Solana werkt aan oprichting Europese diplomatieke dienst nog voordat EU-grondwet is aangenomen
De buitenlandcoördinator van de Europese Unie, Javier Solana heeft plannen ontwikkeld voor de vorming van een Europese diplomatieke dienst. Solana loopt hiermee vooruit op zijn vermoedelijke benoeming tot minister van Buitenlandse Zaken van de EU, een post die speciaal door de Europese Grondwet is geschapen.
De plannen van Solana, die nu secretaris-generaal is van de Raad van Ministers, lijken een machtsstrijd in te luiden met de Europese Commissie. Solana wil wereldwijd namelijk alle kantoren van de Europese Commissie gaan leiden, die zich moeten ontwikkelen tot "Europese ambassades". Vanuit deze kantoren coördineren de huidige eurocommissarissen echter het buitenlands beleid, de Europese ontwikkelingshulp en de buitenlandse handel. Het inleveren van de kantoren betekent een verlies aan macht.
De voorstellen van Solana zijn vorige week dan ook gestuit op een fel verzet binnen het college van eurocommissarissen, hoewel Commissievoorzitter Barroso al heeft aangegeven achter Solana's plannen te staan. Veel eurocommissarissen vrezen dat ze met Solana het paard van Troje binnenhalen. De toekomstige minister van Buitenlandse zaken krijgt van de Europese Grondwet een eigenaardige dubbelfunctie: hij zal zowel lid zijn van de Europese Commissie als van de Raad van Ministers.
Het Europees Parlement eist inmiddels dat de internationale kantoren onder de Commissie moeten blijven. Ook oud-leden van de Europese Conventie waarschuwen voor de omvang van het "koninkrijkje" dat Solana voor zichzelf bouwt - de militaire staf van de Europese Unie zou ook onder zijn bevoegdheid moeten komen. In juni 2005 wordt een formele beslissing over uitzicht en rol van de Europese diplomatieke dienst genomen.
Bronnen: De Standaard, De Tijd, 5 maart 2005
In de Europese Grondwet: