Rapport-Swiebel inzake naleving grondrechten in de Europese Unie (2001) krijgt zeer nipte meerderheid

woensdag 15 januari 2003, Situatie van de grondrechten in de Europese Unie

Joke SWIEBEL (PES, NL)

Situatie van de grondrechten in de Europese Unie (2001)

Doc.: A5-0451/2002

Procedure : Initiatief

Debat : 13 januari 2003

Stemming : 15 januari 2003

Verslag aangenomen (274/269/14)

Met een zeer smalle marge (274 stemmen voor, 269 tegen en 14 onthoudingen) neemt het Parlement het jaarverslag 2001 van Joke SWIEBEL (PES, NL) aan over de naleving van de grondrechten in de Unie. Het Parlement verwerpt een alternatieve resolutie van de UEN-groep.

In de resolutie constateert het Parlement wangedrag van politiediensten, gebreken in de rechtspraak en discriminatie. Ook zijn er binnen de Unie problemen op het gebied van de sociale rechten. Het rapport schuwt het noemen van de in gebreke zijnde lidstaten niet.

Het Parlement is bezorgd over wangedrag door ambtenaren van politiediensten en gevangenissen. In praktisch alle lidstaten is hiervan sprake. De lidstaten worden dan ook opgeroepen om hier tegen op te treden. Alle gevallen van wangedrag, in het bijzonder sterfgevallen in gevangenissen of op politiebureaus, moeten grondig worden onderzocht en de verantwoordelijken moeten voor het gerecht worden gebracht.

Het Parlement is eveneens bezorgd over de vele geconstateerde schendingen van de Conventies van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). In schending van deze Conventies komt dwangarbeid nog voor in Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, het Verenigd Koninkrijk en België en wel als onderdeel van een gevangenisstraf of als een disciplinaire maatregel in bepaalde economische sectoren.

Grote zorg is er ook op het gebied van discriminatie. Roma worden in veel landen gediscrimineerd, met name het huisvestingsbeleid in Griekenland en Italië is discriminerend te noemen. De lidstaten worden opgeroepen de minderheden op hun grondgebied te erkennen. Er is ook nog veel discriminatie tussen mannen en vrouwen. Frankrijk wordt opgeroepen het verschil in minimumleeftijd waarop mannen en vrouwen kunnen trouwen, te schrappen. Alle lidstaten zouden actie moeten ondernemen tegen verkrachting binnen het huwelijk. Mannen en vrouwen moeten gelijkelijk worden vertegenwoordigd in verkiezingen. Nederland wordt opgeroepen het VN-vrouwenverdrag na te leven en de uitsluiting van vrouwen van het lidmaatschap van politieke partijen effectief tegen te gaan. Daarnaast moeten de lidstaten die partij zijn bij het VN-Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen, alle nodige maatregelen nemen om vrouwenhandel en exploitatie van vrouwen in de prostitutie, te bestrijden.

Er is ook positief nieuws. Het Parlement verwelkomt het besluit van Oostenrijk om artikel 209 van het Wetboek van Strafrecht, dat homoseksualiteit strafbaar stelt, te schrappen. Het Parlement wil niet zover gaan als was voorgesteld door rapporteur Swiebel en roept de lidstaten niet op het huwelijk open te stellen voor paren van hetzelfde geslacht. De reden hiervoor is, dat het Parlement op dit punt geen aanknoping ziet met het Handvest van de Grondrechten, dat sinds het jaarverslag van 2000 de basis voor de beoordeling van de situatie met betrekking tot de grondrechten in de Unie vormt.

Het Parlement uit ook zijn bezorgdheid over de situatie in Italië, waar een groot deel van de media- en publiciteitsmarkt in handen is van één persoon. Het Parlement brengt in herinnering dat deze situatie een schending van het EU-Verdrag kan opleveren.

Met betrekking tot de toepassing van het recht is het Parlement geschrokken van het grote aantal schendingen dat is geconstateerd door het Europese Hof van de Rechten van de Mens op het gebied van toegang tot het gerecht en onpartijdigheid van rechtbanken. Verdachten blijken soms niet binnen een redelijke termijn berecht te worden, hun wordt soms een verdediging onthouden en er wordt niet altijd van uit gegaan dat zij onschuldig zijn totdat het tegendeel is bewezen. Ook zijn er gevallen bekend waarin personen tweemaal voor hetzelfde vergrijp werden berecht. Het EP roept de Raad op om een kaderbesluit aan te nemen over de gemeenschappelijke standaarden voor het procesrecht.

Hoewel het Parlement terrorisme zonder voorbehouden veroordeelt, is het bezorgd over de mensenrechtelijke gevolgen van de strijd tegen het terrorisme. De lidstaten worden daarom opgeroepen om in hun anti-terrorismewetgeving zogenaamde sunset-clausules op te nemen.

Op het gebied van het asielbeleid worden de lidstaten opgeroepen een gezamenlijk beleid te voeren. Personen uit derde landen moeten actief geïntegreerd worden in Europa en mensen zonder identiteitsdocumenten die belangrijke banden met hun gastland hebben ontwikkeld, moeten gemakkelijker een legale status kunnen krijgen. Maatregelen tegen illegale immigratie moeten worden versterkt. Tegelijkertijd moet de mogelijkheid van detentie van asielzoekers tot uitzonderlijke gevallen worden beperkt. Zonder de Conventies van Genève aan te willen tasten moeten de gronden waarop asiel kan worden verleend worden uitgebreid tot vervolging door anderen dan overheidsvertegenwoordigers en tot vervolging gebaseerd op sekse of seksuele geaardheid.

Nederland wordt nog specifiek opgeroepen om het VN-protocol over de inzet van kinderen in gewapende conflicten te ratificeren. België tenslotte wordt gemaand het Europees Handvest voor Spreektalen of talen van minderheden te ondertekenen.