Artikel III-237: Europese Ombudsman

III-236
Artikel III-237
III-238
  • 1. 
    Het Europees Parlement kiest de Europese ombudsman. Overeenkomstig de artikelen I-8, lid 2, punt d), en I-48 is de Europese ombudsman bevoegd kennis te nemen van klachten van burgers van de Unie of van natuurlijke of rechtspersonen met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat, over gevallen van wanbeheer in het optreden van de instellingen, organen of instanties van de Unie, met uitzondering van het Hof van Justitie van de Europese Unie bij de uitoefening van zijn gerechtelijke taak.

    Overeenkomstig zijn opdracht stelt de ombudsman, op eigen initiatief dan wel op basis van klachten welke hem rechtstreeks of via een lid van het Europees Parlement zijn voorgelegd, de door hem gerechtvaardigd geachte onderzoeken in, behalve wanneer de beweerde feiten het voorwerp van een gerechtelijke procedure uitmaken of hebben uitgemaakt. Indien de ombudsman een geval van wanbeheer vaststelt, legt hij de zaak voor aan de instelling, het orgaan of de instantie in kwestie, die hem binnen een termijn van drie maanden haar respectievelijk zijn standpunt mededeelt. De ombudsman doet vervolgens een verslag aan het Europees Parlement en aan de instelling, het orgaan of de instantie toekomen. De klager wordt op de hoogte gebracht van het resultaat van het onderzoek.

    De ombudsman brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement over het resultaat van zijn onderzoeken.

  • 2. 
    De ombudsman wordt na iedere verkiezing van het Europees Parlement voor de zittingsduur ervan gekozen. Hij is herkiesbaar.

    De ombudsman kan op verzoek van het Europees Parlement door het Hof van Justitie uit zijn ambt worden ontzet, indien hij niet meer aan de eisen voor de uitoefening van het ambt voldoet of op ernstige wijze is tekortgeschoten.

  • 3. 
    De ombudsman oefent zijn ambt volkomen onafhankelijk uit. Bij de vervulling van zijn taken vraagt noch aanvaardt hij instructies van enige instelling, enig orgaan of enige instantie. Gedurende zijn ambtsperiode mag de ombudsman geen andere al dan niet bezoldigde beroepswerkzaamheden verrichten.
  • 4. 
    Het Parlement stelt bij wet het statuut van de ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van het ambt van ombudsman vast. Het Europees Parlement besluit op eigen initiatief, na advies van de Commissie en na goedkeuring door de Raad.

1.

Ontwikkeling artikel

2003
  • 1. 
    Het Europees Parlement benoemt op eigen initiatief de Europese ombudsman. De Europese ombudsman is bevoegd kennis te nemen van klachten van burgers van de Unie of van natuurlijke of rechtspersonen met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat over gevallen van wanbeheer bij het optreden van de instellingen of organen van de Unie, met uitzondering van het Hof van Justitie bij de uitoefening van hun gerechtelijke taak.

    Overeenkomstig zijn opdracht verricht de Europese ombudsman het door hem gerechtvaardigd geachte onderzoek op eigen initiatief dan wel op basis van klachten welke hem rechtstreeks of via een lid van het Europees Parlement zijn voorgelegd, behalve wanneer de vermeende feiten het voorwerp van een gerechtelijke procedure uitmaken of hebben uitgemaakt. Indien de Europese ombudsman een geval van wanbeheer heeft vastgesteld, legt hij de zaak voor aan de betrokken instelling, die over een termijn van drie maanden beschikt om hem haar standpunt mede te delen. De Europese ombudsman doet vervolgens een verslag aan het Europees Parlement en aan de betrokken instelling toekomen. De persoon die de klacht heeft ingediend wordt op de hoogte gebracht van het resultaat van dit onderzoek.

    De Europese ombudsman legt elk jaar aan het Europees Parlement een verslag voor met het resultaat van zijn onderzoeken.

  • 2. 
    Na elke verkiezing voor het Europees Parlement wordt de Europese ombudsman voor de zittingsduur van deze Instelling benoemd. Hij is herbenoembaar.

    Op verzoek van het Europees Parlement kan de Europese ombudsman door het Hof van Justitie van zijn ambt ontheven worden verklaard, indien hij niet meer aan de eisen voor de uitoefening van zijn ambt voldoet of op ernstige wijze is tekortgeschoten.

  • 3. 
    De Europese ombudsman oefent zijn ambt volkomen onafhankelijk uit. Bij de vervulling van zijn taken vraagt noch aanvaardt hij instruc ties van enig lichaam. Gedurende zijn ambtsperiode mag de Europese ombudsman geen andere beroepswerkzaamheden, al dan niet tegen beloning, verrichten.
  • 4. 
    Bij een Europese wet van het Europees Parlement, die deze op eigen initiatief heeft vastgesteld, wordt het statuut van de ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van het ambt van Europees ombudsman vastgesteld. Het Europees Parlement besluit na advies van de Commissie en na goedkeuring van de Raad.
2003
  • 1. 
    Het Europees Parlement benoemt de Europese ombudsman. De Europese ombudsman is bevoegd kennis te nemen van klachten van burgers van de Unie of van natuurlijke of rechtspersonen met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat, over gevallen van wanbeheer bij het optreden van de instellingen, organen of bureaus van de Unie, met uitzondering van het Hof van Justitie bij de uitoefening van zijn gerechtelijke taak.

    In het kader van zijn opdracht stelt de Europese ombudsman, op eigen initiatief dan wel op basis van klachten welke hem rechtstreeks of via een lid van het Europees Parlement zijn voorgelegd, het door hem gerechtvaardigd geachte onderzoek in, behalve wanneer de beweerde feiten het voorwerp van een gerechtelijke procedure uitmaken of hebben uitgemaakt. Indien de Europese ombudsman een geval van wanbeheer vaststelt, legt hij de zaak voor aan de instelling, het orgaan of het bureau in kwestie, waarvan hem binnen een termijn van drie maanden het standpunt wordt medegedeeld.

    De Europese ombudsman doet vervolgens een verslag aan het Europees Parlement en aan de instelling, het orgaan of het bureau toekomen. De klager wordt op de hoogte gebracht van het resultaat van het onderzoek.

    De Europese ombudsman brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement over het resultaat van zijn onderzoeken.

  • 2. 
    De Europese ombudsman wordt na iedere verkiezing van het Europees Parlement voor de zittingsduur ervan benoemd. Hij is herbenoembaar.

    De Europese ombudsman kan op verzoek van het Europees Parlement door het Hof van Justitie uit zijn ambt worden ontzet, indien hij niet meer aan de eisen voor de uitoefening van het ambt voldoet of op ernstige wijze is tekortgeschoten.

  • 3. 
    De Europese ombudsman oefent zijn ambt volkomen onafhankelijk uit. Bij de vervulling van zijn taken vraagt noch aanvaardt hij instructies van enig lichaam. Gedurende zijn ambtsperiode mag de Europese ombudsman geen andere beroepswerkzaamheden, al dan niet tegen beloning, verrichten.
  • 4. 
    Het Europees Parlement stelt bij Europese wet het statuut van de ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van het ambt van Europees ombudsman vast. Het Europees Parlement besluit op eigen initiatief, na advies van de Europese Commissie en na goedkeuring door de Raad van Ministers.
2003
  • 1. 
    Het Europees Parlement kiest de Europese ombudsman. Overeenkomstig de artikelen I-8, lid 2, punt d), en I-48 is de Europese ombudsman bevoegd kennis te nemen van klachten van burgers van de Unie of van natuurlijke of rechtspersonen met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat, over gevallen van wanbeheer in het optreden van de instellingen, organen of instanties van de Unie, met uitzondering van het Hof van Justitie van de Europese Unie bij de uitoefening van zijn gerechtelijke taak.

    Overeenkomstig zijn opdracht stelt de ombudsman, op eigen initiatief dan wel op basis van klachten welke hem rechtstreeks of via een lid van het Europees Parlement zijn voorgelegd, de door hem gerechtvaardigd geachte onderzoeken in, behalve wanneer de beweerde feiten het voorwerp van een gerechtelijke procedure uitmaken of hebben uitgemaakt. Indien de ombudsman een geval van wanbeheer vaststelt, legt hij de zaak voor aan de instelling, het orgaan of de instantie in kwestie, die hem binnen een termijn van drie maanden haar respectievelijk zijn standpunt mededeelt. De ombudsman doet vervolgens een verslag aan het Europees Parlement en aan de instelling, het orgaan of de instantie toekomen. De klager wordt op de hoogte gebracht van het resultaat van het onderzoek.

    De ombudsman brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement over het resultaat van zijn onderzoeken.

  • 2. 
    De ombudsman wordt na iedere verkiezing van het Europees Parlement voor de zittingsduur ervan gekozen. Hij is herkiesbaar.

    De ombudsman kan op verzoek van het Europees Parlement door het Hof van Justitie uit zijn ambt worden ontzet, indien hij niet meer aan de eisen voor de uitoefening van het ambt voldoet of op ernstige wijze is tekortgeschoten.

  • 3. 
    De ombudsman oefent zijn ambt volkomen onafhankelijk uit. Bij de vervulling van zijn taken vraagt noch aanvaardt hij instructies van enige instelling, enig orgaan of enige instantie. Gedurende zijn ambtsperiode mag de ombudsman geen andere al dan niet bezoldigde beroepswerkzaamheden verrichten.
  • 4. 
    Het Parlement stelt bij wet het statuut van de ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van het ambt van ombudsman vast. Het Europees Parlement besluit op eigen initiatief, na advies van de Commissie en na goedkeuring door de Raad.
2004
  • 1. 
    Het Europees Parlement kiest de Europese ombudsman. Overeenkomstig artikel I-10, lid 2,onder d), en artikel I-49 is deze bevoegd kennis te nemen van klachten van burgers van de Unie of van natuurlijke of rechtspersonen met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat, over gevallen van wanbeheer in het optreden van de instellingen, organen of instanties van de Unie, met uitzondering van het Hof van Justitie van de Europese Unie bij de uitoefening van zijn gerechtelijke taak.

    Overeenkomstig zijn opdracht stelt de ombudsman, op eigen initiatief dan wel op basis van klachten die hem rechtstreeks of via een lid van het Europees Parlement zijn voorgelegd, de door hem gerechtvaardigd geachte onderzoeken in, behalve wanneer de beweerde feiten het voorwerp van een gerechtelijke procedure uitmaken of hebben uitgemaakt. Indien de ombudsman een geval van wanbeheer vaststelt, legt hij de zaak voor aan de instelling, het orgaan of de instantie in kwestie, die hem binnen een termijn van drie maanden haar, respectievelijk zijn standpunt meedeelt. De ombudsman doet vervolgens een verslag aan het Europees Parlement en aan de instelling, het orgaan of de instantie toekomen. De klager wordt op de hoogte gebracht van het resultaat van de onderzoeken.

    De ombudsman brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement over het resultaat van zijn onderzoeken.

  • 2. 
    De ombudsman wordt na iedere verkiezing van het Europees Parlement voor de zittingsduur ervan gekozen. Hij is herkiesbaar.

    De ombudsman kan op verzoek van het Europees Parlement door het Hof van Justitie uit zijn ambt worden ontzet, indien hij niet meer aan de eisen voor de uitoefening van het ambt voldoet of op ernstige wijze is tekortgeschoten.

  • 3. 
    De ombudsman oefent zijn ambt volkomen onafhankelijk uit. Bij de vervulling van zijn taken vraagt noch aanvaardt hij instructies van enige instelling, orgaan of instantie. Gedurende zijn ambtsperiode mag de ombudsman geen andere al dan niet bezoldigde beroepswerkzaamheden verrichten.
  • 4. 
    Bij Europese wet stelt het Europees Parlement het statuut van de ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van het ambt van ombudsman vast. Het Europees Parlement besluit op eigen initiatief, na advies van de Commissie en na goedkeuring door de Raad.