EP stemt in met richtlijn voor openbaarheid van EU-documenten (rapporteur: o.m. Maij)

donderdag 3 mei 2001, Michael CASHMAN

Michael CASHMAN (PES, UK)

Voorstel voor een verordening inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie

 

Doc.: A5-0318/2000

Procedure : Medebeslissing, eerste lezing

Debat : 2 mei 2001

Stemming : 3 mei 2001

Verslag aangenomen (400/85/12)

Het Europees Parlement heeft met een zeer ruime meerderheid ingestemd met het compromis over de openbaarheid van EU-documenten dat is uitgewerkt door de rapporteurs Michael CASHMAN (PES, UK) en Hanja MAIJ-WEGGEN (EVP/ED, NL), commissievoorzitter Graham WATSON (ELD, UK) en de Zweedse EU-ambassadeur Gunnar LUND.

De Europese Commissie en de EU-ambassadeurs van de lidstaten hebben eveneens hun fiat gegeven. Volgens het Verdrag van Amsterdam moest op 1 mei van dit jaar een verordening over de openbaarheid van documenten zijn vastgesteld. Het zag er lang naar uit dat een akkoord buiten bereik zou blijven, zodat men de paar dagen waarmee de termijn wordt overschreden, graag voor lief nam.

Het compromis betekent dat alle burgers en rechtspersonen in de EU inzage krijgen in alle EU-documenten, met uitzondering van enkele duidelijk omschreven gevallen. Hoewel de verordening eigenlijk alleen geldt voor documenten van het Europees Parlement, de Commissie en de Raad, zullen andere organen en instanties van de EU dezelfde openbaarheid moeten gaan betrachten.

Inzage in documenten zal geweigerd worden als daarmee afbreuk wordt gedaan aan het openbaar belang ten aanzien van de openbare veiligheid, defensie en militaire aangelegenheden, internationale betrekkingen en financieel, monetair en economisch beleid. Ook als inzage de privacy zou schenden, wordt inzage geweigerd.

Documenten waarbij openbaarheid schadelijk zou zijn voor commerciële belangen van personen of bedrijven en documenten over juridische procedures, inspecties, onderzoeken en financiële audits zullen evenmin openbaar worden gemaakt, tenzij het openbaar belang dat vereist. Ook interne documenten waarvan openbaarmaking de besluitvorming van een EU-instelling ernstig zou ondermijnen, blijven vertrouwelijk, tenzij het openbaar belang dat vereist.

Om de burger in staat te stellen documenten op te vragen, zullen de EU-instellingen een register van de in hun bezit zijnde documenten moeten aanleggen. Maar documenten die als geheim of vertrouwelijk worden aangemerkt om de vitale belangen van de EU of van een van de lidstaten te beschermen, zullen alleen in het register worden opgenomen of worden vrijgegeven met toestemming van degeen die het document heeft opgesteld. Die documenten moeten dan wel betrekking hebben op de eerdergenoemde uitzonderingsgronden: openbare veiligheid, defensie en militaire aangelegenheden, internationale betrekkingen en financieel, monetair of economisch beleid. Het Parlement zal over deze documenten echter wel worden geïnformeerd.

Bovendien zal elke instelling jaarlijks een rapport op moeten stellen over het aantal gevallen waarin de instelling inzage heeft geweigerd alsmede de redenen daarvoor en over het aantal vertrouwelijke of geheime documenten die niet in het register zijn opgenomen.

Lidstaten die een verzoek krijgen om inzage in een document dat afkomstig is van een van de Europese instellingen, moeten de instelling in kwestie raadplegen en een besluit nemen dat niet indruist tegen de doelstellingen van de verordening over openbaarheid. In een van de overwegingen van de verordening staat echter dat deze niet het doel of het effect mag hebben om de bestaande openbaarheidswetten in lidstaten te wijzigen, al zal de "loyale samenwerking" tussen de lidstaten onverlet moeten blijven.

Een verzoek om openbaarmaking van een document moet binnen 15 werkdagen worden afgehandeld. Bij weigering kan de aanvrager een hernieuwd verzoek indienen. Mocht het resultaat opnieuw negatief zijn, dan kan de aanvrager naar het Europese Hof stappen of naar de Europese Ombudsman.

Eind januari 2004 zal de Commissie een evaluatie opstellen over de werking van de verordening en zonodig wijzigingen voorstellen.

Tegen het compromis stemden alleen de Groenen/EVA, EUL/NGL en de EDD. De ELD stemde voor, zij het met bedenkingen.