Artikel I-36: Gedelegeerde Europese verordeningen

I-35
Artikel I-36
I-37

Inhoudsopgave van deze pagina:


  • 1. 
    In de Europese wetten en kaderwetten kan aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen gedelegeerde Europese verordeningen vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-wezenlijke onderdelen van de wet of kaderwet.

    In de Europese wetten en kaderwetten worden uitdrukkelijk de doelstellingen, de inhoud, de strekking en de duur van de bevoegdheidsdelegatie afgebakend. Wezenlijke onderdelen van een gebied worden uitsluitend bij Europese wet of kaderwet geregeld en kunnen derhalve niet het voorwerp zijn van bevoegdheidsdelegatie.

  • 2. 
    In de Europese wetten en kaderwetten worden de voorwaarden waaraan de delegatie is onderworpen, uitdrukkelijk vastgesteld. Dit kunnen de volgende voorwaarden zijn:
    • a) 
      het Europees Parlement of de Raad kan besluiten de delegatie in te trekken;
    • b) 
      de gedelegeerde Europese verordening kan pas in werking treden indien het Europees Parlement of de Raad binnen de in de Europese wet of kaderwet gestelde termijn geen bezwaar heeft aangetekend.

    Voor de toepassing van het bepaalde onder a) en b) besluit het Europees Parlement bij meerderheid van zijn leden en besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

2.

Toelichting Nederlandse regering

Dit artikel bepaalt dat gedelegeerde Europese verordeningen worden vastgesteld door de Commissie. Uit de tweede alinea van het eerste lid van artikel I-36 blijkt ook duidelijk dat de gedelegeerde Europese verordening alleen uitwerking kan geven aan de niet-essentiële beleidsonderdelen van de Europese wet en Europese kaderwet. Het tweede lid van artikel I-36 bevat de voorwaarden waaronder de delegatie kan worden toegepast.

Hierbij zijn twee mogelijkheden: of de delegatie wordt weer ingetrokken, of de gedelegeerde regelgeving treedt in werking na een stilzwijgende goedkeuring door Raad of Europees Parlement. De twee genoemde voorwaarden creëren voor het Europees Parlement en de Raad de mogelijkheid in te grijpen indien de gedelegeerde regelgeving in de ogen van deze instellingen strijdig is met het oogmerk van de oorspronkelijke wet of kaderwet.

Deze mogelijkheden zijn in het Grondwettelijk Verdrag opgenomen na lange discussie. Het gevoelen in de Conventiewerkgroep was dat in richtlijnen de meeste zaken veelal tot in detail werden geregeld. Dit zou vermeden kunnen worden als er een gedelegeerd instrument zou komen waarbij de Raad en het Europese Parlement terug kunnen komen op eenmaal verleende delegatie. Het wetgevingsinstrument kan zich dan in eerste instantie beperken tot de essentiële beleidsonderdelen van een bepaald terrein. Door het samenstel van wetgevingshandelingen en gedelegeerde Europese verordeningen kan wetgeving effectiever zijn en hoeft minder op het hoogste niveau te worden geregeld.

In een Verklaring bij deze bepaling wordt bevestigd dat de Commissie bij de voorbereiding van gedelegeerde verordeningen op het gebied van financiële diensten de door de lidstaten aangewezen deskundigen zal raadplegen (Verklaring 8). Deze Verklaring is toegevoegd om eventuele twijfel over het voortbestaan van de hierin beschreven en reeds lange tijd toegepaste zogenoemde Lamfalussy-methode weg te nemen. De Verklaring sluit toepassing van artikel I-36, tweede lid, geenzins uit.

3.

Toelichting Belgische regering

De Grondwet voert een nieuwe categorie rechtshandelingen in : de gedelegeerde Europese verordeningen. In de Europese wetten en kaderwetten kan de Commissie de bevoegdheid krijgen om gedelegeerde Europese verordeningen vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-wezenlijke onderdelen van wetgevingshandelingen.

De wetgever kan deze bevoegdheidsdelegatie bijvoorbeeld voorzien om een aantal meer technische aspecten uit te werken.

De delegatieprocedure is strikt omkaderd : in de Europese wetten en kaderwetten moeten de doelstellingen, de inhoud, de strekking en de duur van de bevoegdheidsdelegatie uitdrukkelijk worden afgebakend.

De wetgevingsautoriteit (Raad en Parlement) kan in de machtigingswet bijkomende controlemiddelen bepalen. Dit betreft onder meer :

  • de mogelijkheid voor het Europees Parlement of de Raad om de delegatie in te trekken. De wetgevingsautoriteit krijgt dan opnieuw de volledige wetgevende macht (in het Engels « call-back » mechanisme)
  • de invoering van een periode tussen de vaststelling van de verordening en haar inwerkingtreding : een gedelegeerde verordening kan pas in werking treden als de Raad of het Parlement tijdens deze periode geen bezwaar uiten.

4.

Ontwikkeling artikel

2003
  • 1. 
    Bij Europese wet en Europese kaderwet kan aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen gedelegeerde verordeningen uit te vaardigen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-wezenlijke onderdelen van de wet of de kaderwet.

    De wet en de kaderwet omschrijven uitdrukkelijk de doelstellingen, de inhoud, de strekking en de duur van de delegatie. Essentiële beleidsonderdelen kunnen niet het voorwerp uitmaken van delegatie. Deze worden uitsluitend bij wet of bij kaderwet geregeld.

  • 2. 
    De wet of de kaderwet bepaalt uitdrukkelijk onder welke voorwaarden de delegatie wordt toegepast, te weten één of meer van de volgende mogelijkheden:
    • het Europees Parlement en de Raad kunnen besluiten tot intrekking van de delegatie;
    • de gedelegeerde verordening treedt pas in werking indien het Europees Parlement of de Raad geen bezwaar heeft aangetekend binnen de bij de wet of de kaderwet gestelde termijn;
    • de bepalingen van de gedelegeerde verordening vervallen na een bij de wet of de kaderwet vastgestelde termijn. Hun geldigheid kan, op voorstel van de Commissie, bij besluit van het Europees Parlement en de Raad worden verlengd.

    Voor de toepassing van het bepaalde in de vorige alinea besluit het Europees Parlement met meerderheid van stemmen van zijn leden en besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

5.

Toelichting

In dit artikel zijn de aanbevelingen verwerkt van werkgroep IX over gedelegeerde besluiten. De definitie voorziet in het volgende:

  • Het is steeds de wetgever die (door middel van een wet of een kaderwet) per geval besluit of er gedelegeerd zal worden.
  • Het is tevens de wetgever die per geval de strekking van de delegatie en de doelstellingen en de inhoud bepaalt.
  • Essentiële beleidsonderdelen moeten verplicht worden geregeld in het wetgevingsbesluit. Zij kunnen in geen geval het voorwerp van het gedelegeerde besluit uitmaken.
  • De voorwaarden voor het toezicht worden per geval vastgesteld door de wetgever op basis van een limitatieve opsomming in artikel 27.
2003
  • 1. 
    Bij Europese wet en Europese kaderwet kan aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen gedelegeerde verordeningen uit te vaardigen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-wezenlijke onderdelen van de wet of de kaderwet.

    De wet en de kaderwet omschrijven uitdrukkelijk de doelstellingen, de inhoud, de strekking en de duur van de delegatie. Essentiële beleidsonderdelen kunnen niet het voorwerp uitmaken van delegatie. Deze worden uitsluitend bij wet of bij kaderwet geregeld.

2003
  • 1. 
    Bij Europese wet of kaderwet kan aan de Europese Commissie de bevoegdheid worden overgedragen gedelegeerde verordeningen uit te vaardigen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-wezenlijke onderdelen van de Europese wet of kaderwet.

    De Europese wet of kaderwet omschrijft uitdrukkelijk de doelstellingen, de inhoud, de strekking en de duur van de delegatie. Essentiële beleidsonderdelen kunnen niet het voorwerp zijn van delegatie. Deze worden uitsluitend bij Europese wet of kaderwet geregeld.

2003
  • 1. 
    Bij Europese wet of kaderwet kan aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen gedelegeerde Europese verordeningen vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-wezenlijke onderdelen van een Europese wet of kaderwet.

    De Europese wet of kaderwet omschrijft uitdrukkelijk de doelstellingen, de inhoud, de strekking en de duur van de bevoegdheidsdelegatie. Essentiële beleidsonderdelen worden uitsluitend bij wet of kaderwet geregeld en kunnen derhalve niet het voorwerp zijn van bevoegdheidsdelegatie.

Verklaring voor de slotakte betreffende artikel I-35 [De "Lamfalussy-procedure"]

De Conferentie neemt nota van het voornemen van de Commissie om, zoals zij tot op heden voortdurend heeft gedaan, door de lidstaten aangewezen deskundigen te raadplegen bij de voorbereiding van haar voorstellen voor gedelegeerde Europese verordeningen op het gebied van financiële diensten.

2004
  • 1. 
    In de Europese wetten en kaderwetten kan aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen gedelegeerde Europese verordeningen vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-wezenlijke onderdelen van de wet of kaderwet.

    In de Europese wetten en kaderwetten worden uitdrukkelijk de doelstellingen, de inhoud, de strekking en de duur van de bevoegdheidsdelegatie afgebakend. Wezenlijke onderdelen van een gebied worden uitsluitend bij Europese wet of kaderwet geregeld en kunnen derhalve niet het voorwerp zijn van bevoegdheidsdelegatie.

  • 2. 
    In de Europese wetten en kaderwetten worden de voorwaarden waaraan de delegatie is onderworpen, uitdrukkelijk vastgesteld. Dit kunnen de volgende voorwaarden zijn:
    • a) 
      het Europees Parlement of de Raad kan besluiten de delegatie in te trekken;
    • b) 
      de gedelegeerde Europese verordening kan pas in werking treden indien het Europees Parlement of de Raad binnen de in de Europese wet of kaderwet gestelde termijn geen bezwaar heeft aangetekend.

    Voor de toepassing van het bepaalde onder a) en b) besluit het Europees Parlement bij meerderheid van zijn leden en besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.