Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM)

Bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens kunnen individuen, groepen, organisaties en landen een klacht indienen tegen een lidstaat, door een beroep te doen op het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). Het Europees Hof van de Rechten van de Mens is geen instelling van de Europese Unie maar van de Raad van Europa, waar bijna 50 landen bij zijn aangesloten.

Verzoekschriften kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op kwesties als opsluiting van psychiatrische patiënten, rechten van gevangenen, het afluisteren van telefoongesprekken, LGTBQ+-rechten, persvrijheid, lijfstraffen, voogdij over kinderen, gezinshereniging en uitzettingskwesties. De uitspraken van het Hof zijn definitief (er is geen hoger beroep mogelijk) en bindend voor de betrokken staten.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Basiskenmerken

Locatie (Stad)

Straatsburg

Locatie (Land)

Frankrijk

Website

http://www.echr.coe.int/echr/Homepage_EN

Grondslag

Europese Verklaring voor de Rechten van de Mens

Oprichting

1959

Aard organisatie

Orgaan van de Raad van Europa

President

Robert Spano

2.

Het EVRM

Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) waarborgt bepaalde mensenrechten en fundamentele vrijheden voor alle burgers in de lidstaten van de Raad van Europa. Kandidaat-lidstaten kunnen pas toetreden tot de Raad van Europa als zij het EVRM hebben geratificeerd. Naast grondrechten bevat het EVRM ook de statuten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Sinds de ondertekening van het verdrag in 1950 is het EVRM aangevuld met een aantal protocollen waarmee nieuwe rechten aan het verdrag zijn toegevoegd en de organisatie van het Hof is hervormd.

3.

Bevoegdheden en werkwijze van het Hof

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens beoordeelt verzoekschriften van individuen, organisaties en landen tegen lidstaten van de Raad van Europa. Het Hof kan bijvoorbeeld een boete opleggen. De uitspraken van het Hof zijn definitief (er is geen hoger beroep meer mogelijk) en bindend voor de betrokken staten.

Voordat een klacht door het Hof in behandeling wordt genomen, moet voldaan worden aan een aantal voorwaarden:

  • 1. 
    De indiener moet persoonlijk en direct het slachtoffer zijn van een schending van een fundamenteel recht dat is vastgelegd in het EVRM of in één van de protocollen hierbij.
  • 2. 
    De klacht moet gericht zijn tegen een publieke instantie (wetgever, administratieve overheid, rechterlijke instantie). Klachten tegen personen of particuliere organisaties worden niet door het EVRM in behandeling genomen.
  • 4. 
    Het verzoekschrift moet worden ingediend binnen zes maanden na de definitieve nationale beslissing.

Als een klacht ontvankelijk is, zal eerst bekeken worden of een schikking mogelijk is. Het Hof kan daarbij bemiddelen. Wanneer de poging tot schikken mislukt, bepaalt het Hof of het EVRM is geschonden. Is dat het geval, dan kan het Hof uitspraak doen over genoegdoening aan de klager.

De uitspraak van het Hof is bindend voor de betrokken staat. Die gebondenheid kan soms leiden tot de noodzaak algemene maatregelen te treffen, bijvoorbeeld een wetswijziging. Het Comité van Ministers van de Raad van Europa controleert of de betrokken staat de uitspraak ook inderdaad naleeft.

Het naleven van deze uitspraken houdt voor de betrokken staten de verplichting in om indieners van verzoekschriften die hun zaak winnen, schadeloos te stellen en om te voorkomen dat er in de toekomst soortgelijke schendingen plaatsvinden.

4.

Organisatie

Het Hof is samengesteld uit 46 rechters (één voor elke lidstaat van de Raad van Europa) die een volledige onafhankelijkheid genieten. De rechters worden gekozen door de Parlementaire Vergadering en het Comité van Ministers van de Raad van Europa voor een termijn van negen jaar.

Het Hof houdt zitting als Kamer van zeven rechters, of, bij buitengewone zaken, als Grote Kamer van zeventien rechters. De uitspraken worden gedaan in een openbare zitting en er is geen mogelijkheid om in beroep te gaan. Aanvankelijk beslisten drie rechters of een zaak bij het Hof aanhangig kon worden gemaakt. Om de werkdruk te verminderen is in februari 2010 besloten dat één rechter daarover mag beslissen.

Het toezicht op de naleving van de uitspraken van het Hof berust bij het Comité van Ministers van de Raad van Europa. Het Comité zorgt ervoor dat lidstaten het vonnis van het Hof naleven (meestal de uitbetaling van een boete). Ook zorgt het Comité ervoor dat de veroordeelde lidstaat algemene maatregelen treft die nodig zijn om te voorkomen dat nieuwe schendingen van het EVRM plaats kunnen vinden. Dat kan bijvoorbeeld door aanpassing van de wetgeving, jurisprudentie, regels of praktijken, het bouwen van meer gevangenissen of het aanstellen van nieuwe rechters.

Het Hof publiceert zijn beslissingen op de eigen website. De Raad van Europa plaatst persberichten van het Hof op de eigen homepage.

Het Hof zendt haar publieke hoorzittingen live op internet uit. Ook wordt op internet een overzicht een lijst gepubliceerd van zaken onder behandeling, met een kort feitenoverzicht van de betreffende zaken.

5.

Inbreng Europese staten

Het toezicht op de naleving van de uitspraken van het Hof berust bij het Comité van Ministers van de Raad van Europa. Hierin hebben alle ministers van Buitenlandse Zaken van de lidstaten zitting.

Het Hof bestaat uit een aantal rechters dat gelijk is aan het aantal lidstaten. Elke lidstaat vaardigt een rechter af, maar het is niet verplicht dat de rechters de nationaliteit bezitten van de lidstaat die hen afvaardigt. Zo heeft Liechtenstein een rechter afgevaardigd die de Zwitserse nationaliteit bezit. De rechters oefenen hun ambt uit in volledige onafhankelijkheid en onpartijdigheid ten opzichte van de lidstaten.

6.

Nederland

De Nederlandse rechter bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens is Jolien Schukking, sinds 2017. Z

De eerste Nederlandse rechter bij het Hof was Baron Frederik Mari Van Asbeck (1959-1966). Wilhelmina Thomassen was de eerste vrouwelijke Nederlands rechter bij het Hof (1998-2004). De enige Nederlander die president van het Hof is geweest, was Gérard J. Wiarda (lid: 1966-1985; president: 1981-1985).

Veroordeling van Nederland door het Hof

Enkele keren per jaar wordt een door een Nederlander ingediende klacht ontvankelijk verklaard door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Zo'n klacht kan bijvoorbeeld de omstandigheden in politiecel of gevangenis betreffen, of over onregelmatigheden in de rechtsgang gaan. Zo wees het Hof in mei 2003 een verzoekschrift af van Nederlanders die zich gedupeerd achtten door het Tracébesluit die de aanleg van de Betuweroute mogelijk maakt.