J.J. van Mulken

foto J.J. van Mulken
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Collectie-Van Eck (Nationaal Archief)

Fors gebouwde katholieke militair en officier die meevocht in de slag bij Waterloo en onderscheiden werd vanwege zijn moedige gedrag tijdens de Belgische opstand. Werd op zijn 65ste liberaal Kamerlid. Vanuit de Raad van State werd hij in het kabinet-Van Bosse/Fock minister van Oorlog. Gerespecteerd als officier, maar als minister bekritiseerd vanwege het slechte verloop van de mobilisatie in 1870, waarna hij zijn ontslag aanbood. Na zijn ministerschap wederom staatsraad. Was ook een verdienstelijk landschapsschilder.

Thorbeckiaan, liberaal
in de periode 1862-1879: lid Tweede Kamer, minister, lid Raad van State

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Joannes Josephus

geboorteplaats en -datum
Kampen, 29 juni 1796

overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 21 oktober 1879

2.

Partij/stroming

stroming(en)
liberaal (Thorbeckiaan)

3.

Hoofdfuncties/beroepen (9/17)

  • commandant, derde brigade infanterie en provinciaal commandant van Friesland, Groningen en Drenthe te Groningen, van augustus 1856 tot maart 1860
  • bevelhebber vierde militaire afdeling (Noord-Holland en Utrecht) te Haarlem, van maart 1860 tot september 1862
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 15 september 1862 tot 23 april 1865 (voor het kiesdistrict Haarlem)
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 15 mei 1865 tot 11 augustus 1866 (voor het kiesdistrict Haarlem)
  • lid Raad van State, van 10 augustus 1866 tot 4 juni 1868 (benoemd bij K.B. van 5 augustus 1866)
  • minister van Oorlog, van 4 juni 1868 tot 4 januari 1871
  • tijdelijk minister van Buitenlandse Zaken, van 4 juni 1868 tot 8 juni 1868 (in afwachting van de komst van Roest van Limburg)
  • tijdelijk minister van Buitenlandse Zaken, van 12 december 1870 tot 18 januari 1871 (na het aftreden van Roest van Limburg en in afwachting van de komst van Gericke van Herwijnen)
  • lid Raad van State, van 1 maart 1871 tot 21 oktober 1879 (benoemd bij K.B. van 10 februari 1871)

officiersrangen (4/8)
  • luitenant-kolonel der infanterie, van 1 december 1850 tot 1 april 1853
  • kolonel der infanterie, van 1 april 1853 tot 31 augustus 1856
  • generaal-majoor der infanterie, van 31 augustus 1856 tot 1 mei 1865
  • luitenant-generaal, van 1 mei 1865 tot 5 augustus 1866 (pensionering op eigen verzoek)

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Nevenfuncties

  • lid Comité van Defensie, vanaf november 1850
  • waarnemend Kanselier der Nederlandse Orden

afgeleide functies, presidia etc. (2/7)
  • lid afdeling Binnenlandse Zaken (Raad van State)
  • lid afdeling Marine en Oorlog (Raad van State)

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

5.

Activiteiten

als parlementariër
  • Sprak in de Tweede Kamer voornamelijk over defensie-aangelegenheden
  • Behoorde in 1866 tot de liberalen die vóór het amendement-Poortman op de ontwerp-Cultuurwet stemden. Door aanneming van dit amendement viel het kabinet-Fransen van de Putte.

als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • Was als minister in 1870 verantwoordelijk voor de mobilisatie bij het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog. Deze mobilisatie verliep zeer moeizaam, vanwege de slechte staat van de defensie.
  • Verdedigde in 1870 tijdens een interpellatie-Kerstens als minister van Buitenlandse Zaken ad interim het besluit om geen steun te geven aan het herstel van de soevereiniteit van de Paus over de Kerkelijke Staat
  • Diende in 1870 een ontwerp-Vestingswet in

als bewindspersoon (wetgeving)
  • Bracht in 1869 samen met minister De Waal de Wet op de Koninklijke Militaire Academie tot stand. Deze wet regelde de opleiding tot officier bij alle wapens bij het leger te lande en in de koloniën aan de Koninklijke Militaire Academie te Breda. Het ging daarbij onder meer om de studieduur, het lesprogramma, de examinering en de verplichting om de staat acht jaar te dienen. Verder regelde de wet het bestuur van de Academie.

6.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/5)
  • Stond in 1866 ook op de nominatie voor een ministerspost, maar viel af omdat er al een katholieke minister (Borret) was benoemd. Bovendien maakte de koning bezwaar tegen zijn benoeming.
  • Werd in 1866 mede op voorstel van het katholiek-liberale Tweede Kamerlid voor Maastricht, W.H. Pyls, minister. Zo konden de katholieken sterker aan de liberalen worden gebonden. Pyls was een neef van Van Mulkens echtgenote.
  • Bood op 22 oktober 1870 zijn ontslag aan, nadat ernstige kritiek was geuit op het verloop van de mobilisatie vanwege de Frans-Duitse oorlog. Hij bleef demissionair aan tot het aantreden van het nieuwe kabinet.

uit de privésfeer
  • Maakte in 1813 als militair het beleg van Naarden mee
  • Richtte in 1850 de Kweekschool voor onderofficieren op te Kampen

verkiezingen
  • Versloeg in 1862 bij een periodieke verkiezing in het district Haarlem na herstemming met F.A. van Hall
  • Versloeg in 1865 bij een tussentijdse verkiezing in het district Haarlem jhr. J.W. van Loon (a.r.) na herstemming
  • Versloeg in 1866 bij de periodieke verkiezingen jhr. J.G.H. van Tets van Goudriaan en O. baron van Wassenaer van Catwijck

niet-aanvaarde politieke functies
  • minister van Oorlog, januari 1862 (tijdens formatie-Thorbecke)
  • lid Tweede Kamer, augustus 1862 (vanwege benoeming tot staatsraad)

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

7.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • "Johannes Josephus van Mulken, luitenant-generaal, minister van oorlog", in: De Hollandsche Illustratie 6 (1869/1870), 18
  • G.A.M. Beekelaar, "Mulken, Joannes Josephus van (1796-1879)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel IV, 345
  • L.C. Groen, scriptie Staatkundig-Historische Studiën, RU Leiden (z.j.)

8.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

9.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.