Drs. E. (Enneüs) Heerma

foto Drs. E. (Enneüs) Heerma
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
Fotopersburo Dijkstra

Friese antirevolutionair, die als wethouder van havenzaken een belangrijke rol speelde in de Amsterdamse politiek. Werd daarna staatssecretaris, eerst kort van buitenlandse handel, vervolgens van volkshuisvesting. Bracht de Huisvestingswet tot stand en herstructureerde de financiering van de woningbouw. Werd in 1994 als opvolger van Brinkman fractieleider van het CDA en oppositieleider. Wist zich die rol niet goed eigen te maken, ook al omdat hij in zijn partij en vooral in zijn fractie niet steeds voluit gesteund werd. Trad in in 1997 af. Kort daarna moest hij vanwege ziekte het burgemeesterschap van Hilversum weigeren. Overleed in 1999. Noeste werker, vasthoudend bestuurder, politicus wars van flauwekul en opsmuk.

CDA
in de periode 1986-1997: lid Tweede Kamer, fractievoorzitter TK, staatssecretaris, politiek leider

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Enneüs (Enneüs)

geboorteplaats en -datum
Rijperkerk (gem. Tietjerksteradeel), 23 december 1944

overlijdensplaats en -datum
Amsterdam, 1 maart 1999

2.

Partij/stroming

partij(en)
  • ARP (Anti-Revolutionaire Partij), van 1967 tot 10 oktober 1980
  • CDA (Christen-Democratisch Appèl), vanaf 11 oktober 1980

3.

Hoofdfuncties/beroepen

  • organisatie-adviseur "Van der Bunt", adviseurs voor organisatie en beleid te Amsterdam, van 1 maart 1971 tot september 1978
  • lid gemeenteraad van Amsterdam, van 12 maart 1971 tot 17 juli 1986
  • wethouder (van economische zaken, haven, schiphol) van Amsterdam, van 5 september 1978 tot 7 september 1982
  • wethouder (van economische zaken, haven, schiphol en openbare werken) van Amsterdam, van 7 september 1982 tot 17 juli 1986 (tevens locoburgemeester)
  • staatssecretaris van Economische Zaken (belast met buitenlandse handel), van 17 juli 1986 tot 27 oktober 1986
  • staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (belast met volkshuisvesting), van 27 oktober 1986 tot 22 augustus 1994
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 14 september 1989 tot 7 november 1989
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 mei 1994 tot 9 april 1997
  • fractievoorzitter CDA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 18 augustus 1994 tot 27 maart 1997

takenpakket (bewindspersoon)
  • Was als staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer belast met 1. de zorg voor de volkshuisvesting; 2. de zorg voor de stadsvernieuwing; 3. de aangelegenheden met betrekking tot het Kadaster; 4. de coördinatie met betrekking tot (investerings-)projecten die in belangrijke mate verband hielden met de doelstellingen ter zake van de volkshuisvesting en/of de stadsvernieuwing.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties (2/6)

  • voorzitter IPP (Instituut voor Publiek en Politiek), van november 1997 tot 1 maart 1999
  • vicevoorzitter NZIW (Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn), van september 1998 tot 1 maart 1999

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • Interpelleerde op 16 en 22 februari 1995 minister-president Kok over de besluitvorming rond de Betuwelijn (22.589)
  • Op 20 september 1995 verwierp de Tweede Kamer een door hem en Paul Rosenmöller ingediende motie, waarin gevraagd werd een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de kernpunten van de besluitvorming met betrekking tot de missie van Dutchbat in Srebrenica. De motie kreeg steun van CDA, GroenLinks, SP en AOV.
  • Interpelleerde op 5 december 1995 minister Dijkstal over diens uitspraken over artikel 23 (over onderwijs) van de Grondwet (24.542)

als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • Bracht in 1988 de Nota "Volkshuisvesting in de jaren negentig. Van bouwen naar wonen" uit. Centraal in het volkshuisvestingsbeleid staan de noodzaak om te voorkomen dat er nieuwe woningnood ontstaat en dat de woningvoorraad op een kwalitatief verantwoord niveau wordt overgedragen op volgende generaties. In plaats van een nieuwbouwmarkt zal er meer sprake zijn van een voorraadmarkt. De rijksoverheid zal enigszins terugtreden, waardoor burgers en maatschappelijke organisaties grotere verantwoordelijkheid krijgen voor de huisvesting. Thema's in de nota zijn: concentratie van financiële steun op diegenen die niet of onvoldoende kunnen voorzien in hun huisvesting, grotere vrijheid en verantwoordelijkheden voor gemeenten en corporaties bij het bepalen van het lokale volkshuisvestingsbeleid, beperking van de scheve verdeling van de voorraad huurwoningen en bevordering van het eigenwoningbezit, incl. het op verantwoorde wijze verkopen van huurwoningen. (20.691)
  • Bracht in 1991 een brief uit over het kabinetsvoornemen om de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers per 1 januari 1995 te verzelfstandigen in de vorm van een zelfstandig bestuursorgaan met publiekrechtelijke rechtspersoonlijkheid (22.438)
  • Had in 1993 een belangrijke rol bij het tot stand brengen van een akkoord met de landelijke koepelorganisatie van woningbouwverenigingen en -corporaties over de toekomstige financiering van de sociale woningbouw (bruteringsoperatie): alle toekomstige door het Rijk verschuldigde subsidies werden 'weggestreept' tegen de bij het Rijk uitstaande leningen van woningcorporaties. (23.400-XI, nr. 25)

als bewindspersoon (wetgeving) (3/11)
  • Bracht in 1993 samen met de staatssecretarissen Wallage en Simons de Wet voorzieningen gehandicapten (WVG) (Stb. 545) tot stand, waarbij de uitvoering van de woon- en vervoersvoorzieningen voor gehandicapten werden overgeheveld naar de gemeenten. De voorzieningen worden ondergebracht in de AWBZ, ook voorzieningen voor gehandicapten van 65 jaar en ouder vallen onder de wet. (22.815)
  • Bracht in 1994 een wijziging (Stb. 132) van de Huurprijzenwet woonruimte tot stand. Die wijziging beoogt decentralisatie van de subsidiëring van de volkshuisvesting en liberalisatie van huurprijzen van duurdere woningen. De mogelijkheden tot flexibiliteit in het huurniveau worden vergroot. Door een wijziging van het Burgerlijk Wetboek krijgt de verhuurder meer mogelijkheden om een verhoging van een niet tevoren afgesproken huur te realiseren. (22.350)
  • Bracht in 1994 de Organisatiewet Kadaster (Stb. 125) tot stand, waarbij de Rijksdienst Kadaster en de Openbare Registers werden verzelfstandigd. Er komt een publiekrechtelijke rechtsvorm voor het verzelfstandigde Kadaster, om de publieke functies van die dienst (zoals het bevorderen van de rechtszekerheid bij het rechtsverkeer van registergoederen) te waarborgen. (23.007)

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/4)
  • Hij verwisselde reeds na drie maanden van staatssecretariaat na het door CDA-fractievoorzitter De Vries afgedwongen aftreden van Gerrit Brokx vanwege het instellen van de parlementaire enquetecommissie bouwsubsidies
  • Werd bij de formatie in 1989 genoemd als minister van Verkeer en Waterstaat. Het CDA gaf de voorkeur aan Hanja Maij-Weggen, omdat het CDA ook een vrouwelijke minister wilde leveren.
  • Was in oktober 1997 de voornaamste kandidaat voor het burgemeesterschap van Hilversum, maar kon een benoeming niet aannemen vanwege een ernstige ziekte

verkiezingen
  • Was in 1994 bij de Tweede Kamerverkiezingen nummer vijf op de CDA-kandidatenlijst

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • NRC Handelsblad, 18 juni 1990
  • Staatscourant, 2 maart 1999
  • Binnenlands Bestuur, 5 maart 1999
  • H. Koetje, "Enneüs Heerma, Herinneringen aan een politieke vriend", in: Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 1999, 134-139
  • W. Slagter, "Heerma, Enneüs (1944-1999)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel VI (digitale versie)
  • Toof Brader en Marja Vuijsje, "Haagse portretten. Tweede-Kamerleden, ministers, staatssecretarissen" (1995)

Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.