Beleid vervoer
Het vervoersbeleid van de Europese Unie heeft in hoofdlijnen het doel om transport schoner te maken, eerlijke concurrentie mogelijk te maken, de veiligheid te bevorderen en om drempels voor internationaal vervoer tussen en binnen lidstaten weg te nemen. De EU geeft jaarlijks miljarden uit voor steun aan projecten op dit terrein, waarbij het sterk aansluit bij het Europees beleid over de interne markt. Verreweg het meeste geld gaat naar medefinanciering van grote infrastructurele projecten die erop gericht zijn de transportnetwerken in de EU-lidstaten beter op elkaar aan te laten sluiten.
De vervoerssector draagt voor ongeveer 5 procent bij aan het Europese BNP en 8.1% van de werkgelegenheid. De vraag naar vervoer neemt elk jaar met gemiddeld 2 à 3 procent toe. Een aanzienlijk deel van het vervoer vindt plaats tussen de EU-lidstaten over de landsgrenzen heen. Met de toename van de omvang van het vervoer is ook de Europese betrokkenheid gegroeid.
Onderdeel van de Green Deal is duurzamere mobiliteit. De spoorwegen zouden deze transitie moeten versnellen, aangezien zij de milieuvriendelijkste manier van transport zijn. Mede hierom had de Commissie-Von der Leyen het jaar 2021 uitgeroepen tot het Europese jaar van het spoor.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Akkoord van Schengen
In 1985 werden de eerste drempels voor het internationaal vervoer tussen lidstaten weggenomen door het Akkoord van Schengen. Het akkoord had tot de geleide afschaffing van gemeenschappelijke grenzen tussen de Europese lidstaten en het vrije verkeer van alle burgers. Door de jaren heen is het Schengenbeleid uitgebreid tot 26 landen.
Vervoer 2050
In 2011 heeft de Europese Commissie plannen gepresenteerd voor een grondige hervorming van het Europese vervoerssysteem. Voor 2050 worden diverse doelstellingen nagestreefd die moeten leiden tot een duurzaam en concurrerend vervoersysteem dat de mobiliteit voor Europese burgers vergroot. Zo wil de Europese Commissie in 2050 geen auto's op conventionele brandstoffen meer in steden en dat de luchtvaart voor 40% van duurzame koolstofarme brandstoffen gebruik maakt.
Galileo
Sinds 2016 is Galileo operationeel. Het is een mondiaal, civiel satellietnavigatiesysteem van de EU in samenwerking met de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA en het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma (EUSPA). Dit satellietnavigatiesysteem draagt bij aan het Europese vervoersbeleid door zeer nauwkeurige locatie informatie te verstrekken. De doelstelling van Galileo is dat het uiteindelijk het Amerikaanse GPS zal vervangen en Europa onafhankelijker zal maken van derde landen.
Trans-Europese netwerken (TEN)
In 2030 is de deadline voor de voltooiing van het trans-Europese vervoersnetwerk. Dit netwerk is onderdeel van de Trans-Europese Netwerken (TEN) en bestaat uit een infrastructuur van verschillende vervoersnetwerken zoals het wegennet en de hogesnelheidslijn. Het doel is om Europa te verbinden door middel van transportnetwerken.
De Europese Green Deal
In 2021 is de Vervoer 2050 strategie ingehaald door de maatregelen in het 'Fit for 55' pakket van de Green Deal. Zo mogen er volgens dit pakket vanaf 2035 geen benzineauto's meer gemaakt worden en zal er worden geïnvesteerd in miljoenen laadpunten voor elektrische auto's. Er worden ook belastingen ingesteld op brandstof, waardoor de scheeps- en luchtvaart duurder worden.
Bij de besluitvorming op dit beleidsterrein spelen de Europese Commissie, de Raad en het Europees Parlement een rol. De besluitvorming verloopt volgens de gewone wetgevingsprocedure.
Europees orgaan |
Verantwoordelijke |
---|---|
Europese Commissie |
|
Parlementaire Commissie EP |
|
Nederlands lid Commissie EP |
Lid/leden Plaatsvervanger(s) |
Raad van de Europese Unie |
|
Nederlandse afvaardiging Raad van de Europese Unie |
Mark Harbers (VVD), minister van Infrastructuur en Waterstaat |
Invloed nationale parlementen
Het Nederlandse parlement heeft ook een rol in de totstandkoming van Europees beleid. Dat kan formeel op twee manieren. Ten eerste controleren de Eerste en Tweede Kamer de minister of staatssecretaris die naar de Raad van de Europese Unie gaat, en kunnen zij de bewindspersoon een opdracht meegeven. Ten tweede kunnen nationale parlementen van de lidstaten binnen acht weken nadat de Europese Commissie een voorstel heeft bekendgemaakt laten weten dat de Europese Unie zich niet met het onderwerp zou moeten bezighouden.
Vanuit het Nederlandse parlement zijn bij dit beleidsterrein betrokken:
Nederlands orgaan |
Verantwoordelijke |
---|---|
Tweede Kamer |
Tweede Kamercommissie voor Infrastructuur en Waterstaat (IW) |
Eerste Kamer |
Eerste Kamercommissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) |
Betrokken bij wetgeving en uitvoering
Nederlands orgaan |
Verantwoordelijke |
---|---|
Directoraat-Generaal |
|
Agentschap |
Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EAVL) |
Agentschap |
|
Agentschap |
|
Agentschap |
Europees Uitvoerend Agentschap voor Klimaat, Infrastructuur en Milieu (CINEA) |
Agentschap |
Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma (EUSPA) |
Europese Unie
Algemeen overzicht EU
Factsheet Europees Parlement
-
Gemeenschappelijk vervoersbeleid: algemeen
-
Passagiersrechten
-
Spoorwegvervoer
-
Luchtvervoer: marktregels
-
Luchtvervoer: beveiliging van de burgerluchtvaart
-
Luchtvervoer: gemeenschappelijk Europees luchtruim
-
Vervoer over zee: strategische aanpak
-
Vervoer over zee: verkeers- en veiligheidsvoorschriften
-
Trans-Europese netwerken
Wetgevingsoverzicht
Statistiek