Herziening Reglement van Orde 2021

Op 26 februari 2021 heeft de Tweede Kamer ingestemd met een reeks aan wijzigingen van het Reglement van Orde. Sinds de algehele herziening in 1994 hadden diverse wijzigingen tot een minder leesbaar Reglement geleid. Daarnaast waren aanpassingen wenselijk. In principe vindt er voortaan maar eens per week een regeling van werkzaamheden plaats en is geen ondersteuning meer vereist voor indiening van moties. Verder dient de Kamer voortaan binnen negen maanden een besluit te nemen over een burgerinitiatief en is er een termijn gesteld aan afhandeling van grondwetsherzieningen in tweede lezing.

Onder meer komt er een vaste commissie voor Digitale Zaken en krijgt de eerder opgeheven commissie voor de Rijksuitgaven een tweede leven. Ook moet er een openbaar toezeggingenregister worden bijgehouden. Verder is de in 2021 aangenomen gedragscode in het reglement vastgelegd.

De herziening werd voorbereid door een werkgroep onder voorzitterschap van Kees van der Staaij. Die overhandigde op 30 oktober 2019 haar eindrapport aan Kamervoorzitter Khadija Arib en diende daarna haar voorstellen in. Na een Kamerdebat daarover is op 1 april 2021 het herziene reglement in werking getreden.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Werkzaamheden Kamer

Eén van de belangrijkste aandachtspunten was het verbeteren van de balans in het werk van Kamerleden. De werkgroep constateerde dat er een onevenwichtige verhouding bestaat tussen de plenaire activiteiten en het werk van de Kamerleden binnen de commissies, met te weinig nadruk op het tweede.

Vergaderingen

Bij de herziening zijn er in artikel 7.17 nieuwe regels voor commissievergaderingen bijgekomen. Zo worden agenderingskwesties meer in procedurevergaderingen geregeld. Het aantal plenaire regelingen van werkzaamheden is teruggebracht naar één moment per week. Als na twaalf weken na de toekenning een toegestaan interpellatiedebat of dertigledendebat nog niet kan worden geagendeerd, vervalt dit debat. Deze termijn kan wel tot twee keer worden verlengd.

Algemene overleggen worden commissieoverleggen en in plaats van plenaire behandeling van het verslag van een algemeen overleg (VA) vindt een tweeminutendebat plaats, waarin moties kunnen worden ingediend. In principe kan dat alleen door leden die aan het overleg deelnamen.

Stemmingen

Stemmingen moeten in het algemeen op vaste tijdstippen plaatsvinden. Dit om deze voorspelbaarder te maken en zodat Kamerleden minder vaak commissiewerk hoeven te onderbreken. Bij stemmingen over een persoon, specifiek de Griffier, of bij een benoeming voor een positie in een ander overheidsorgaan kan de Voorzitter besluiten af te zien van stemming. Dit is mogelijk indien er een aanbeveling is gedaan en de betrokken commissie aan de Voorzitter heeft meegedeeld geen reden te zien om van die aanbeveling af te wijken.

Initiatiefnemers

Er zijn enkele veranderingen doorgevoerd over initiatiefwetsvoorstellen. Zo is besloten dat de eerste ondertekenaar van een initiatiefwetsvoorstel elke wijziging in de samenstelling van de initiatiefnemers doorgeeft aan de Voorzitter. Als er geen initiatiefnemer meer is van een initiatiefwetsvoorstel vervalt zes weken na een mededeling daarover het voorstel (een andere Kamerlid kan het voorstel wel nog overnemen).

2.

Discussiepunten

De leden Van Meenen (D66) en Van der Molen (CDA) dienden een motie in om geen nachtelijke vergaderingen meer toe te staan. Deze motie werd verworpen. Ook een reeks amendementen is verworpen, waaronder drie voorstellen van Kamerlid Markuszower (PVV) over het beperken van het aantal interrupties, het instellen van een beantwoordingsplicht voor sprekers en een dagelijkse vergadermoment over de regeling van werkzaamheden.

De leden Van Meenen (D66) en Özütok (GL) dienden een amendement in om de Tweede Kamer te verplichten om hoorzittingen met nieuwe bewindspersonen te gaan houden. Het werd verworpen met de fracties van VVD, CDA, SP, PvdA, ChristenUnie en SGP tegen.

Verder zijn de volgende amendementen bij het voorstel tot herziening aangenomen:

  • de instelling van een vaste commissie voor Digitale Zaken
  • de herintroductie van de commissie voor Rijksuitgaven
  • het bijhouden van een openbaar toegankelijk toezeggingenregister
  • de controle van Kamercommissies op jaarverslagen
  • het laten bestaan van de mogelijkheid tot artikelgewijze behandeling van wetsvoorstellen

De plenaire behandeling van de herziening vond plaats op 10 september 2020 en 10 februari 2021. Er is op 25 februari 2021 gestemd over de herziening en de ingediende amendementen. Vier leden stemden tegen het herziene Reglement.

3.

Belangrijkste wijzigingen

Wat

waar

Instelling Commissie voor Digitale Zaken

Artikel 7.1 1. Er is een vaste commissie voor elk ministerie, met uitzondering van het ministerie van Algemene Zaken. Er zijn ook vaste commissies voor Digitale Zaken, voor Europese Zaken en voor Koninkrijksrelaties

Herinstelling Commissie voor de Rijksuitgaven

Artikel 7.2, waarin de controle op de rijksuitgaven is belegd bij de

vaste commissie voor Financiën, vervalt.

 

Artikel 7.4 Commissie voor de Rijksuitgaven

  • 1. 
    Er is een commissie voor de Rijksuitgaven.
  • 2. 
    De commissie is belast met:
  • a. 
    het behandelen van aangelegenheden van rechtmatigheid, doeltreffendheid

en doelmatigheid van de inning en besteding van collectieve middelen;

  • b. 
    het voorlichten, adviseren en ondersteunen van de Kamer en de commissies bij de

uitoefening van het budgetrecht en de financiële controle van de regering.

  • 3. 
    De voorlichting, advisering en ondersteuning, bedoeld in het tweede lid,

onder b, strekken zich mede uit tot grote projecten als bedoeld in artikel 7.37.

  • 4. 
    De Kamer besluit slechts over een voorstel om de Algemene Rekenkamer te

verzoeken een onderzoek in te stellen, nadat advies bij de commissie is ingewonnen.

Procedurevergadering

Artikel 7.17 Procedurevergadering

  • 1. 
    Een commissie komt regelmatig bijeen in een procedurevergadering om te besluiten over de wijze van behandeling van de door haar ontvangen stukken en over haar overige werkzaamheden.
  • 2. 
    Tijdens de vergadering stelt de commissievoorzitter de aanwezige leden van de Kamer in de gelegenheid voorstellen te doen ten aanzien van de regeling van de werkzaamheden van de commissie. De leden melden hun voorstellen vooraf aan de commissievoorzitter.
  • 3. 
    De in de vergadering genomen besluiten worden openbaar gemaakt, tenzij zij zijn genomen in een besloten deel van de vergadering en de openbaarmaking ongewenst is.
   

Regeling van werkzaamheden

Artikel 8.8 Regeling van werkzaamheden

  • 2. 
    De regeling van werkzaamheden vindt in het algemeen eenmaal in de week plaats op een door de Voorzitter te bepalen vast tijdstip. De Voorzitter kan in bijzondere gevallen besluiten ook op andere tijdstippen een regeling van werkzaamheden te laten plaatsvinden.
  • 3. 
    De leden melden hun voorstellen vooraf aan de Voorzitter.
  • 4. 
    Alle voorstellen worden vooraf openbaar gemaakt, tenzij daarvoor door spoed geen gelegenheid is.

Gedrag

Artikel 8.14 Gedrag in de vergadering

Ieder lid gedraagt zich in de vergadering op een wijze die getuigt van

onderling respect, en die geen afbreuk doet aan de waardigheid van de Kamer

Stemmingen

Artikel 8.24 Tijdstippen stemmingen

Stemmingen vinden in het algemeen plaats op vaste tijdstippen.

Besluit zonder stemming

Artikel 8.37 Besluit zonder stemming

Een stemming over een persoon kan achterwege blijven, indien geen van de leden daarom vraagt en het gaat over: a. de benoeming van de Griffier; of b. de benoeming of voordracht van een of meer personen voor een positie in een ander overheidsorgaan, een aanbeveling is gedaan voor de benoeming of voordracht, en de betrokken commissie aan de Voorzitter heeft meegedeeld dat zij geen reden ziet om van die aanbeveling af te wijken. De Voorzitter stelt voor het besluit zonder stemming te nemen.

   

Wijziging initiatiefnemers

Artikel 9.24 Wijziging samenstelling initiatiefnemers

  • 1. 
    De eerste ondertekenaar van een initiatiefwetsvoorstel deelt elke wijziging in de samenstelling van de initiatiefnemers die zich tijdens de behandeling door de Kamer voordoet, schriftelijk mee aan de Voorzitter.
  • 2. 
    Indien de eerste ondertekenaar geen lid meer is, kan een door zijn fractie of groep aangewezen lid dat initiatiefnemer wordt of de eerstvolgende ondertekenaar die nog lid is, de schriftelijke mededeling doen.

Geen initiatiefnemers meer

Artikel 9.25 Initiatiefwetsvoorstellen zonder initiatiefnemers

  • 1. 
    De Voorzitter deelt jaarlijks na de verzending van het ontwerp voor de raming in een vergadering aan de Kamer mee bij welke aanhangige initiatiefwetsvoorstellen geen van de initiatiefnemers meer lid is.
  • 2. 
    Indien er in de eerste vergadering zes weken na de mededeling geen nieuwe initiatiefnemers zijn voor een initiatiefwetsvoorstel, stelt de Voorzitter aan de Kamer voor dit wetsvoorstel als vervallen te beschouwen.

Spoedige behandeling tweede lezing Grondwet

Artikel 9.29 Spoedige overweging in tweede lezing

  • 1. 
    De Kamer besluit met bekwame spoed over een wetsvoorstel tot verandering in de Grondwet dat aanhangig is gemaakt voor de overweging in tweede lezing, bedoeld in artikel 137, vierde lid, van de Grondwet.
  • 2. 
    Indien de Kamer niet over het wetsvoorstel heeft besloten in de eerste zitting nadat zij is ontbonden als bedoeld in artikel 137, derde lid, van de Grondwet, stelt de Voorzitter bij aanvang van de daaropvolgende zitting aan de Kamer voor het wetsvoorstel als vervallen te beschouwen.

Initiatiefvoorstel Grondwet tweede lezing

Artikel 9.30 Bijzonderheden initiatiefwetsvoorstel tweede lezing

  • 1. 
    De fracties en groepen van de leden die in de Eerste Kamer een initiatiefwetsvoorstel hebben verdedigd dat is bekendgemaakt als wet houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, dragen zorg dat zo spoedig mogelijk na die bekendmaking een wetsvoorstel tot verandering in de Grondwet aanhangig wordt gemaakt.
  • 2. 
    Indien het betrokken wetsvoorstel niet op grond van het eerste lid aanhangig wordt gemaakt, maakt de Voorzitter het uiterlijk op de laatste dag van de zitting waarin de bekendmaking plaatsvond ambtshalve aanhangig.
  • 3. 
    Het wetsvoorstel kan pas na aanvang van de eerstvolgende zitting in handen van een commissie worden gesteld.
  • 4. 
    Artikel 9.25 is niet van toepassing op het wetsvoorstel. Indien geen van de initiatiefnemers en hun fracties of groepen meer deel uitmaken van de Kamer, kan de Kamer besluiten of andere leden initiatiefnemer van het wetsvoorstel worden.
   

Controversiële onderwerpen

Artikel 11.3 Controversiële onderwerpen

  • 1. 
    Na een tussentijdse val van het kabinet, een koninklijk besluit tot ontbinding van de Kamer, of verkiezingen voor de Kamer, kan de Kamer op schriftelijk voorstel van een commissie of van een of meer leden besluiten om een of meer onderwerpen controversieel te verklaren.
  • 2. 
    Indien een onderwerp controversieel is verklaard, wordt de behandeling daarvan uitgesteld totdat een nieuw kabinet is aangetreden of de Kamer tussentijds anders besluit.
   

Vervallen toekenning debat

Artikel 12.8 Vervallen toekenning debat

  • 1. 
    Indien in de eerste vergadering twaalf weken na de toekenning van een interpellatiedebat, een dertigledendebat of een ander door een lid verzocht debat waartoe de Kamer heeft besloten, dit debat nog niet heeft plaatsgevonden, dan vervalt de toekenning.
  • 2. 
    Het lid dat om het debat heeft verzocht, of een ander lid van zijn fractie of groep, kan uiterlijk in de in het eerste lid bedoelde vergadering meedelen dat hij de termijn voor de toekenning wenst te verlengen. De verlenging geldt vanaf die mededeling tot en met de eerste vergadering twaalf weken nadien. De termijn kan op deze wijze ten hoogste twee keer worden verlengd.
   

Toespraken buitenlandse bezoekers

Artikel 13.4 Toespraken vergadering door buitenlandse staatshoofden en regeringsleiders

De Kamer kan besluiten dat het staatshoofd of de regeringsleider van een ander

land wordt uitgenodigd een vergadering bij te wonen om de Kamer toe te spreken.

 
   

Maatregelen tegen bezoekers

Artikel 15.3 Algemene ontzegging of beperking toegang in verband met buitengewone omstandigheden

  • 1. 
    Indien buitengewone omstandigheden dit naar het oordeel van het Presidium noodzakelijk maken,

kan het Presidium besluiten tijdelijk bezoekers de toegang tot het gebouw van de Kamer of in

het bijzonder de tribunes te ontzeggen of deze toegang op andere wijze te beperken.

  • 2. 
    Tijdens een periode waarin een maatregel als bedoeld in het eerste lid geldt,

blijven genodigden en geaccrediteerde journalisten toegang tot het gebouw of de tribunes hebben,

voor zover dit naar het oordeel van het Presidium verantwoord is. Het Presidium kan teven

toestaan dat andere bezoekers tot het gebouw of de tribunes worden toegelaten.

  • 3. 
    Een maatregel als bedoeld in het eerste lid, kan voor de duur van ten hoogste drie maanden

worden genomen en telkens worden verlengd, en wordt niet langer gehandhaafd dan door het

Presidium noodzakelijk wordt geacht in verband met de buitengewone omstandigheden.

   

Toezeggingenregister

Artikel 15.22 Register toezeggingen

De griffie houdt een register bij van de door de ministers tijdens

openbare vergaderingen van de Kamer en de commissies gedane mondelinge toezeggingen.

   

Gedragscode

Artikel 15.24 Gedragscode

De Kamer stelt een afzonderlijke gedragscode voor de leden vast,

alsmede een afzonderlijke regeling voor het toezicht op, en de handhaving van, die gedragscode.

   

4.

Aanloop

Eens in de 20 tot 25 jaar wordt het Reglement van Orde van de Tweede Kamer grondig onder de loep genomen. Sinds de laatste algehele herziening, in 1994, zijn er tientallen veelal kleine wijzigingen doorgevoerd. Het is dan ook een 'leven document,' dat meegroeit met de tijd. Maar het Reglement dient ook op zijn tijd in het geheel te worden getoetst op actualiteit, consistentie en bruikbaarheid.

Op 13 maart 2018 heeft het presidium een werkgroep ingesteld onder voorzitterschap van Kamerlid Kees van der Staaij (SGP). Het presidium heeft de werkgroep gevraagd om het Reglement van Orde voor een eventuele algehele herziening door te lichten en, indien aanpassing nodig is, concrete voorstellen daartoe te doen. Deze werkgroep stelde vast dat het Reglement zowel qua indeling, formulering en inhoud aan modernisering toe was.

Leden werkgroep-Van der Staaij:

Meer informatie