Asiel- en migratiebeleid
De migratie-agenda van de Europese Unie heeft vier doelstellingen: niet-reguliere migratie (bijvoorbeeld via mensensmokkelaars) minder aantrekkelijk maken, levens redden en de buitengrenzen beveiligen, een geharmoniseerd Europees asielbeleid en het aantrekken van mensen met vaardigheden. Asiel en migratie is een beleidsterrein waarop zowel de EU als de individuele lidstaten bevoegdheden hebben. De EU mag bijvoorbeeld de bewaking aan de EU-buitengrenzen versterken, terwijl de individuele lidstaten beslissen over de integratie van migranten in hun land.
Het migratiebeleid kwam in 2015 sterk onder druk te staan nadat oplaaiend geweld in Syrië en Libië tot een grote toestroom aan vluchtelingen leidde. De EU sloot in 2016 een migratiedeal met Turkije waardoor deze stroom werd beperkt, maar nog steeds wagen bootvluchtelingen de oversteek naar de EU. Dit leidt tot overvolle vluchtelingenkampen, onder andere op Griekse eilanden. Vooral de zuidelijke lidstaten pleiten voor een eerlijker herverdeling van vluchtelingen. In 2021 zorgde de machtsomwenteling in Afghanistan eveneens voor grotere toestroom. Polen en andere oostelijke lidstaten vangen een enorm aantal vluchtelingen op als gevolg van de oorlog in Oekraïne.
De Europese Commissie onder leiding van Ursula von der Leyen streeft naar een nieuw samenhangend en duidelijk Europees asiel- en migratiebeleid waarmee de crisissituatie aangepakt moet worden. In september 2020 presenteerde de Commissie een nieuw asiel- en migratiepact met daarin snellere en betere procedures voor het Europees asiel- en migratiesysteem. Begin 2023 werd migratie opnieuw een urgentie kwestie vanwege de groeiende druk op de Europese buitengrenzen. De Raad besloot op de speciale top in februari om het migratiebeleid aan te scherpen, door onder andere de beveiliging aan buitengrenzen te versterken. De belangrijkste uitvoeringsorganisaties zijn het Asielagentschap van de Europese Unie en het Europees Grenswachtagentschap (Frontex).
Inhoudsopgave van deze pagina:
Blauwe kaart
Op 7 oktober 2021 stemde de Europese Raad in met nieuwe voorwaarden voor de Blauwe Kaart. De Europese blauwe kaart is een verblijfsvergunning voor arbeidsmigranten. De regeling is bedoeld voor hoogopgeleide werknemers die naar Europa emigreren omdat ze hier een baan hebben gekregen. Met een blauwe kaart kan een kennismigrant makkelijker door Europa reizen en na een jaar familie laten overkomen. Een blauwe kaart geeft ook het recht om overal in Europa te wonen.
Migratieakkoord juni 2018
Ondanks oplopende spanningen tussen de Europese lidstaten wisten de leiders van de Europese Unie tijdens de Europese Raad van 28 en 29 juni 2018 een akkoord te bereiken. Een belangrijk onderdeel van dat akkoord is het plan om vluchtelingen in migrantencentra buiten de Europese Unie op te vangen, bijvoorbeeld in Noord-Afrikaanse landen. Dit wordt ook wel 'opvang in de regio' genoemd.
EU-Turkije deal 2016
In 2016 maakten de EU en Turkije afspraken over onder meer het terugsturen van illegale migranten naar Turkije. In ruil hiervoor ontvangt Turkije financiële steun.
Harmonisatie van beleid over terugsturen illegale migranten 2008
De EU bereikte in 2008 een akkoord over het terugsturen van illegale migranten. Voordat het akkoord bereikt werd, stuurde het ene land wel illegale migranten terug en het andere niet. Met het akkoord van 2008 werd dat geharmoniseerd.
Richtlijn asielprocedure 2007
Deze richtlijn (COM(2007)638), die in 2013 door het Europees Parlement werd aangenomen, zorgde ervoor dat de asielprocedure efficiënter en eerlijker werd geregeld in alle lidstaten. Er werden onder andere afspraken gemaakt over de voorwaarden voor opvang van asielzoekers en er werden gemeenschappelijke procedures voor behandeling van asielaanvragen in het leven geroepen. Ook werden de basisrechten van asielzoekers vastgelegd.
Gemeenschappelijk Europees Asielbeleid (GEAS)
In 1999 besloten de Europese lidstaten in het Verdrag van Amsterdam om toe te werken naar een gezamenlijk asielbeleid, het Gemeenschappelijk Europees Asielbeleid (GEAS).
Dublin-verordening 1990
In 1990 werd de Dublin-conventie getekend. Hierin legden de lidstaten vast op basis van welke criteria en instrumenten bepaald wordt welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek. Dat is in principe de lidstaat waar de asielzoeker als eerste de EU binnenkomt. De Dublin-conventie werd later vervangen door de Dublin II-verordening (2003) en later door Dublin III (2013).
Bij de besluitvorming op dit beleidsterrein spelen de Europese Commissie, de Raad en het Europees Parlement een rol. De besluitvorming verloopt volgens de gewone wetgevingsprocedure.
Europees orgaan |
Verantwoordelijke |
---|---|
Eurocommissaris voor de Bevordering van onze Europese levenswijze Eurocommissaris voor Binnenlandse Zaken |
|
Parlementaire commissie Burgerlijke vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken |
|
Nederlands lid commissie Europees Parlement |
Lid/leden Plaatsvervanger(s) |
Nederlandse afvaardiging Raad van Ministers |
Eric van der Burg (VVD), staatssecretaris voor asiel en migratie |
Invloed nationale parlementen
Nationale parlementen van de lidstaten kunnen binnen acht weken nadat de Europese Commissie een voorstel heeft bekendgemaakt, laten weten dat de Europese Unie zich niet met het onderwerp zou moeten bezighouden.
Vanuit het Nederlandse parlement zijn bij dit beleidsterrein betrokken:
Nederlands orgaan |
Verantwoordelijke |
---|---|
Tweede Kamer |
|
Eerste Kamer |
Betrokken bij de uitvoering
De Europese Commissie heeft een aantal agentschappen in het leven geroepen om het asielbeleid gestroomlijnder te laten lopen. Hieronder volgt een lijstje met een aantal van deze organisaties en hun functie.
Betrokken instantie EU/internationaal |
Verantwoordelijke |
---|---|
Directoraat-Generaal |
|
Agentschap |
|
Agentschap |
|
Agentschap |
|
Agentschap |
Omtrent de afspraken voor de 'regionale opvangcentra' in Noord-Afrika is ook het plan dat de EU gaat samenwerken met het UNHCR en IOM.