EP-Subcommissie Mensenrechten (DROI)

Deze parlementaire subcommissie houdt zich onder meer bezig met de instrumenten van de EU op het gebied van mensenrechten en democratie. Deze subcommissie vestigt haar aandacht op specifieke mensenrechtenkwesties, en bekijkt of de EU in haar extern optreden de mensenrechten eerbiedigt. Daarbij wordt erop gelet dat al het externe beleid van de Unie (zoals het handelsbeleid en het asiel- en migratiebeleid) in overeenstemming is met het mensenrechtenbeleid van de Europese Unie.

De commissie is in 1999 opgericht vanuit de noodzaak om nauwer contact te onderhouden met de Hoge Vertegenwoordiger van het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (CFSP) en met de Raad over urgente ontwerpresoluties met betrekking tot mensenrechten. Het doel hiervan was enerzijds om informatie uit aangeleverde dossiers te toetsen en anderzijds om vast te stellen welke acties zijn ondernomen of gepland door andere instituties werkzaam op dit gebied. Anderzijds werd ook de noodzaak geuit om de voortgang van urgente dossiers beter te volgen door middel van follow-up's.

De subcommissie bestaat uit 34 leden en nog eens 21 plaatsvervangende leden. Het is een subcommissie van de Parlementaire Commissie Buitenlandse zaken (AFET) en zij wordt ook wel de 'Human Rights Working Group' genoemd.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Werkzaamheden

Belangrijke taken van de subcommissie mensenrechten zijn het toezicht houden op de uitvoering van het EU-mensenrechtenbeleid en het beoordelen van de effecten en de bijdrage van dit beleid als het gaat om de daadwerkelijke bevordering van mensenrechtennormen en de beginselen van de rechtsstaat en democratie in de partnerlanden van de Europese Unie.

De subcommissie zet zich ervoor in om de uitdagingen en problemen op het gebied van de mensenrechten, die de laatste jaren steeds groter worden, aan te pakken, draagvlak te creëren voor mensenrechtenbeleid en te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om in actie te komen en verbeteringen op dit gebied te realiseren. Dit doet zij door middel van overleggen, studies en verslagen, werkbezoeken aan partnerlanden en internationale en regionale mensenrechtenorganisaties, en door ervoor te zorgen dat mensenrechtenresoluties een follow-up krijgen.