Wetgeving Kabinet-Biesheuvel I en II (1971-1973)

  • 1972 
    Verhoging inschrijvings- en collegegeld voor studenten (duizendguldenwet-De Brauw)

  • 1972 
    Herziening van de Wet op de rechtelijke organisatie. Er komt evenwicht in de salariëring bij de zittende en staande magistratuur en in een aantal gevallen komen er salarisschalen in plaats van vaste salarissen. De leeftijdsvereisten vervallen. De functie van gerechtsauditeur wordt ingevoerd, als aanvangsfunctie voor de zittende magistratuur. De functie van substituut-officier van justitie wordt aanvangsfunctie voor de staande magistratuur. Voor verkeersdelicten komt er een verkeersschout, die dezelfde taak en positie heeft als de officier van justitie, maar dan op een beperkt terrein.

  • 1972 
    Herziening van het auteursrecht. Daartoe wordt de Auteurswet gemoderniseerd en in overeenstemming gebracht met een herziening van de Berner Conventie. Vertalingen, verfilmingen, muziekschikkingen en andere bewerkingen worden op dezelfde wijze als zelfstandige werken beschermd. Het auteursrecht in relatie tot radio- en televisie-uitzendingen wordt eveneens geregeld. Het overnemen van een artikel in een dag-, nieuws- of weekbladen is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. Kopieëren voor studiedoeleinden wordt niet als inbreuk op het auteursrecht beschouwd.

  • 1972 
    Herziening van de onteigeningsprocedure, waardoor de administratieve en gerechtelijke procedures voor onteigening worden versneld. Bij onteigeningen die in het belang van de ruimtelijke ontwikkeling en de volkshuisvesting uit hoofde van een besluit van de gemeenteraad plaatsvinden, worden de termijnen voor goedkeuring verkort. Verder wordt de mogelijkheid geopend om bij onteigening in het kader van een bestemmingsplan, bouwplan, alsmede bij krotopruiming af te zien van een wettelijke nutsverklaring. Het deskundigenonderzoek bij de gerechtelijke procedure kan al plaatsvinden voordat tot onteigening is gedagvaard.

  • 1972 
    Wijziging van de structuur van de inkomstenbelasting leidt onder andere tot de fiscale verzelfstandiging van het inkomen uit arbeid van de gehuwde vrouw, tot verhoging van de belastingvrije voet en tot een tegemoetkoming aan onvolledige gezinnen. Er komen negen tariefschijven.

  • 1972 
    School- en Cursusgeldwet. Deze bepaalt dat het lager onderwijs vrij blijft van schoolgeldheffing, dat de schoolgeldplicht ingaat bij de aanvang van het voortgezet onderwijs en dat deze plicht geldt voor de gehele periode waarin dat onderwijs wordt genoten. Cursusgeld wordt geheven bij onderwijs aan avondscholen, dag-avondscholen en cursussen. De inning van schoolgeld wordt opgedragen aan de belastingdienst.

  • 1972 
    Unificatie van accijnzen met België.

  • 1973 
    Bloedproef op alcoholgebruik in het verkeer wordt mogelijk en de strafmaat voor rijden onder invloed wordt verhoogd