EP akkoord met rapport-Peijs inzake groei en werkgelegenheid: verbetering van kwaliteit en houdbaarheid

donderdag 4 oktober 2001, Karla PEIJS

Karla PEIJS (EVP/ED, NL)

Mededeling inzake de bijdrage van de openbare financiën aan de groei en de werkgelegenheid: verbetering van kwaliteit en houdbaarheid

 

Doc.: A5-0306/2001

Procedure : Niet-wetgevende raadpleging

Debat : 3 oktober 2001

Stemming : 4 oktober 2001

Verslag aangenomen (388/91/15)

Het EP is bijzonder ingenomen met de mededeling van de Commissie, die voor het eerst de rol van de openbare financiën van de staten en hun bijdrage aan de verwezenlijking van het strategisch doel van meer economische groei en werkgelegenheid erkent. Wel benadrukt het dat er nog tal van andere factoren meespelen en dat de doelstellingen maar door een evenwichtige policy mix kunnen worden bereikt.

Het EP stelt tot zijn voldoening vast dat in de conclusies van Göteborg duidelijk staat dat de voor het beoogde begrotingsevenwicht of -overschot gestelde doeleinden moeten worden afgewogen tegen de becijferde structurele tekorten. Het ligt daarom in de lijn van deze redenering te verlangen dat automatische stabilisatoren hun werk moeten kunnen doen en dat procyclische belastingmaatregelen moeten worden vermeden. Dit mag echter niet verkeerdelijk worden geïnterpreteerd als een vrijbrief om de uitgaven te laten oplopen wanneer de fiscale positie van een lidstaat niet houdbaar is. Het EP dringt er verder bij de lidstaten op aan in hun convergentie- en stabiliteitsprogramma's niet alleen cijfergegevens over hun nominale maar ook over hun structurele tekorten op te nemen, zodat de effecten van conjunctuurschommelingen op inkomsten en uitgaven niet van invloed zijn op de berekening ervan.

Zelfs een tijdelijke versoepeling van de begrotingsdiscipline kan jaren inspanningen tenietdoen, waarschuwt het EP. Bovendien kan de verplichting van de kandidaatlanden om hun overheidsfinanciën voor hun toetreding te saneren erdoor in het gedrang komen.

Het EP moedigt de Europese Commissie aan in haar pogingen om te komen tot een gedragscode die nationale regeringen bij het vormgeven van belastingverlagingen kunnen hanteren. Het onderstreept dat het absoluut noodzakelijk is oneerlijke fiscale concurrentie tegen te gaan. Van groot belang is verder dat bij een verlaging van de belasting op arbeid vooral de onderkant van de arbeidsmarkt centraal staat en dat de prikkel om weer aan het werk te gaan toeneemt. BTW-verhogingen moeten dan weer worden vermeden, omdat ze de inflatie aanwakkeren. Het EP ziet hierin echter geen obstakel voor de coördinatie en ecologisering van de belastingstelsels in Europa.

Het EP is het met de Commissie eens dat het openstellen van openbare aanbestedingen voor Europese concurrentie een gunstiger kosten-batenverhouding te zien kan geven. Verder moedigt het openbare onderzoeksinstituten en universiteiten aan partners in de particuliere sector te zoeken om de aan onderwijs en onderzoek bestede middelen beter te doen renderen.