt de Wet op de Inkomstenbelasting tot stand, die de vermogensbelasting en bedrijfsbelasting samenvoegt. De inkomstenbelasting krijgt een enigszins progessief tarief.

  • 1916 
    Wet inzake instelling van een Volksraad voor Nederlands-Indië. Dit is een, niet-ambtelijk, adviserend lichaam voor de Gouverneur-Generaal. De raad bestaat uit 39 leden, waarvan er 19 worden gekozen door lokale raden. De overige leden worden benoemd door de Gouverneur-Generaal. Ten minste een vierde van de leden moet inlander zijn. De Volksraad vergadert in het openbaar. Advisering door de Volksraad is verplicht ten aanzien van de militaire verplichtingen, de begroting, de bestemming van het voordeling saldo, de dekking van een eventueel tekort en het aangaan van geldleningen. De Volksraad vat in 1918 haar werkzaamheden aan.

  • 1917 
    Grondwetsherziening. Het algemeen mannenkiesrecht wordt ingevoerd en invoering van vrouwenkiesrecht kan bij gewone wet geschieden. Vrouwen krijgen al wel het recht zich verkiesbaar te stellen voor vertegenwoordigende lichamen. De vereisten voor het lidmaatschap van beide Kamers gelijkgetrokken: iedereen kan Eerste-Kamerlid worden. Het districtenstelsel wordt vervangen door het stelsel van evenredige vertegenwoordiging.

  • 1917 
    Onderwijs-pacificatie. De Grondwet bepaalt dat de overheid moet zorgen dat in alle gemeente voldoende algemeen vormend lager onderwijs worden gegeven, maar dat daarvan kan worden afgeweken als er bijzondere scholen zijn. Zowel openbaar als bijzonder onderwijs worden volgens dezelfde maatstaf gesubsidieerd door het rijk. Het bijzonder onderwijs is vrij in de keuze der leermiddelen en de aanstelling van onderwijzers.

  • 1918 
    Lely brengt in 1918 de Zuiderzeewet (Stb. 354, 14 juni 1918) tot stand, die bepaalt dat de Zuiderzee zal worden afgesloten en vervolgens gedeeltelijk ingepolderd. Een voorstel daartoe was door hem al in mei 1901 ingediend.

  • 1918 
    Archiefwet, waardoor er voor het eerst regels komen ten aanzien van de overheidsarchieven. De wet legt de verdeling over verschillende archiefbewaarplaatsen vast, regelt de openbaarheid en verplicht tot deskundig beheer. De wet heeft vooral betrekking op archieven van vóór 1813.

  • 1918 
    Wet houdende nadere voorzieningen in de tegenwoordige buitengewone omstandigheden betreffende het toezicht op hier te lande vertoevende vreemdelingen. Met dat toezicht wordt de Koninklijke Marechaussee belast. De wet voert een systeem van verblijfsvergunningen in.