Wetgeving Kabinet-Drees IV (1956-1958)

  • 1957 
    Totstandkoming van de Verdragen van Rome tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap en Euratoom (25 maart 1957). Dit verdrag treedt op 1 januari 1958 in werking.

  • 1957 
    Destructiewet, die regels bevat over verwerking van dierlijk materiaal dat schadelijk kan zijn voor de volksgezondheid tot nuttige producten (zoals meel en vet).

  • 1957 
    Politiewet. De politie wordt verdeeld in gemeentepolitie (voor gemeenten van boven de 25.000 inwoners en aangewezen gemeenten) en rijkspolitie. Verder komen er regels over de rechtspositie, tucht en benoemingsvereisten van politie-ambtenaren, en over de taken en bevoegdheden van de politie.

  • 1957 
    Landbouwwet. Deze vervangt de verouderde Landbouw-Crisiswet 1933. De wet geeft de minister van Landbouw en Visserij bevoegdheden om de voortbrenging, afzet en redelijke prijsvorming voor landbouw- en visserij producten te bevorderen. Bij de uitvoering is een grote rol weggelegd voor produktschappen en bedrijfsschappen.

  • 1957 
    De bepaling dat een huwende ambtenares of onderwijzeres wordt ontslagen, wordt ingetrokken.

  • 1958 
    Het zesjarige lager onderwijs wordt regel.

  • 1958 
    Nieuwe Pachtwet. Deze wet bepaalt dat een pachtovereenkomst ter goedkeuring moet worden overlegd aan de Grondkamer, die onderzoekt of de prijs in redelijke verhouding staat tot de bedrijfsuitkomsten. De duur van de pacht is twaalf jaar bij een hoeve en zes jaar bij land. Verlenging met zes jaar is mogelijk. Bij verzet van de pachter wordt het verzoek beoordeeld door de pachtkamer.

  • 1958 
    De Deltawet (Stb 246, 1958) waarin werd vastgelegd dat de zeearmen tussen de Westerschelde en de Rotterdamse Waterweg zouden worden afgesloten en dat de zeeweringen zouden worden versterkt. De wet is een gevolg van de Watersnoodramp van 1953. Met de uitvoering van de werken was reeds een begin gemaakt.

  • 1958 
    Nieuwe Wet op de Geneesmiddelenvoorziening, die regels bevat over de bereiding en aflevering van geneesmiddelen door apothekers en apotheekhoudende geneeskundigen en door farmaceutische bedrijven.