P. (Piet) Dankert

foto P. (Piet) Dankert
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Beeldbank Nationaal Archief

Vooraanstaande Europeaan van PvdA-huize. Na functies in het onderwijs en bij het opleidingsinstituut van de PvdA en na het voorzitterschap van de jongerenorganisatie te hebben bekleed internationaal secretaris van zijn partij. In de Kamer al snel een toonaangevende buitenland- en defensiewoordvoerder. Pleitbezorger van Europese samenwerking. Tien jaar lid van het Europees Parlement en daarvan enige jaren (1982-1984) voorzitter. Zette zich in voor versterking van de rechten van dat parlement. Als staatssecretaris in het derde kabinet-Lubbers minder gelukkig bij de onderhandelingen over verdere Europese samenwerking. Keerde in 1994 terug in het Europees Parlement.

PvdA
in de periode 1968-1999: lid Tweede Kamer, staatssecretaris, lid Europees Parlement, voorzitter Europees Parlement

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Pieter (Piet)

wijziging in naam en/of titulatuur
Ook wel: P. Dankert S(ijmens)

geboorteplaats en -datum
Stiens (gem. Leeuwarderadeel), 8 januari 1934

overlijdensplaats en -datum
Perpignan (Frankrijk), 21 juni 2003

2.

Partij/stroming

partij(en)
PvdA (Partij van de Arbeid)

3.

Hoofdfuncties/beroepen (8/11)

  • internationaal secretaris PvdA, van 1 augustus 1965 tot 4 februari 1971
  • directeur Koos Vorrink Instituut, PvdA-instituut ter bestudering van internationale vraagstukken, van 1 augustus 1965 tot 4 februari 1971
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 6 februari 1968 tot 10 juni 1981
  • lid Europees Parlement, van 17 juli 1979 tot 7 november 1989
  • voorzitter Europees Parlement, van 19 januari 1982 tot 24 juli 1984
  • bijzonder hoogleraar Europese Studies, Universiteit van Amsterdam, van 1 augustus 1989 tot november 1989
  • staatsecretaris van Buitenlandse Zaken (belast met Europese samenwerking), van 7 november 1989 tot 15 juli 1994
  • lid Europees Parlement, van 19 juli 1994 tot 20 juli 1999

takenpakket (bewindspersoon)
  • Was als staatssecretaris belast met aangelegenheden betreffende 1. de samenwerking in en integratie van Europa met inbegrip van het Schengen-overleg; 2. bilaterale en multilaterale (inclusief wereldwijde) aangelegenheden op milieuterrein en wetenschappelijk/technologisch terrein; 3. aangelegenheden betreffende internationale culturele betrekkingen. Een en ander voor zover de minister de behandeling daarvan niet aan zichzelf voorbehield.

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties (2/12)

  • lid Commissie Europese Integratie, AIV (Adviesraad Internationale Vraagstukken), omstreeks 2002
  • lid Comité van Deskundigen Europees Handvest voor Regionale of Minderheidstalen, tot 2003

afgeleide functies, presidia etc. (2/8)
  • voorzitter sectie Euro-Arabische groep (Europese Parlement), vanaf 11 december 1984
  • ondervoorzitter Europees Parlement, van 27 april 1984 tot 7 november 1989

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • Was buitenland- en defensie-woordvoerder van de PvdA-Tweede Kamerfractie
  • Interpelleerde op 30 mei 1974 samen met Coppes (PPR) de ministers Van der Stoel en Vredeling over plannen voor de uitbreiding van activiteiten van de NAVO in zuidelijk Afrika

opvallend stemgedrag (0/1)

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • Had een belangrijk aandeel in de totstandkoming van het Verdrag van Schengen over geleidelijke afschaffing van de grenscontroles aan de gemeenschappelijke grenzen en bracht in 1993 met Hirsch Ballin de Uitvoeringswet van het verdrag tot stand
  • Bereidde in 1991 met Lubbers en Van den Broek een voorstel voor een Europese Politieke Unie voor, maar kreeg hiervoor tijdens de Europese top in Maastricht onvoldoende steun; uiteindelijk kwam wel een - minder vergaand - Verdrag van Maastricht tot stand

als bewindspersoon (wetgeving)
  • Bracht in 1992 samen met de ministers Lubbers, Van den Broek en Kok de wet Goedkeuring van het op 2 februari 1992 in Maastricht tot stand gekomen verdrag inzake de Europese Unie tot stand. Dit Europese verdrag vormde de Europese Gemeenschap om tot Europese Unie. Voortaan behoren ook andere terreinen dan economische aangelegenheden en kernenergie tot het gemeenschappelijke Europese beleid. De bestaande EG-Verdragen werden uitgebreid met bepalingen over buitenlands en veiligheidsbeleid, sociaal beleid en onderdelen van de beleidsterreinen van justitie en binnenlandse zaken. Het Verdrag legde verder de basis voor de Economische en Monetaire Unie (EMU) en van de invoering van een gemeenschappelijke munt (de euro). (22.647)
  • Bracht in 1992 de wet Goedkeuring van de op 2 mei 1992 te Oporto tot stand gekomen Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte tot stand, waardoor er vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en werknemers mogelijk wordt tussen de landen van de Europese Unie en van de Europese Vrijhandels Associatie; het landbouw- en visserijbeleid blijven hier echter buiten. (22.872)
  • Bracht in 1993 samen met minister Hirsch Ballin wetten tot stand inzake Goedkeuring van de op 19 juni 1990 te Schengen tot stand gekomen Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord over geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen van de Beneluxlanden, Duitsland en Frankrijk; tot toetreding van Italië tot dat verdrag, alsmede tot wijziging van enkele wetten in verband met dit verdrag. (22.140-22.142 & 22.207)

op het gebied van de EU (3/5)
  • Diende in februari 1995 een verslag in over de kwijting van het budget van het Europees Parlement over 1994
  • Diende in februari en april 1996 verslagen in over de kwijting van het budget van het Europees Parlement over 1995
  • Diende in april 1997 een verslag in over de kwijting van het EU-budget 1995

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/4)
  • Zat in het Comité Vietnam 1966, dat in mei 1967 in Amsterdam een grote betoging organiseerde tegen het Amerikaanse optreden in Vietnam
  • In 1974 berichtte Le Monde dat hij en VVD-Kamerlid Keja steekpenningen aangeboden hadden gekregen van de Franse vliegtuigfabriek Dassault. Hijzelf was de bron van dat bericht. In 1975 oordeelde de Amsterdamse rechtbank dat omkoping niet te bewijzen was.
  • Werd op 19 januari 1982 na vier stemmingsronden gekozen tot voorzitter van het Europees Parlement. Hij versloeg onder anderen de West-Duitse christendemocraat Egon Klepsch en de Française Simone Veil.

uit de privésfeer
  • Raakte in juli 1976 ernstig gewond toen op zijn zeiljacht in Heeg een ontploffing plaatsvond
  • Zijn grootvader van vaderszijde was wethouder

niet-aanvaarde politieke functies
  • minister van Defensie, februari 1991 (ter tijdelijke vervanging van Ter Beek; geweigerd)

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • F. van der Molen, "Wie is Wie in de Tweede Kamer?" (1970)
  • Jantiene van Asch, "De ambities van Piet Dankert", Haagse Post, 12 mei 1984
  • J.M. Bik, "Intellectuele solist, nooit innig met 'zijn' PvdA. Piet Dankert (1934-2003)", NRC Handelsblad, 24 juni 2003
  • H. d'Ancona, "In memoriam Piet Dankert (1934-2003)", in: Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2003

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.