Wetgeving Kabinet-Van Agt I (1977-1981)

  • 1978 
    De Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB), die alle documenten van de rijksoverheid, provincies en gemeenten openbaar verklaard, tenzij er gegronde redenen zijn ze geheim te houden.

  • 1978 
    Door totstandkoming van de wet inzake de bevoegdheid en titel van verloskundige wordt de titel vroedvrouw vervangen door verloskundige en wordt de wettelijke omschrijving van de bevoegdheden aangepast aan de gegroeide praktijk. Het gaat daarbij om zaken als advisering over geboorteregeling en opsporing van baarmoederhalskanker.

  • 1979 
    De Wet Europese Verkiezingen maakt de rechtstreekse verkiezing van de Nederlandse leden van het Europees Parlement mogelijk.

  • 1979 
    De Huurprijzenwet woonruimte geeft de overheid meer greep op de huurprijzen. Door de Wet op de huurcommissies komen er huurcommissies ingesteld die uitspraken kunnen doen bij geschillen over de redelijkheid van huurverhogingen en over onderhoud.

  • 1979 
    Wet Geluidshinder die regels bevat over het voorkomen of beperken van geluidshinder. Er komen voorschriften voor apparaten, geluidnormen en -metingen, heffingen, alsmede indicatieve meerjarenprogramma's geluidshinder.

  • 1979 
    Wet algemene bepalingen milieuhygiëne (Wet ambh). Daarin zijn onder meer regels opgenomen over procedures rond de verlening van milieuvergunningen en inspraak en beroep. Daardoor moet betere coördinatie ontstaan op milieugebied. Onder andere worden regels gesteld inzake de wijze van en termijn voor publicatie, terinzagelegging en kennisgeving van besluiten, alsmede inzake de wijze waarop bezwaar kan worden gemaakt en de daarbij geldende termijnen.

  • 1979 
    Herziening van de Wet op de Ondernemingsraden, waardoor de positie van ondernemingsraden werd versterkt. Zij worden verzelfstandigd, krijgen recht op informatie en medezeggenschap over belangrijke besluiten ten aanzien van de bedrijfsvoering van een onderneming.

  • 1979 
    Door de Wet tot goedkeuring van de overeenkomst van Ramsar inzake de bescherming van watergebieden voor vogels kan de regering gebieden aanwijzen die beschermd moeten worden (zoals het Naardermeer en het Waddengebied).

  • 1978 
    Wet Investeringsrekening (W.I.R.). Op basis van deze wet moeten via premies investeringen worden gestimuleerd en gestuurd (waardoor bijv. investeringen in innovaties, milieubesparing en zuiniger energiegebruik kunnen worden bevorderd).

  • 1979 
    Het uit 1903 daterende stakingsverbod voor ambtenaren wordt opgeheven.

  • 1980 
    Er wordt een Nationale Ombudsman benoemd, die klachten van burgers over het overheidsoptreden gaat onderzoeken. De Ombudsman wordt door de Tweede Kamer voor vier jaar gekozen op basis van een voordracht door de vicevoorzitter van de Raad van State, de president van de Algemene Rekenkamer en de president van de Hoge Raad.

  • 1980 
    Wet afbreking zwangerschap. Uitgangspunt van de wet is dat vrouwen die door een ongewenste situatie in een noodsituatie verkeren, recht op hulp hebben. Na zorgvuldige afweging en een beraadtermijn van vijf dagen is onderbreking van een zwangerschap van niet langer dan 13 weken toegestaan. De ingreep moet plaatsvinden in een ziekenhuis of in een abortuskliniek, die daarvoor een vergunning heeft. Medewerking aan een zwangerschapsonderbreking is niet verplicht. Abortus provocatus blijft strafbaar als misdrijf indien niet de nodige zorgvuldigheid is betracht of de wet niet is nageleefd.

  • 1980 
    Op basis van de Wet tarieven gezondheidszorg wordt het Centraal Orgaan Tarieven Gezondheidszorg in het leven geroepen; een publiekrechtelijk lichaam dat richtlijnen en tarieven kan vaststellen.

  • 1980 
    Arbeidsomstandighedenwet (Arbo-wet). Deze bevat regels over de veiligheid, de gezondheid en het welzijn in verband met werk. De wet vervangt de veroudere Veiligheidswet en bevat naast regels over veiligheid op het werk ook bepalingen over de organisatie van de arbeid en de inrichting van arbeidsplaatsen. Ook specifieke wetten zoals de Caissonwet en de Silicosewet worden vervangen.

  • 1980 
    Naar aanleiding van het (eerste) gifschandaal in Lekkerkerk, waarbij een woonwijk op vervuilde grond bleek te zijn gebouwd, komt een noodwetje tot stand over de sanering hiervan.

  • 1981 
    Wet tweefasenstructuur wetenschappelijke onderwijs. Deze wijzigt de nog niet ingevoerde Wet herstructurering wetenschappelijk onderwijs van minister Van Kemenade en staatssecretaris Klein uit 1975. Net als in de Wet Herstructurering wordt het reguliere studieprogramma in het wetenschappelijk onderwijs vier jaar en wordt de inschrijvingsduur van de student begrenst (echter slechts tot zes jaar). Een tweede, postdoctorale fase is slechts selectief toegankelijk en biedt de mogelijkheid om als a.i.o. (assistent-in-opleiding) wetenschappelijk onderzoek te verrichten. Er komen meer mogelijkheden om in de doctrorale fase te variëren in studieprogramma, zodat studie beter aansluit op de behoeften van de arbeidsmarkt. De mogelijkheden voor post-academisch onderwijs worden uitgebreid.

  • 1981 
    Wet op het basisonderwijs (WBO), waardoor kleuter- en lager onderwijs worden samengevoegd. De duur van het basisonderwijs wordt acht jaar (van (ongeveer) het vierde tot en met het twaalfde jaar). De nieuwe wet moet meer mogelijkheden bieden voor individualisering van het onderwijs en voor verbreding van de ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen. Het eigendom van bijzondere scholen gaat over van de gemeenten naar de schoolbestuur.

  • 1981 
    Grondwaterwet. Daarin staan regels over het onttrekken van grondwater en het kunstmatig infiltreren van water in de bodem.

  • 1981 
    Leegstandwet. Deze wet moet langdurige leegstand van woningen tegengaan door invoering van een leegstandsregister, versnelling van vordering, alsmede invoering van de mogelijkheid tot ontruiming en tot tijdelijke verhuur.

  • 1981 
    De Wet Agrarisch Grondverkeer moet leiden tot een stabielere ontwikkeling van de grondprijzen, onder andere door een landbouwkundige toetsing.

  • 1981 
    Herziening van de Hinderwet. De wet wordt gemoderniseerd, er komt een mogelijkheid om problemen bij verordening te regelen (in plaats bij vergunning voor een afzonderlijk complex) en er wordt een mogelijkheid geschapen om financiële tegemoetkoming te verlenen indien ingrijpende aanpassingen in een bedrijf nodig zijn. Naast de sanctie dat een bedrijf gesloten moet worden, komen er minder verregaande sancties.