Riskante referenda

9 december 2016, column J.Th.J. van den Berg

Premier Mattheo Renzi heeft het referendum over grondwetsherziening in Italië verloren en het verlies is bovendien aanzienlijk geweest. Omdat hij aan de uitslag van het referendum zijn lot als regeringsleider had verbonden, leidde de nederlaag tevens tot zijn ontslag.

Het lijkt erop dat je maar beter geen referenda kan organiseren waarbij de macht van een senaat (vergelijkbaar met onze Eerste Kamer) wordt beperkt, want dat was wat de grondwetsherziening in Italië beoogde. De senaat heeft daar nu ongeveer dezelfde bevoegdheden als de Kamer van Afgevaardigden (vergelijkbaar met onze Tweede Kamer), wat leidt tot buitengewoon trage wetgeving. Op zichzelf is het dus begrijpelijk dat premier Renzi daar iets aan wilde doen. Er moet worden bij gezegd, dat hij tevens de bevoegdheden van de regio’s (die heel wat meer te zeggen hebben dan onze provincies) aanzienlijk wilde beperken. Daar komt nu allemaal niets van terecht.

Renzi is niet de eerste die zich in de macht van de senaat heeft verslikt. Hetzelfde overkwam in 1969 de Franse president Charles de Gaulle, die een grondwetsherziening had voorgesteld die de macht van de senaat aanzienlijk beperkte. Hij wilde daartegenover het regionale bestuur juist versterken. Ook zijn aanslag op de senaat faalde. Voor het eerst sinds De Gaulles aantreden in 1958 leed hij bij een referendum (het vijfde van zijn presidentschap) een nederlaag. Met één zinnetje, uitgesproken voor een radiomicrofoon in zijn woonplaatsje Colombey les deux Eglises, kondigde hij zijn onmiddellijke vertrek aan. Ook hij had zijn lot verbonden aan het slagen van het referendum. Uitgerekend de voorzitter van de Franse senaat was zijn vervanger tot de verkiezing van een nieuwe president.

De verleiding is groot om te denken dat referenda over de macht van de senaat beter achterwege kunnen blijven, omdat je die blijkbaar niet kan winnen. Vraag is echter of de bevolking van Frankrijk en Italië zo aan zijn senaatskamer gehecht is. Te vrezen valt dat daar het probleem niet ligt, ondanks de historische parallel tussen Italië nu en Frankrijk een halve eeuw geleden.

Probleem van Renzi en De Gaulle beiden is dat zij hun politieke lot aan de uitslag van het referendum hadden verbonden. Het referendum was daardoor verworden tot een plebisciet: een eis tot persoonlijke steun aan de politieke leidsman. Dat maakt een referendum echter onevenredig riskant. Een grondwetsherziening is naar zijn aard immers onvoldoende interessant om een volk echt in beweging te brengen en tot thema van een geslaagd plebisciet te worden.

Het moet gaan over vitale belangen van de bevolking en de vrees voeden dat haar leven en welvaart in gevaar komen als zij geen ‘ja’ zegt. Het gewicht van de ‘man’ en van de ‘zaak’ moeten dus verregaand samenvallen. Dan nog blijft het riskant. Als dat niet zo is, gaat de referendumcampagne binnen de kortste keren over van alles behalve de beoogde grondwetsherziening. Dan riskeren politieke leiders dat zij de greep op het referendum volledig kwijtraken. Zoals in Italië is gebeurd, maar in 1969 ook in Frankrijk.

Dat de liefde voor de senaat doorgaans niet overhoudt is in landen als Groot-Brittannië en België gebleken. Het House of Lords werd in 1911 al voor de eerste keer gecastreerd door het zijn vetorecht te ontnemen. Labour-premier Tony Blair ontdeed rond 2000 de Lords ook nog van hun erfelijke adel; alleen Life-Peers worden nog lid. Dat betekent in feite dat de premier een aantal politieke vrienden in de adelstand verheft en zo lid maakt van een gezeglijk Hogerhuis.

Ook in België is, in 2013, de macht van de senaat tot vrijwel nul gereduceerd. Van de Vlamingen had zij helemaal weg gemogen, maar dat ging de Franstaligen weer net iets te ver. Macht heeft de senaat echter niet meer, tenzij het over constitutionele kwesties gaat. Ze vergadert ook maar een paar keer per jaar en wordt ook niet meer betaald. Zo ongeveer, wat Renzi met de Italiaanse senaat van plan was. In België heeft er geen haan naar gekraaid; in het Verenigd Koninkrijk is er evenmin een volksopstand mee uitgelokt.

Maar ja, in België en het Verenigd Koninkrijk, waren de politieke leiders zo verstandig hun hoofd niet in de strop te steken; een referendum lieten zij achterwege.



Andere recente columns