7. Voorrechten en immuniteiten

DE HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN,

OVERWEGENDE dat de Unie, met inbegrip van de Europese Centrale Bank en de Europese Investeringsbank, krachtens artikel III-434 van de Grondwet, op het grondgebied van de lidstaten de voorrechten en immuniteiten geniet welke nodig zijn ter vervulling van haar taak,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT omtrent de volgende bepalingen, die aan het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie worden gehecht: