Een belangrijk verkiezingsjaar

15 januari 2021, column J.Th.J. van den Berg

Dezer dagen kiezen de leden van de Duitse christendemocratische partij (CDU) een nieuwe partijvoorzitter. Deze mededeling zal in Nederland weinigen opwinden. Toch gaat het hier om de eerste stap op weg naar verkiezingen in Duitsland die ook voor Nederlanders waarschijnlijk van meer gewicht zullen zijn dan onze eigen Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart.

Waar gaat het om? Wij hebben het over de grootste politieke partij in de Europese Unie. De CDU bezet samen met de Beierse zusterpartij CSU ongeveer 33% van de zetels in de Duitse Bondsdag, waarmee ze verreweg de grootste partij in het Duitse parlement vormt en ook de machtigste partij is in het Europese Parlement. De CDU levert de Bondskanselier, Angela Merkel, die nu bijna zestien jaar dat ambt uitoefent. Tot voor enkele jaren was zij tevens voorzitter van haar partij.

Omdat Merkel van plan is na de eerstvolgende Bondsdagverkiezingen op 26 september afscheid te nemen van het kanselierschap, is in 2018 alvast de functie van partijvoorzitter ‘vrijgegeven’, zodat haar opvolger zich kon inwerken. Dat leidde tot de verkiezing van Annegret Kramp Karrenbauer (AKK in de wandeling), maar zij bleek geen succes. Dus wordt de verkiezing nu ‘overgedaan’. Het gaat niet slechts om het partijvoorzitterschap sec, maar om de meest waarschijnlijke kandidaat voor het ambt van Bundeskanzler. En dus, om de verkiezing van de veruit belangrijkste politieke leidersfiguur in heel Europa..

Vraag is natuurlijk wie in het krijt treedt als Merkels opvolger. De leden van de CDU kunnen kiezen uit drie kandidaten, die alle drie afkomstig zijn uit het aan Nederland grenzende Rijnland. Zij zijn bovendien alle drie rooms-katholiek. (Merkel is lutheraans.) Armin Laschet, premier van Nordrhein-Westfalen, is afkomstig uit Aken. Norbert Röttgen, voormalig premier van deze deelstaat, is nu buitenlandwoordvoerder in de Bondsdag. De laatste is de in Duitsland meest bekende: Friedrich Merz, oud-lid van de Bondsdag en advocaat. Hij verloor het al eens van Merkel in de strijd om het voorzitterschap en twee jaar geleden opnieuw toen hij de concurrentie aanging met AKK. Van de drie is hij blijkens peilingen het populairst, maar de andere twee worden steeds groter concurrenten: Röttgen kan beter dan wie ook voor radio en tv uitleggen wat er in de VS allemaal gebeurt (en in de Europese Unie); Laschet is een vriendelijke premier die weet hoe hij de bevolking een lockdown moet aanpraten. Merz is retorisch de beste als hij een congres moet toespreken. Helaas, dat zit er niet in; de verkiezing vindt wegens corona niet plaats tijdens een partijcongres van de CDU maar schriftelijk. Wie het wordt is dus nog ongewis.

De gekozene wordt waarschijnlijk de gezamenlijke kandidaat- Bondskanselier van CDU en Beierse CSU. Vervolgens maakt hij de meeste kans ook kanselier te worden. CDU en CSU samen staan er beter voor dan in 2017 en kruipen in de peilingen naar de 40%, volgens weekblad Der Spiegel. Dat maakt de verkiezing van de nieuwe partijvoorzitter zo belangrijk, ook voor niet-Duitsers.

Toch staat de kandidatuur voor het kanselierschap niet vast. Als aan Duitsers wordt gevraagd wie zij de meeste kans geven op de kandidatuur, noemen zij in ruime meerderheid de minister-president van Beieren, tevens partijvoorzitter van de CSU, Markus Söder. Söder is een populaire politicus geworden in heel Duitsland: een zeer zelfbewuste, boomlange lutheraan die zijn partij in Beieren weer uit haar depressie van de laatste vijf jaar heeft gehaald. Gedurende de coronacrisis zit hij bij elke persconferentie over te nemen maatregelen pontificaal naast Merkel om namens de deelstaten uit te leggen wat er moet gebeuren1). Zoals het een goed leider van de CSU, veel kleiner dan haar Duitse zuster, betaamt, heeft hij steeds gezegd dat zijn plek in Beieren ligt en dat hij het leiderschap in Berlijn graag aan de CDU overlaat. Hij is ook pas twee jaar premier van Beieren. Maar zijn uitspraken worden steeds minder stellig, denkt weekblad Die Zeit.

Veel hangt af van een aantal deelstaatverkiezingen die nog vóór 26 september zullen plaatsvinden en 2021 dus maken tot wat in Duitsland een ‘Superwahljahr’ wordt genoemd2). Succes voor de CDU is dan medebepalend voor een mogelijke overwinning in september. Met in elk geval een nieuwe Bondskanselier, die tevens de belangrijkste politieke leider in de Europese Unie wordt en dus ook een beetje onze politieke leider. Opletten dus!


  • 1) 
    De Duitse deelstaten zijn de eerst verantwoordelijke overheden voor het volksgezondheidsbeleid.
  • 2) 
    Nog vóór 26 september vinden deelstaatverkiezingen plaats in Baden-Württemberg en Rheinland-Pfalz (14 maart) en in Sachsen-Anhalt (16 juni). Nog niet helemaal vast staan verkiezingen, als gevolg van tussentijdse ontbinding van het parlement, in Thüringen. Op 25 april.


Andere recente columns