Wetgevingsoverleg (WGO)

Een mondeling overleg van één of meer Tweede Kamercommissies met één of meer ministers of staatssecretarissen over een wetsvoorstel heet wetgevingsoverleg (WGO). Ieder lid (ook niet commissieleden) van de Kamer mag er het woord voeren en moties indienen. Deze overleggen zijn altijd openbaar.

In wetgevingsoverleggen wordt in de regel vooral over de afzonderlijke artikelen en beweegredenen van het wetsvoorstel gesproken. Daardoor kunnen de leden zich in de plenaire vergadering beperken tot de hoofdlijnen van het voorstel. Ze worden gehouden als een wetsvoorstel een nogal technisch karakter heeft, met veel artikelen en amendementen.

Voor het houden van een wetgevingsoverleg heeft de commissie toestemming van de Kamer nodig, die daarover een voorstel krijgt van het Presidium. De Kamervoorzitter bepaalt wanneer het overleg plaatsvindt. Er mogen tegelijkertijd slechts twee wetgevingsoverleggen worden gehouden. Veel van deze overleggen vinden op maandagen plaats. Een wetgevingsoverleg kent - anders dan in plenaire vergaderingen - geen maximumspreektijden, maar er kunnen wel spreektijden worden afgesproken.

Van een wetgevingsoverleg wordt een woordelijk (stenografisch) verslag gemaakt. Over de tijdens het overleg ingediende moties wordt in de plenaire vergadering gestemd nadat het verslag is verschenen.

Het wetgevingsoverleg is in 1994 in het Reglement van Orde opgenomen.


Meer over