Wetgeving Kabinet-Lubbers II (1986-1989)

  • 1986 
    Wijziging van de Algemene Bijstandswet inzake de gelijke behandeling van mannen en vrouwen en van niet-gehuwden en gehuwden; het woningdelersbeginsel leidt ertoe dat ongehuwd samenwonende partners slechts één bijstandsuitkering krijgen.

  • 1986 
    Stelselherziening sociale zekerheid. Een nieuwe Werkloosheidswet biedt het recht op een uitkering van 70% van het netto minumiumloon aan personen die in de laatste 39 weken voor hun werkloosheid in ten minste 26 weken gewerkt hebben. Voor het recht op uitkering moet in de laatste vijf kalenderjaren vóór werkloosheid, in ten minste vier jaren over ten minste 52 dagen loon zijn ontvangen. Uitkeringsgerechtigden moeten voorkomen dat ze werkloos worden en mogen geen ontslag nemen zonder goede reden. Overtreding van deze regels leidt tot verlies van het recht op de WW-uitkering. Er is een sollicitatieplicht en een plicht tot het aanvaarden van passende arbeid. De uitkering houdt geen rekening met het inkomen van de partner en met het vermogen van de aanvrager. Na afloop van de uitkering kan een beroep worden gedaan op een IOAW- of Bijstandsuitkering. De IOAW is een uitkeringsregeling voor oudere (d.w.z. van 57 jaar en ouder) en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen. De verdiscontering van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid uit de WAO en AAW verdwijnt. Indien men minder verdiende dan het minimumloon voordat men werkloos werd, zal de WW-uitkering lager zijn dan 70% van het netto minimumloon. Een Toeslagenwet voorziet dan in aanvulling op de uitkering tot het relevante sociaal-minimum. Op deze wijze wordt in de regel voorkomen dat ondersteuning op grond van de Algemene Bijstandswet (ABW) noodzakelijk wordt. Niet-verdiendende partners krijgen een arbeidsplicht.

  • 1986 
    Wet op de Onderwijsverzorging, die schoolbegeleidingsdiensten, landelijke pedagogische centra, het Centraal Instituut Toetsontwikkeling (CITO) en de Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) een uniforme wettelijke basis geeft.

  • 1986 
    Partiële Grondwetsherziening. Het inlichtingenrecht wordt een individueel recht van Kamerleden.

  • 1987 
    Welzijnswet, die regels bevat ten aanzien van de beleidsvorming en uitvoering en bekostiging van voorzieningen op het gebied van het maatschappelijke en sociaal-culturele welzijn; het welzijnswerk wordt door de wet gedecentraliseerd. De Kaderwet specifiek welzijn uit 1982 wordt ingetrokken.

  • 1987 
    Invoering van de mogelijkheid van ademanalyse van verkeersdeelnemers om alcoholgebruik tegen te gaan

  • 1987 
    Mediawet. Deze bevat regels over de verzorging van radio- en tv-programma's, de omroepbijdrage en de steunverlening aan persorganen. Het facilitair bedrijf van de omroep wordt verzelfstandigd, er komt een regeling voor lokale en regionale omroepen, en er komt een Commissariaat voor de Media dat een aantal bevoegdheden van de rijksoverheid overneemt. Er blijft sprake van een duaal bestel, dat deels door de overheid en deels door reclamegelden wordt gefinancieerd. Buitenlandse commerciële omroepen krijgen toegang tot de Nederlandse kabel mits ze zich aan de Nederlandse omroepreclameregels houden.

  • 1987 
    De leeftijd voor meerderjarigheid verlaagd van 21 naar 18 jaar.

  • 1987 
    De Wet Personenvervoer bevat regels over de financiering en bestuurlijke verantwoordelijkheden voor openbaar vervoer, busvervoer en taxivervoer. De wet beoogt betere afstemming tussen lokaal en interlokaal vervoer, grotere vrijheid voor het bedrijfsleven, handhaving van duurzame voorzieningen bij het openbaar personenvervoer en het geven van grotere verantwoordelijkheid aan lokale overheden.

  • 1988 
    Harmonisatiewet collegegelden en inschrijvingsduur, waardoor de maximale inschrijvingsduur voor het w.o. en h.b.o. zes jaar werd en ook in het h.b.o. collegegeld werd ingevoerd.

  • 1988 
    Belastingherziening op basis van de voorstellen van de Commissie-Oort. Hierdoor worden de tariefstructuur en regeling voor aftrekposten in de loon- en inkomstenbelasting vereenvoudigd en wordt een gemeenschappelijke heffingsgrondslag voor belastingen en premie volksverzekeringen ingevoerd. De herziening leidt tot lastenverlichting.

  • 1988 
    Wet op de Telecommunicatievoorzieningen. Deze herziet de Telegraaf- en Telefoonwet 1904 vanwege de (aanstaande) verzelfstandiging van het Staatsbedrijf der P.T.T. De wet regelt de verlening van een exclusieve concessie voor de aanleg, instandhouding en exploitatie van telecommunicatie-infrastructuur bij een door de wet aan te wijzen rechtspersoon. Deze moet zorgdragen voor voldoende capaciteit en kwaliteit. De concessiehouder moet een aantal diensten m.b.t. het directe transport (telefoon- en datatransport) verzorgen. Tegen vergoeding moet het gebruik van de vaste verbindingen aan een ieder ter beschikking worden gesteld.

  • 1988 
    Privatisering van de P.T.T., in verband waarmee een nieuwe Postwet, de Machtigingswet P.T.T. en de Personeelswet P.T.T. tot stand komen. De Machtigingswet PTT verleent de geprivatiseerde PTT de exclusieve concessie tot aanleg, onderhoud en exploitatie van de telecommunicatie-infrastructuur.

  • 1988 
    Nadat in 1987 al enkele WIR-toeslagen zijn afgeschaft worden de WIR-premie op nihil gesteld.

  • 1988 
    Tabakswet, die het roken in openbare gebouwen beperkt, vooral ter bescherming van de niet-roker.

  • 1988 
    Tijdelijk Mobiliteitsfonds waaruit plannen ter verbetering van de bereikbaarheid van centra in de Randstad moeten worden gefinancieerd. Het fonds wordt gevoed door een tijdelijke opslag op de motorrijtuigenbelasting.

  • 1989 
    Ernstige vormen van milieuverontreiniging worden tot delict verklaard, waardoor de verjaringstermijn ervan op 15 jaar komt en strengere bestraffing mogelijk wordt.

  • 1989 
    Wet op de Waterhuishouding. Deze bepaalt dat ten minste eenmaal in de tien jaren een beleidsnota voor de waterhuishouding moet worden vastgesteld, waarin de beginselen en doeleinden van het beleid staan. Daarnaast moet er een Rijksplan komen waarin onder meer de functies van de oppervlaktewateren worden aangeduid en de wijze waarop het beheer hiervan wordt uitgevoerd. Ook de provincies moeten plannen en beheersplannen vaststellen. In een zgn. Waterakkoord regelen de waterbeheerders hun onderlinge verhouding ten aanzien van het te voeren kwantiteitsbeheer, waarbij zij rekening moeten houden met de Rijks en provinciale plannen.

  • 1989 
    Wet tot aanvulling van het Wetboek van Strafrecht met de straf van onbetaalde arbeid (taakstraffen) tot stand. Een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van minder dan zes maanden, dan wel een vrijheidsstraf van waarvan het onvoorwaardelijke deel minder is dan zes maanden, kan door de rechter worden omgezet in een verplichting tot het verrichten van onbetaalde arbeid ten algemene nutte (taakstraf). Een voorwaardelijke vrijheidsstraf van minder dan zes maanden kan eveneens worden omgezet in een taakstraf. Er worden regels gesteld over het aantal als straf te verrichten uren en aan de aard van de werkzaamheden. Bij niet naar behoren uitvoeren van de taakstraf kan deze op vordering van het OM alsnog in een geheel of gedeeltelijke vrijheidsstraf worden omgezet.