EP stemt in met rapport-Pex inzake bestraffing van illegale lozingen op zee

dinsdag 13 januari 2004, Peter PEX

Peter PEX (EVP/ED, NL)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn inzake verontreiniging vanaf schepen en invoering van sancties, inclusief strafrechtelijke sancties, voor milieumisdrijven

Doc.: A5-0388/2003

Procedure : Medebeslissing, eerste lezing

Debat : 12 januari 2004

Stemming: 13 januari 2004

Verslag aangenomen

Het EP neemt het verslag van Peter PEX (EVP/ED, NL) aan en schrapt de bepaling dat lozingen die het gevolg zijn van de beschadiging van een schip of van de scheepsuitrusting verboden zijn. Volgens het MARPOL-verdrag zijn dergelijke lozingen niet verboden, het zou daarom tot rechtsonzekerheid leiden wanneer deze lozingen onder Europees recht wel verboden worden. Aan de andere kant breidt het Parlement de definitie van het misdrijf uit: niet alleen het illegaal lozen van verontreinigende stoffen in zee is een misdrijf, ook het deelnemen aan dergelijke lozingen evenals het nalaten dergelijke lozingen te voorkomen.

Het EP bepaalt verder, dat niet alleen aan scheepsbemanningen strafrechtelijke sancties kunnen worden opgelegd, maar in voorkomend geval ook aan havenautoriteiten. Dit is relevant wanneer een havenautoriteit een schip in nood de toegang tot een haven of een veilige ankerplaats weigert en dit leidt tot het ontstaan of het verergeren van milieuvervuiling. Verder voegt het EP aan de lijst van mogelijke sancties de inbeslagname van een schip toe.

Het Parlement bepaalt, dat het Europees Agentschap voor de veiligheid van de zeevaart een openbare online-database instelt over illegale lozingen en schepen die zich niet aan de bepalingen van onderhavige richtlijn houden. Het Parlement wil verder dat de Europese Commissie uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van de richtlijn een voorstel over de oprichting van een Europese kustwacht voorlegt. De Europese kustwacht moet bevoegd worden om maatregelen te nemen voor de handhaving van de bepalingen van deze richtlijn als er een gegronde verdenking van een verontreinigingsdelict bestaat.

Tenslotte bepaalt het EP dat de Commissie iedere twee jaar de wenselijkheid dient te bestuderen van de uitbreiding van het toepassingsgebied van de richtlijn. Het Parlement is er namelijk voorstander van om ook de lozing van schadelijke vaste stoffen onder de richtlijn te brengen.