Mr.Dr. P. (Piet) Lieftinck

foto Mr.Dr. P. (Piet) Lieftinck
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Beeldbank Nationaal Archief

Minister van Financiën tijdens de naoorlogse periode van wederopbouw met groot gezag. Werd al op vrij jonge leeftijd hoogleraar economie en monetair beleid in Rotterdam. Behoorde voor de oorlog tot de linkervleugel van de CHU en 'brak in 1946 door' naar de PvdA. Voorstander van marktordening en sociale hervorming. Als minister kreeg hij bijnamen als 'De kei van de kneuterdijk', maar ook 'De grootste boef van Nederland'. Was er in hoge mate verantwoordelijk voor dat Nederland na de oorlog financieel weer op orde werd gebracht. Vooral bekend door het Tientje van Lieftinck, dat symbool stond voor de geldsanering. Streng minister, die de financiële teugels strak hield. Na zijn ministerschap vervulde hij internationale functies.

PvdA, CHU
in de periode 1945-1952: lid Tweede Kamer, lid Eerste Kamer, minister

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Pieter (Piet)

geboorteplaats en -datum
Muiderberg (gem. Muiden), 30 september 1902

overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 9 juni 1989

2.

Partij/stroming

partij(en)
  • CHU (Christelijk-Historische Unie), tot 1945
  • PvdA (Partij van de Arbeid), van 9 februari 1946 tot april 1971
  • DS'70 (Democratisch-Socialisten 1970), vanaf april 1971
  • partijloos, omstreeks 1979

3.

Hoofdfuncties/beroepen (8/9)

  • secretaris Economische Raad, ministerie van Handel en Nijverheid, van 1 juni 1933 tot oktober 1934
  • hoogleraar economie, geld-, krediet- en bankwezen en handelspolitiek, Nederlandsche Economische Hogeschool te Rotterdam, van oktober 1934 tot juni 1945
  • minister van Financiën, van 25 juni 1945 tot 1 juli 1952
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 4 juni 1946 tot 8 juli 1946
  • lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 27 juli 1948 tot 11 augustus 1948
  • afgevaardigde voor Internationale Bank van Reconstructie en Ontwikkeling te Ankara (voor Turkije, Syrië en Jordanië), van 1 juli 1952 tot 1 oktober 1955 (vertrok 4 augustus 1952 naar Ankara)
  • executive director Wereldbank, van 1 oktober 1955 tot 1 mei 1971
  • executive director IMF (Internationaal Monetaire Fonds) te Washington, van 1 oktober 1955 tot december 1976

gevangenschap/internering
  • gevangenschap Huis van Bewaring (Noordersingel) te Rotterdam, van 7 oktober 1940 tot 9 november 1940
  • geïnterneerd gijzelaarskamp te Buchenwald, van 10 november 1940 tot 15 november 1941
  • geïnterneerd gijzelaarskamp te Haaren, van 15 november 1941 tot 4 mei 1942
  • geïnterneerd gijzelaarskamp te Sint-Michielsgestel, van 4 mei 1942 tot 1944
  • geïnterneerd in krijgsgevangenenkampen te Lissa, Schildberg en Neubrandenburg, van 1944 tot 1945

(in)formateurschap(pen)
  • informateur, van 7 augustus 1956 tot 15 augustus 1956
  • informateur, van 17 augustus 1956 tot 22 augustus 1956 (gewijzigde opdracht)

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties (2/11)

  • adviseur KLM (Koninklijke Luchtvaart Maatschappij), omstreeks 1963
  • adviseur hoofddirectie van de Centrale Rabobank m.n. inzake buitenlandse activiteiten, vanaf december 1978

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/9)
  • Voerde in 1946 een buitengewone heffing ineens (vermogensaanwasheffing) in op het zuivere vermogen in 1946 en bracht een voorlopige herziening van het belastingstelsel tot stand waarbij onder meer de vennootschapsbelasting en de vermogensbelasting voor lichamen werden verlaagd, de mogelijkheid van onbelaste reserveringen uit winst werd ingevoerd en er een nieuw tarief voor de inkomstenbelasting en weeldetarief in de omzetbelasting kwam. Verder werden onder meer de heffing op successie en schenkingen en het algemeen tarief van de omzetbelasting verhoogd. (231)
  • Nam in 1951 diverse belastingmaatregelen in verband met de Korea-crisis; belastingverlagingen in de sfeer van de loon- en inkomstenbelastingen werden grotendeels gecompenseerd door verhoging van de omzetbelasting
  • Wist door een strak financieel beleid de overheidsfinanciën na de oorlog op orde te brengen

als bewindspersoon (wetgeving) (3/9)
  • Bracht in 1952 samen met minister Van den Brink de Wet assurantiebemiddeling (Stb. 34) tot stand. Deze wet bevatte een regeling ten aanzien van het beroep van assurantietussenpersoon. Met de wet werden, onder meer door het stellen van vakbekwaamheidseisen en verplichte inschrijving in een register, bonafide tussenpersonen beschermd bij de uitoefening van hun beroep. Het wetsvoorstel was in 1948 ingediend. (870)
  • Bracht in 1952 een wet (Stb. 39) houdende voorzieningen ten aanzien van de financiële verhouding tussen Rijk en gemeenten tot stand. Deze wet verving een Noodwet uit 1958. Het wetsvoorstel was in 1950 door hem en minister Teulings ingediend en in 1951 in de Tweede Kamer mede verdedigd door minister Van Maarseveen. (1991)
  • Bracht in 1952 de Wet toezicht kredietwezen (Stb. 35) tot stand. Deze geeft De Nederlandsche Bank instrumenten om toezicht te houden op kredietinstellingen. Door dit toezicht moet worden voorkomen dat kredietinstellingen niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Naast dit bedrijfseconomisch toezicht krijgt de Staat tijdelijk (eerst tot 1 januari 1955, later 1 januari 1957) de mogelijkheid om via algemene voorschriften de kredietverstrekking door particulieren banken uit economisch-monetaire redenen te beperken. (2149)

als (in)formateur
  • Kreeg op 7 augustus 1956 de opdracht een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden tot het vormen van een kabinet, dat geacht kon worden het vertrouwen van het parlement te genieten. Legde zeven punten voor aan Romme en Burger onder meer over bezitsvorming en de landbouwuitgaven. De gekozen formulering over de bezitsvorming was voor de KVP niet aanvaardbaar. Op 16 augustus kreeg hij daarom een nieuwe opdracht, namelijk tot het onderzoeken van de mogelijkheden tot vorming van een kabinet, dat het vertrouwen van het parlement zou kunnen verwerven. Hij streefde nu naar een vijf-partijenkabinet zonder directe parlementaire binding, met als premier Van Walsum. Vanwege weigeringen van Kolfschoten en Witte, en na ernstige bezwaren van de KVP tegen de gevolgde methode, rapporteerde hij op 22 augustus dat er nog geen basis was voor kabinetsformatie.

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • Maakte vanaf juli 1942 in het gijzelaarskamp deel uit van de 'Heren XVII', een uit diverse stromingen bestaande groep intellectuelen die nadachten over het naoorlogse Nederland. Tot de groep behoorden onder anderen A.A.M. Struycken en E.M.J.A. Sassen (RKSP), W. Banning en M. van der Goes van Naters (SDAP), A.M. Joekes en W. Schermerhorn (VDB), J.H.A Logemann en de historicus P. Geyl.
  • Werd in 1945 na zijn terugkeer uit Duitse gevangenschap minister; aanvankelijk was mr. A.J. d'Ailly aangezocht

uit de privésfeer (3/4)
  • Zijn tweede echtgenote was advocate
  • In Muiderberg werd te zijner nagedachtenis op 14 september 1991 een beeld van "het tientje van Lieftinck" onthuld
  • Geparenteerd aan F. Lieftinck, lid Tweede Kamer 1879-1905

anekdotes en citaten
  • Over zijn (vermeende) impopulariteit gingen allerlei anekdotes. Zo zou een man, die hij om een dubbeltje had gevraagd om met een vriend te kunnen telefoneren, tegen hem hebben gezegd: 'neemt u er maar twee, dan kunt u ze allemaal bellen'.

verkiezingen
  • Werd in 1948 en 1952 tot Eerste Kamerlid gekozen door Groep III: Noord-Holland en Friesland

niet-aanvaarde politieke functies
  • lid Tweede Kamer, juli 1948 (koos voor het Eerste Kamerlidmaatschap)
  • lid Eerste Kamer, juli 1952 (vanwege benoeming tot minister)

pseudoniemen, bij-, koos- en schuilnamen
  • "de kei van de Kneuterdijk" (daar was het ministerie van Financiën gevestigd)
  • "de grootste boef van Nederland"

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie (6/9)
  • J.M.M.J. Clerx, "Lieftincks financiële politiek", in: P.F. Maas (ed.), "Het kabinet-Drees-Van Schaik. Liberalisatie en sociale ordening. 1948-1951", Band A, 189 e.v.
  • P.G.T.W. van Griensven en J.C.F.J. van Merriënboer, "Lieftincks streven naar monetair evenwicht", in: J.J.M. Ramakers (ed.), "Het kabinet-Drees II. In de schaduw van de Koreacrisis. 1951-1952", 71 e.v.
  • M.D. Bogaarts, "Lieftinck, Pieter (1902-1989)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel IV, 302
  • A.Bakker en M.M.P. van Lent, "Pieter Lieftinck, 1902-1989" (1989)
  • Staatscourant, 12 juni 1989
  • Ned. Patriciaat, 1941

Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland

In de uitgebreide versie is een overzicht van publicaties opgenomen.

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.