Overbrenging van afvalstoffen

dinsdag 25 oktober 2005

Milieu - 25-10-2005 - 12:10

In tweede lezing neemt het Parlement een pakket compromisamendementen aan op de ontwerpverordening inzake de overbrenging van afvalstoffen. Doordat er een akkoord is bereikt met de Raad, kan de wetgevingsprocedure in tweede lezing worden afgerond. De GROENEN/EVA, GUE/NGL en UEN-fracties stemmen tegen de compromisamendementen. De nieuwe verordening treedt in werking twaalf maanden na de publicatie ervan in het Publicatieblad, dat wil zeggen waarschijnlijk begin 2007.

Ook schepen zijn afval, wanneer zij aan het einde van hun levensduur zijn en ontmanteld moeten worden. Berucht zijn de werven in India waar arbeiders zonder enige bescherming tegen gevaarlijke stoffen schepen van over heel de wereld ontmantelen. Tot vreugde van rapporteur Hans BLOKLAND (IND/DEM, NL) wordt in de verordening de overweging opgenomen dat gezorgd moet worden voor een veilige en milieuvriendelijke sloop van schepen, teneinde de menselijke gezondheid en het milieu te beschermen. Het EP wijst op het belang dat voortdurend wordt gewerkt aan onderlinge samenwerking tussen de Internationale Maritieme Organisatie en het Verdrag van Basel, teneinde op mondiaal niveau dwingende voorschriften vast te stellen om te zorgen voor een doeltreffende en daadwerkelijke oplossing van het probleem van het recycleren van schepen. Bovendien heeft de Raad aan het EP toegezegd dat de lidstaten op korte termijn hun ontmantelingscapaciteit zullen uitbreiden.

Het EP scherpt de regels voor inspecties aan. Volgens het Parlement is naar schatting eenvijfde van alle afvaltransporten illegaal, zodat betere inspecties noodzakelijk zijn. Het Parlement bepaalt dat de lidstaten onderling in bilateraal of multilateraal verband samenwerken ten behoeve van de opsporing en preventie van illegale overbrengingen.

Het EP wijzigt het gemeenschappelijk standpunt ook zodanig, dat de export van huishoudelijk afval ontmoedigd wordt. Het Parlement bepaalt dat het ontvangende land bezwaar kan maken wanneer het afval dat het importeert gemengd stedelijk afval uit particuliere huishoudens betreft. Het uitgangspunt van de verordening moet namelijk blijven, dat de vervuiler zo veel mogelijk zijn eigen afval opruimt.

Verder overweegt het EP dat van de lidstaten moet worden geëist dat zij ervoor zorgen dat niet-vertrouwelijke informatie betreffende kennisgevingen van overbrengingen via passende instrumenten, zoals het internet, openbaar wordt gemaakt. Het EP bepaalt dat de bevoegde autoriteiten van bestemming de voorwaarde kunnen stellen dat de ontvangende inrichting regelmatig input-outputgegevens en/of balansen over de in de mededeling genoemde afvalstoffen en de specifieke nuttige toepassing of verwijdering voorlegt.

Vijftien procent van alle transport in de EU betreft afvaltransporten. Een goede regeling voor afvaltransporten is daarom noodzakelijk. De bestaande verordening uit 1993 moet worden vervangen omdat deze niet langer voldoet. De nieuwe verordening is in lijn met de normen van de OESO uit 2001 en de herziene Conventie van Basel uit 1998. Het uitgangspunt van de huidige ontwerpverordening is, dat afval niet vervoerd moet worden naar plaatsen honderden kilometers van waar het geproduceerd werd, enkel omdat het daar iets goedkoper verwerkt kan worden. Het Parlement is dan ook tevreden dat de Raad in zijn gemeenschappelijk standpunt het amendement van het EP in eerste lezing heeft overgenomen, dat niet de artikelen 175, lid 1 EG (milieubeleid) en 133 EG (handelsbeleid) gezamenlijk de rechtsgrond van de verordening zijn, maar enkel artikel 175, lid 1. De Europese Commissie wil echter vasthouden aan beide rechtsgrondslagen. Dit betekent, dat de Raad alleen met unanimiteit kan besluiten slechts één rechtsgrondslag te gebruiken. De rapporteur heeft er echter vertrouwen in dat de Raad unanimiteit kan bereiken en wijst erop, dat het Hof van Justitie doorgaans voorrang verleent aan het milieu als rechtsgrondslag, in die gevallen waarin er twee concurrerende rechtsgrondslagen zijn.

Procedure: Medebeslissing, tweede lezing / Debat: 24 oktober 2005 / Stemming: 25 oktober 2005 / Gemeenschappelijk standpunt aangenomen

25/10/2005

Rapporteur : Johannes Blokland (IND/DEM, NL)

 

REF.: 20051019IPR01652