Lijsttrekker en verantwoording

30 september 2016, column J.Th.J. van den Berg

In het najaar van 1982 – ik was toen directeur van het wetenschappelijk bureau van de PvdA – moest er gesproken worden over een programma voor de verkiezingen, die noodzakelijk waren geworden door de val van het tweede kabinet-van Agt, waaraan de PvdA had deelgenomen maar met weinig succes. Daarin was Joop den Uyl minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geweest, evenmin met veel succes.

In het partijbestuur ontstond zware discussie over de hoogte van minimuminkomens voor de komende periode. In die inkomensdiscussie nam Den Uyl een standpunt in dat mij door zijn vaagheid helemaal niet aanstond. Over zulke essentiële kwesties kan een sociaaldemocratische partij geen onduidelijkheid laten bestaan, zo vond ik. Ik schreef hem een boos briefje en werd vervolgens bij hem ontboden. Intussen had Den Uyl in de perspresentatie van het programma een uitleg over de minima gegeven die wèl duidelijk was, maar niet was gedeeld door een groot deel van het partijbestuur. Niettemin werd dat de door iedereen gehanteerde uitleg van de betrokken zinnen in het programma. Ik had mij weer eens in Den Uyls tactische vernuft vergist.

In een goed gesprek hebben wij onze onenigheid bijgelegd. Maar nog herinner ik mij de zin waarmee het gesprek begon. Den Uyl: ’Wil jij mij ook weg hebben als lijsttrekker?’ Ik was er totaal door onthutst, want dat was niet bij mij opgekomen. Wel moest ik erkennen dat een aantal collega-ministers in het uiteengevallen kabinet Den Uyl graag hadden vervangen. Den Uyl had medewerking geweigerd en de steun gekregen van partijvoorzitter Max van den Berg.

Spontaan deelde ik de ‘chef’ mee dat ik hem juist nu als lijsttrekker terug wilde, omdat dit de mogelijkheid bood tegenover de kiezers verantwoording af te leggen voor zijn leiderschap sinds de kabinetsvorming van 1981 en de vroegtijdige kabinetscrisis. Daarover waren wij het hartgrondig eens. Een politiek leider loopt niet weg als het moeilijk wordt; hij zoekt de kiezers juist op. Een campagne is immers een vorm van verantwoording. In Den Uyls geval leidde dat nog tot succes ook.

Diederik Samsom was in 2012 een succesvol lijsttrekker van de PvdA en sedertdien politiek leider in een coalitie met de VVD. Die moest economisch zware tijden beleven en desondanks lang verwaarloosde problemen aanpakken, waaronder opnieuw hoge werkloosheid. Nu heeft hij zich gemeld als kandidaat-lijsttrekker voor de partij. Dit, ondanks veel ongerustheid over de kansen van de PvdA op electoraal succes. Terecht wil Samsom zich tegenover de kiezers verantwoorden voor zijn leiderschap in de voorbije vier jaar, net als in 1982 Den Uyl. Campagne voeren is zich verantwoorden, ook nu.

Het klopt dus echt niet wat politiek redacteur Maaike van Houten in een overigens belangwekkend artikel over Samsom onlangs schreef: ‘Tijd voor een ander. Dat past helemaal in de traditie van de PvdA, om de leider af te branden en naarstig op zoek te gaan naar een nieuwe die de partij uit de woestijn moet helpen’1). Er is veel lelijks over de PvdA te vertellen maar dit hoort daar niet toe. Die blinkt eerder uit door hondentrouw aan haar leider dan door het tegendeel. Werd Drees verwijderd, toen in 1948 de verwachtingen laag gespannen waren? Of werd Den Uyl kort voor de verkiezingen van 1981 en 1982 afgevoerd, toen (in beide jaren) de situatie bar en boos was? Werd Wim Kok verwijderd in de aanloop van 1994, toen hij met de tong op de schoenen bezig was zijn ‘marathon’ uit te lopen? Eigenlijk werd in najaar 1966 alleen Anne Vondeling zachtkens naar de uitgang geholpen, kort voordat de Nacht van Schmelzer een einde maakte aan het kabinet-Cals maar verkiezingen niettemin aanstaande waren. Wouter Bos sloeg zelf op de vlucht, voordat hij aan verantwoording was toegekomen, in 2010. Maar valt dat zijn partij aan te rekenen?

Wellicht treedt minister Lodewijk Asscher tegen Samsom in het strijdperk, zodat partijleden kunnen beslissen over het lijsttrekkerschap. Dat maakt de verantwoordingsplicht tegenover de kiezer straks niet geringer, want ook Asscher heeft zich als vicepremier gecommitteerd aan het kabinetsbeleid van de afgelopen jaren. Het zou eigenlijk wel mooi zijn – hoe riskant ook – als de moed van Diederik Samsom door zijn leden zou worden gehonoreerd, zodat hij als lijsttrekker die verantwoording kan leveren.


  • 1) 
    Maaike van Houten, ‘Tegen de klippen op gemotiveerd’, in: Trouw, 24 september 2016.


Andere recente columns