Dr. R.F.M. (Ruud) Lubbers
Christendemocraat die twaalf jaar minister-president was. Werd in 1973 als jonge ondernemer minister van Economische Zaken in het kabinet-Den Uyl. Na zijn ministerschap en een jaar 'gewoon' Kamerlid voorzitter van de CDA-fractie. Was vier jaar steunpilaar van het kabinet-Van Agt/Wiegel. Na het mislukte kabinet-Van Agt/Den Uyl werd hij in 1982 premier en CDA-leider. Voerde in kabinetten met de VVD een 'no-nonsense'-beleid dat zorgde voor economisch herstel en vermindering van de staatsschuld. Leidde het CDA in 1986 naar verkiezingswinst en wist die in 1989 te consolideren. Werd daarna premier van een kabinet met de PvdA. Een meester in het vinden van compromisteksten, die vaak tot stand kwamen op zijn werkkamer, het torentje. Na zijn premierschap ontging hem het voorzitterschap van de Europese Commissie en de functie secretaris-generaal van de NAVO. Werd later wel onverwacht Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, maar trad in 2005 voortijdig terug. Harde werker, manager.
KVP, CDA
functie(s) in de periode 1973-1994: lid Tweede Kamer, fractievoorzitter TK, minister, minister-president, politiek leider
Inhoudsopgave van deze pagina:
-
-minister van Economische Zaken, van 11 mei 1973 tot 19 december 1977
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 8 juni 1977 tot 8 september 1977
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 22 december 1977 tot 4 november 1982
-
-fractievoorzitter CDA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 11 september 1981 tot 4 november 1982
-
-minister-president en minister van Algemene Zaken, van 4 november 1982 tot 22 augustus 1994
-
-fractievoorzitter CDA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 22 mei 1986 tot 14 juli 1986
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 3 juni 1986 tot 14 juli 1986
-
-fractievoorzitter CDA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 7 september 1989 tot 7 november 1989
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 14 september 1989 tot 7 november 1989
-
-ambteloos, van augustus 1994 tot mei 1995 (vervulde diverse spreekbeurten en deeltijdfuncties)
-
-deeltijd-hoogleraar globalisering van de economie, Katholieke Universiteit Brabant te Tilburg, van mei 1995 tot 1 januari 2001 (twee dagen per week)
-
-Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties, van 1 januari 2001 tot 24 februari 2005 (kondigde 20 februari 2005 zijn aftreden aan)
-
-ambteloos, van februari 2005 tot 14 februari 2018
ambtstitel
-
-minister van staat, van 31 januari 1995 tot 14 februari 2018
(in)formateurschap(pen) (4/7)
-
-informateur, van 13 september 1989 tot 27 oktober 1989
-
-kabinetsformateur, van 27 oktober 1989 tot 7 november 1989
-
-informateur, van 1 juli 2006 tot 5 juli 2006
-
-informateur, van 21 juli 2010 tot 3 augustus 2010
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
-
-co-chair (eerder chair) "Worldconnectors"
-
-lid Raad van Commissarissen "Mercon" (energiewinning, infrastructuur)
afgeleide functies, presidia etc. (2/3)
-
-ondervoorzitter bijzondere commissie voor het Rapport onderzoek aanvoer vloeibaar aardgas (LNG) in Nederland (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 14 september 1978 tot maart 1979
-
-voorzitter vaste commissie voor de Inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 30 september 1981 tot 30 september 1982
comités van aanbeveling, erefuncties etc.
erevoorzitter dagelijks bestuur Earth Charter International, vanaf februari 2011
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
-
-Voerde in 1978 en 1979 het woord bij de debatten over de zaak-Aantjes
-
-Had in de periode 1978-1981 als fractievoorzitter met een groep van circa tien fractieleden te maken die kritisch stond tegenover delen van het kabinetsbeleid. Onder hen bevonden zich zeven leden die tegen het ontwerp-regeerakkoord hadden gestemd, maar het kabinet 'gedoogden' (de 'loyalisten'), en voorts onder anderen Sytze Faber en Marten Beinema en de later toegetreden Fred Borgman, Henk Couprie en Jan Buikema. De kritische opstelling betrof onder meer het sociaal-economisch beleid (met name het inkomensbeleid), de instelling van een olieboycot jegens Zuid-Afrika en de kernbewapening. Hoewel op sommige momenten fractieleden vóór moties van de oppositie stemden, bewerkstelligde hij dat het kabinet-Van Agt/Wiegel de gehele kabinetsperiode kon uitzitten.
-
-Leidde in 1979 een parlementaire delegatie naar de Sovjet-Unie, waar met name de kwestie van de kernbewapening (SS20-dreiging/plaatsing kruisraketten) aan de orde kwam
In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.
als minister-president (3/21)
-
-Leidde in 1991 de besprekingen over de Europese Politieke Unie (Europese top in Maastricht, december 1991). Deze besprekingen leidden op 7 februari 1992 tot het Verdrag van Maastricht, dat op 1 november 1993 in werking treedt. Door dat verdrag komt er een Europese Unie tot stand met een monetaire unie. Buitenlands beleid en interne veiligheid worden nieuwe gemeenschappelijke Europese beleidsterreinen. De wetgevende rol van het Europees Parlement wordt versterkt door een medebeslissingsbevoegdheid op het terrein van het vrije verkeer van werknemers, vrijheid van vestiging, onderwijs, onderzoek, volksgezondheid en consumentenbescherming.
-
-Speelde in 1992 samen met de Noorse premier Gro Harlem Brundtland en de Franse voormalige eerste minister Michel Rocard een belangrijke rol bij het opstellen van de Verklaring van Den Haag over duurzame ontwikkeling. Woonde in datzelfde jaar samen met minister Alders de Milieutop in Rio de Janeiro bij, die de aanzet gaf tot een Wereldklimaatverdrag.
-
-Had een intensieve en coördinerende rol bij het beleid voor opvang van de grote stroom asielzoekers en vluchtelingen in de jaren 1993 en 1994. Bracht hierover in 1994 een brief uit en verdedigde de beleidsaanpak in de Tweede Kamer. Het kabinet besloot onder meer tot controles na het passeren van de grens. (19.637, nr. 99)
als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/10)
-
-Bracht in 1976 samen met minister Van der Stoel een beleidsbrief uit over het Ultracentrifuge-project. Deelname van Nederland aan uitbreiding van het gezamenlijke project van Duitsland en het Verenigd Koninkrijk tot 2000 ton jaarcapaciteit wordt verantwoord geacht. Wel zal met de partners worden overlegd over commercieel-economische en organisatorische uitgangspunten en over waarborgen omtrent de levering van nucleair materiaal. Het besluit loopt niet vooruit op een beslissing over eventuele nieuwe kerncentrales. (14.261, nr. 2)
-
-Bracht in 1977 samen met minister Boersma de Nota regionaal sociaal-economisch beleid 1977 t/m/ 1980 uit. In de nota wordt onder meer voortzetting van het stimuleringsbeleid voor het Noorden des Lands, het Oosten, de IJsselmeerpolders, Zuiden en Zeeland uiteengezet. (14.372)
-
-Diende in 1976 samen met minister Duisenberg en staatssecretaris Van Rooijen het wetsvoorstel Wet Investeringsrekening in. Dit (gewijzigde) voorstel werd in 1978 wet. (14.377)
als bewindspersoon (wetgeving) (3/12)
-
-Bracht in 1991 samen met minister Dales een nieuwe Wet openbaarheid van bestuur (Stb. 703) tot stand. Deze bevat hoofdzakelijk technisch-procedurele wijzigingen ten opzichte van de wet uit 1978 en brengt ook elektronische data onder de wet. (19.859)
-
-Bracht in 1992 samen met de ministers Van den Broek en Kok en staatssecretaris Dankert de Wet Goedkeuring van het op 2 februari 1992 in Maastricht tot stand gekomen verdrag inzake de Europese Unie tot stand. Dit Europese verdrag vormde de Europese Gemeenschap om tot Europese Unie. Voortaan behoren ook andere terreinen dan economische aangelegenheden en kernenergie tot het gemeenschappelijke Europese beleid. De bestaande EG-Verdragen werden uitgebreid met bepalingen over buitenlands en veiligheidsbeleid, sociaal beleid en onderdelen van de beleidsterreinen van justitie en binnenlandse zaken. Het Verdrag legde verder de basis voor de Economische en Monetaire Unie (EMU) en van de invoering van een gemeenschappelijke munt (de euro). (22.647)
-
-Bracht in 1993 een wet tot stand waarbij de Inlichtingendienst Buitenland per 1 januari 1994 werd opgeheven. Een deel van de (offensieve) activiteiten wordt beëindigd en een ander deel (met name de contacten met inlichtingendiensten in andere landen) wordt overgenomen door MID en BVD. (23.045)
als (in)formateur (3/7)
-
-Kreeg op 27 oktober 1989 de opdracht tot vorming van een kabinet van CDA en PvdA. Bereikte een akkoord over de zetelverdeling en personele invulling van de posten. Bij het CDA werd uiteindelijk niet Heerma, maar Europarlementariër Maij-Weggen naar voren geschoven als kandidaat voor Verkeer en Waterstaat. Bij de PvdA zag Van Kemenade vanwege zijn gezondheid af van het ministerschop op Binnenlandse Zaken. Stemerdink werd gepasseerd voor een hernieuwd ministerschap op Defensie. Op 4 november aanvaardde Lubbers de opdracht tot formatie.
-
-Kreeg op 1 juli 2006 het verzoek om op zo kort mogelijke termijn een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid een missionair kabinet te vormen van CDA en VVD, dat echter ook de taak zou hebben vervroegde verkiezingen te bevorderen op een nader o.l.v. de informateur te bepalen datum in november 2006 en mitsdien ontbinding van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Hij bracht hierover op 5 juli verslag uit.
-
-Kreeg op 21 juli 2010 het verzoek om op zeer korte termijn te informeren over de mogelijkheden die (thans) reëel aanwezig zijn voor de vorming van een kabinet dat mag rekenen op een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal en die daarom inhoudelijk nader onderzocht dienen te worden, en daarbij aan te geven op welke wijze deze mogelijkheden kunnen worden beproefd. In zijn eindverslag adviseerde hij een onderzoek naar de vorming van een kabinet van VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV en de aanwijzing van Ivo Opstelten als informateur.
U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.
-
-In februari 2005, kort voordat hij een jaarlijks gesprek met secretaris-generaal Kofi Annan zou hebben, lekte het vertrouwelijke rapport over de vermeende seksuele intimidatie uit, waarbij nieuwe perspublicaties verschenen. Hoewel hij ontkende schuldig te zijn, maakte hij op 20 februari bekend af te treden vanwege de schade door de affaire voor de VN, de vluchtelingenorganisatie en voor hemzelf. Ook meende hij niet meer goed als Hoge Commissaris te kunnen functioneren. Kofi Annan zelf was tezelfdertijd in opspraak gekomen door het 'Olie-voor-voedsel-hulpprogramma' voor Irak, waarvan onder meer een bedrijf van diens zoon had geprofiteerd. Deze affaire werkte mogelijk in Lubbers' nadeel.
-
-Kreeg veel waardering voor zijn inzet voor en betrokkenheid bij het vluchtelingenvraagstuk
-
-Werd in februari 2010 door het kabinet voorgedragen als voorzitter van het Nationaal Comité Viering 200 jaar Koninkrijk der Nederlanden, maar hij zag af van die functie
uit de privésfeer (3/6)
-
-Voorafgaande aan zijn begrafenis vond in de Rotterdamse Laurentius- en Elisabethkathedraal een herdenkingsdienst plaats. Voor het publiek was er een dag eerder gelegenheid tot rouwbetoon.
-
-Zijn vader was oprichter en later directeur-eigenaar van Lubbers' constructiewerkplaats en machinefabriek te Krimpen aan de IJssel dat groeide naar ca. 750 man personeel
-
-Hij was ziek in maart 1987 en miste daardoor een Kamerdebat over economische ontwikkelingen in de komende jaren
anekdotes en citaten
-
-Zei op 2 mei 1989, kort voordat hij de ontslagaanvrage van zijn kabinet aankondigde: "Ik heb zeven jaar mijn werk
-
-mogen doen in deze coalitie. Ik ben dooreen de fracties van CDA en VVD gelijkelijk dankbaar dat zij mij dit mogelijk hebben gemaakt. Met dat gevoelen ga ik hier vanavond heen."
verkiezingen
-
-Was in 1977 nummer 5 op de kandidatenlijst die de KVP opstelde ten behoeve van de (eerste) gezamenlijke kandidatenlijst van het CDA voor de Tweede Kamerverkiezingen
-
-Was in 1981 en 1982 nummer 4 op de CDA-kandidatenlijst bij de Tweede Kamerverkiezingen
niet-aanvaarde politieke functies
-
-minister van Volkshuisvesting, november 1977 (beantwoordde de vraag van Van Agt of hij zich kandidaat wilde stellen negatief)
-
-minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mei 1982 (geweigerd)
-
-minister van Buitenlandse Zaken, mei 1982 (geweigerd)
pseudoniemen, bij-, koos- en schuilnamen
-
-"De oplossingenmachine"
-
-"Der Macher"
-
-Ruud Shock (bijnaam in het buitenland)
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
-
-B. Steinmetz, "Lubbers als peetvader van het poldermodel" (2000)
-
-Bert Vuijsje, "Avonturen in besturen. Gesprekken met Hans van Mierlo, Ruud Lubbers, Hans Wiegel en vele anderen" (2006)
-
-Jan Tromp, "Ruud Lubbers (1939-2018): medevormgever van het Nederland zoals we het vandaag kennen", De Volkskrant, 15 februari 2018
-
-Mark Kranenburg, "Hyperintelligente sfinx die zijn stempel op de jaren tachtig drukte", NRC Handelsblad, 15 februari 2018
-
-Wilfried Bles, "Ruud Lubbers, der Macher, Trouw, 15 februari 2018
-
-Johan van Merriënboer, "Lubberiaans, lubberiaanser, lubberiaanst. Noest en ongrijpbaar premier van 1982 tot 1994", in: Jaarboek parlementaire geschiedenis, 115-119
In de uitgebreide versie is een overzicht van publicaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.