Opkomst en ondergang van de LPF

De Lijst Pim Fortuyn (LPF) bestond tussen 2002 en 2008 als politieke partij. Oprichter en inspirator was de voormalige hoogleraar, later publicist Pim Fortuyn. De partij kende vanaf het begin een roerig bestaan.

Op 15 mei 2002 werden via de Lijst Pim Fortuyn 26 personen tot Tweede Kamerlid gekozen. Als erfgenamen van de op 6 mei in Hilversum vermoorde Pim Fortuyn vormden zij in grootte de tweede fractie van de Kamer. De voormalige voorlichter van Pim Fortuyn, Mat Herben, werd fractievoorzitter. Hij leidde de LPF naar regeringsdeelname in het kabinet-Balkenende I.

De eerste periode van de LPF werd gekenmerkt door veel onderling gekrakeel. Dat leidde in oktober 2002 zelfs tot een kabinetscrisis. Ook de kandidaatstelling voor de verkiezingen van 2003 verliep alles behalve vlekkeloos. Bovendien waren al eind 2002 concurrenten en afsplitsingen van de LPF ontstaan. Deze lijn zette zich na de verkiezingen van 2003 voort. Zo kon de fortuynistische kiezer bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2006 bij vele partijen terecht. Alleen de PVV van nota bene ex-VVD'er Wilders wist zetels te behalen.

De verdeeldheid is uiteindelijk niet zonder gevolgen gebleven. Zowel bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer in november 2006 als voor de Provinciale Staten in maart 2007 behaalde de LPF geen zetels. Op 17 augustus 2007 besloot een buitengewone ledenvergadering van de LPF de partij per 1 januari 2008 te ontbinden.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Van Leefbaar Nederland naar LPF

Op 20 januari 2002 werd de socioloog en publicist Pim Fortuyn lijsttrekker van Leefbaar Nederland. Deze in 1999 opgerichte partij streefde naar een hoger democratisch gehalte door burgers meer zeggenschap te geven. De partij zette zich verder af tegen bureaucratie en bepleitte een ander asielbeleid.

Fortuyn ontpopte zich als lijsttrekker al snel tot de voornaamste tegenspeler van het 'paarse' kabinet van Wim Kok. Sluimerende onvrede over de problemen in de zorg (wachtlijsten), de WAO, dure projecten zoals de Betuwelijn en de HSL, veiligheid en criminaliteit, maar vooral over het asielbeleid, werden door Fortuyn gekanaliseerd. In de peilingen maakte Leefbaar Nederland een sterke groei door.

Omstreden uitspraken van Fortuyn op 9 februari 2002 in De Volkskrant over de islam, waarbij hij onder meer pleitte voor afschaffing van het antidiscriminatie-artikel in de Grondwet, leidden tot een breuk met Leefbaar Nederland.

Fortuyn besloot hierop met een eigen lijst aan de verkiezingen deel te nemen. Op 6 maart behaalde hij als lijsttrekker van de lokale lijst 'Leefbaar Rotterdam' een eerste politiek succes. Leefbaar Rotterdam werd de grootste partij in de Rotterdamse gemeenteraad en ging deelnemen aan het college van B&W ten koste van de PvdA.

Gezien de geringe voorbereidingstijd moest Fortuyn met veel spoed de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer samenstellen. De lijst telde vrijwel uitsluitend onbekende namen. Alleen ex-Europarlementariër Janssen van Raaij en oud-journalist Ferry Hoogendijk waren bekend. Nummer twee op de lijst was Joao Varela, een 27-jarige bedrijfseconoom van Kaapverdiaanse afkomst.

Op 6 mei 2002 werd Fortuyn op het terrein van het Mediapark in Hilversum vermoord. De moord liet een tamelijk ontredderde partij achter zonder echte leider. Een week later haalde de partij bij de Tweede Kamerverkiezingen niettemin 26 zetels. Na de verkiezingen trad Mat Herben al spoedig naar voren als nieuwe eerste man.

2.

De LPF-fractie in de periode 2002-2003

De nieuwe, door Mat Herben geleide fractie ging in augustus 2002 akkoord met deelname van de LPF aan een kabinet met CDA en VVD. Voor de LPF traden toe de zakenman Heinsbroek, de voormalige directeur van de IND Nawijn, de econoom en publicist Bomhoff en de Rotterdamse havenondernemer De Boer. Al op de dag van haar beëdiging moest LPF-staatssecretaris Philomena Bijlhout aftreden.

Hoewel er van sommige zijden lof was voor de wijze waarop de onervaren Herben had geopereerd tijdens de onderhandelingen, was er ook kritiek. Ook zijn optreden tijdens het debat over de regeringsverklaring werd bekritiseerd. Herben trok zich hierop terug. De fractie koos op 28 augustus 2002 de Amsterdamse uitgever van motortijdschriften Harry Wijnschenk tot nieuwe voorzitter.

Spoedig was er ook kritiek op het functioneren van Wijnschenk. Tijdens de algemene beschouwingen maakte hij een blunder bij de financiering van de teruggave van het 'Kwartje van Kok'. Bovendien ontstonden er problemen in de fractie rond de leden Winny de Jong en Cor Eberhard; De Jong ruziede openlijk met vicefractievoorzitter Ferry Hoogendijk. Op 1 oktober 2002 werd zij samen met Eberhard uit de fractie gezet.

Wijnschenk had inmiddels Herman Heinsbroek naar voren geschoven als nieuwe partijleider. De minister van Economische Zaken had in korte tijd de nodige populariteit verworven. Viceminister-president Bomhoff vreesde hierdoor voor aantasting van zijn positie. Een bemiddelingspoging onder leiding van LPF-bestuurder Hammerstein leek de kou uit de lucht te nemen, maar de spanningen bleven. Op de avond van de uitvaart van prins Claus, 15 oktober 2002, wijdde het kabinet een vergadering aan de tegenstellingen tussen Bomhoff en Heinsbroek.

De LPF-fractie zette de volgende dag Wijnschenk af en koos Mat Herben opnieuw tot fractievoorzitter. Dat verhinderde CDA en VVD niet te concluderen dat de LPF te instabiel was als coalitiegenoot. Na het gedwongen vertrek van de ministers Heinsbroek en Bomhoff werd het kabinet-Balkenende I op 16 oktober 2002 demissionair.

3.

De verkiezingen van 2003

In de aanloop naar de vervroegde verkiezingen van januari 2003 leek minister Nawijn lange tijd de nieuwe lijsttrekker van de LPF te worden. Hij trok zich echter terug. Nadat ook LPF-staatssecretaris van Financiën Steven van Eijck had bedankt, werd op 6 december 2002 Mat Herben nummer één op de kandidatenlijst. Slechts enkele zittende Kamerleden, zoals Varela, Eerdmans en Van den Brink, waren herkiesbaar.

Van de ex-LPF'ers kwamen Winny de Jong en Cor Eberhard met een eigen lijst, Conservatieven.nl. Herman Heinsbroek en Harry Wijnschenk, die in oktober al de Lijst Nieuwe Politiek waren begonnen, zagen af van deelname aan de verkiezingen, omdat zij geen geschikte kandidaten konden vinden.

Als 'erfgenaam' van Fortuyn deed wel de Alliantie voor Vernieuwing en Democratie (AVD) van IJsbrand van de Krieke aan de verkiezingen mee. Ook Emile Ratelband zei politiek te willen bedrijven in de geest van Pim Fortuyn. Toen hij niet tot lijsttrekker van Leefbaar Nederland was gekozen, kwam hij met een eigen lijst.

Ratelband kreeg 9000 stemmen, Conservatieven.nl behaalde 2500 stemmen en de AVD ruim 1000. De LPF ging van 26 naar 8 zetels. Hilbrand Nawijn werd als lijstduwer met voorkeurstemmen alsnog tot Tweede Kamerlid gekozen.

4.

Naar de verkiezingen van 2006

Na de verkiezingen van 2003 bleef Mat Herben fractievoorzitter, maar in oktober 2004 trad hij echter terug om, zoals hij zelf zei, orde op zaken te gaan stellen in de LPF. Fractielid Gerard van As volgde hem op.

Hilbrand Nawijn overwoog tezelfdertijd de fractie te verlaten. Met name het functioneren van de partij was hem een doorn in het oog. Vrijwel alle fractieleden hadden inmiddels, in augustus 2004, de partij verlaten vanwege de financiële chaos en de heersende onrust. Die partij raakte vervolgens in een juridische strijd met de fractie over de naam.

Op 22 juni 2005 kondigde Hilbrand Nawijn alsnog aan de fractie te verlaten. De fractie was ontstemd over Nawijns avances met Filip Dewinter van Vlaams Belang. Vooral over een bijeenkomst in het woonhuis van Pim Fortuyn was de fractie zeer ontstemd.

Kamerlid Margot Kraneveldt besloot in juli 2006, na de vorming van het derde kabinet-Balkenende, de LPF te verlaten en over te stappen naar de PvdA. Zij verliet de Tweede Kamer. Haar opvolgster, het voormalige Amsterdamse raadslid Gonny van Oudenallen, was echter niet welkom in de fractie omdat zij in opspraak was gekomen over de financiële steun aan haar raadsfractie.

In de aanloop naar de verkiezingen maakte Joost Eerdmans bekend samen met oud-wethouder Marco Pastors van Leefbaar Rotterdam aan de verkiezingen deel te nemen met de partij Eén Nl.

Hilbrand Nawijn richtte in augustus 2006 de Partij voor Nederland op. Kort daarvoor had Nawijn in de Kamer gezelschap gekregen van Gerard van As, die boos de LPF-fractie had verlaten. Bij een interne stemming in de LPF had Mat Herben de meeste steun gekregen, terwijl partijvoorzitter Bert Snel Van As er ook van beschuldigde dat hij bezig was een nieuwe partij op te richten. Van As was hierover zo ontstemd, dat hij terugtrad als fractievoorzitter en overstapte naar de Groep-Nawijn.

Inmiddels verscheen ook Geert Wilders ten tonele. Dit Kamerlid splitste zich in september 2004 af van de VVD en wilde aan de verkiezingen meedoen met een conservatieve partij. Hij wilde niets met de LPF te maken hebben en richtte de politieke beweging PVV op. Deze partij is, zeker als het om de kiezers gaat, als een erfgenaam van Fortuyn te beschouwen. De nummer twee op de kandidatenlijst van de PVV, Fleur Agema , was overigens eerder wel via de LPF in Provinciale Staten van Noord-Holland gekozen. Na een conflict werd zij door de partijleiding van de LPF geroyeerd.

5.

De verkiezingen van 2006 en daarna

Uiteindelijk deed de LPF aan de Tweede Kamerverkiezingen van 2006 mee onder de naam Lijst vijf Fortuyn, omdat de naam LPF een te negatief imago zou hebben. Tegen het gebruik van de naam Fortuyn werd nog wel bezwaar gemaakt door Marten Fortuyn, de broer van Pim. Hij had de naam Fortuyn als merk laten registreren en volgens hem zou het gebruik van de naam Fortuyn tot verwarring leiden.

De bezwaren van Marten Fortuyn werden door de Raad van State ongegrond verklaard, maar voor de verkiezingsuitslag mocht het uiteindelijk niet baten. Bij de verkiezingen van 22 november 2006, waarbij Olaf Stuger lijsttrekker was, behaalde Lijst vijf Fortuyn uiteindelijk geen zetel. Ook Eén NL van Marco Pastors en Joost Eerdmans behaalde geen zetels. De Partij van de Vrijheid van Geert Wilders was wel succesvol en kreeg negen zetels.

Na de teleurstellend verlopen verkiezingen besloot het bestuur een schriftelijke ledenraadpleging te houden over de gevolgen die aan de uitslag verbonden moesten worden. Van de 241 leden die reageerden gaf twee derde aan door te willen gaan. Het bestuur organiseerde daarop op 20 januari een ledenbijeenkomst over de aankomende verkiezingen voor de Provinciale Staten. Besloten werd dat de Lijst Pim Fortuyn mee zou doen in drie provincies, namelijk Zuid-Holland, Overijssel en Gelderland.

Ook de verkiezingen voor de Provinciale Staten verliepen teleurstellend. In geen van de provincies waarin deelgenomen werd, behaalde de LPF een zetel. Daardoor zou de LPF ook zijn laatste vertegenwoordiger in de Staten-Generaal, senator Rob Hessing, bij de Eerste Kamerverkiezingen op 29 mei 2007 kwijtraken. De LPF was daarna alleen nog vertegenwoordigd in de gemeenteraden van Eindhoven, Den Haag, Duiven, Spijkenisse en Westland.

Het verlies van een vertegenwoordiging in de Staten-Generaal betekende dat de partij ook geen aanspraak meer kan maken op landelijke subsidies. Mede door een sterk dalend ledental zou de partij hierdoor in grote financiële problemen komen. Op 4 mei 2007 werd daarom het partijkantoor in Den Haag verlaten. Ook hield de partij een nieuwe ledenraadpleging, waarbij drie keer zoveel leden voor opheffing dan voor doorgaan stemden.

Op de ledenvergadering van 21 juli 2007 ging daarop een meerderheid van de leden akkoord met het voorstel van het bestuur om de partij per 1 januari 2008 op te heffen. Het bestuur zag geen mogelijkheid om de vereniging voort te laten bestaan met alleen de inkomsten uit contributies en voor het voortbestaan van de overgebleven raadsfracties zou geen landelijke partijorganisatie meer nodig zijn. Het wetenschappelijk bureau van de partij leidde al een slapend bestaan.

Omdat op de ledenvergadering niet genoeg leden aanwezig waren om de partij op te heffen, moest er echter binnen vier weken een nieuwe vergadering worden gehouden. Deze buitengewone ledenvergadering werd gehouden op vrijdag 17 augustus in Poeldijk. Daar stemden 135 leden voor opheffing van de partij, terwijl slechts 41 leden nog een toekomst zagen voor de partij. Daarmee was de vereiste tweederde meerderheid voor het voorstel behaald.

Op 1 januari 2008 werd de politieke vereniging Lijst Pim Fortuyn ontbonden.


Meer over