K. Eland

foto K. Eland
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Onze Afgevaardigden

Bekwame en beminnelijke genie-officier, die er als minister van Oorlog in het kabinet-Pierson in slaagde de plaatsvervanging bij de dienstplicht af te schaffen. Zijn legerhervorming strandde echter, omdat de Tweede Kamer een kortere oefentijd wenste. Hij bleek toch meer technocraat dan staatsman te zijn. Was voor hij minister werd commandant van de Stelling van Amsterdam. Vanaf 1905 een niet zo opvallend, maar wel zeer plichtsgetrouw Tweede Kamerlid, zowel in de plenaire vergaderingen als in de afdelingen. Hield zich ook toen alleen met militaire zaken bezig. Bleef tot zijn 79ste lid.

Liberale Unie
in de periode 1897-1918: lid Tweede Kamer, minister

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Kornelis

geboorteplaats en -datum
Klundert (N.Br.), 15 september 1838

overlijdensplaats en -datum
Utrecht, 8 augustus 1927

2.

Partij/stroming

partij(en)
Liberale Unie

3.

Hoofdfuncties/beroepen (7/13)

  • directeur Hogere Krijgsschool te 's-Gravenhage, van 1 oktober 1878 tot 16 april 1891
  • docent versterkingskunst, telegraaf en spoorwegwezen, Hogere Krijgsschool te 's-Gravenhage
  • Commandant van de Stelling van Amsterdam, van 16 april 1894 tot 31 juli 1897
  • minister van Oorlog, van 31 juli 1897 tot 1 april 1901
  • minister van Marine ad interim, van 22 december 1897 tot 12 januari 1898 (na het aftreden van minister Jansen)
  • gepensioneerd, 1 augustus 1902
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 september 1905 tot 17 september 1918 (voor het kiesdistrict Arnhem)

officiersrangen (4/8)
  • luitenant-kolonel, van 1 maart 1883 tot 1 april 1891
  • kolonel, van 1 april 1891 tot 16 maart 1894
  • generaal-majoor, van 16 maart 1894 tot 1 augustus 1898
  • luitenant-generaal, van 1 augustus 1898 tot 1 augustus 1902

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties

afgeleide functies, presidia etc. (2/11)
  • voorzitter begrotingscommissie voor hoofdstuk VIII (Oorlog) (Tweede Kamer der Staten-Generaal) (voor 1917 en 1918)
  • lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van januari 1917 tot juli 1917

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • Sprak in de Tweede Kamer vrijwel uitsluitend over militaire aangelegenheden

als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • Kwam met wetsvoorstellen inzake de legerhervorming (wijziging Militiewet, herziening van de legerorganisatie, instelling van de Landweer en afschaffing van de schutterij).
  • Besloot in 1898 tot definitieve verplaatsing van de Artillerie Inrichting van Delft naar Hemburg (Zaandam)
  • Verzette zich in de Tweede Kamer tegen voorstellen tot bezuinigingen op bouwactiviteiten voor de Stelling van Amsterdam

als bewindspersoon (wetgeving)
  • Bracht in 1898 samen met Goeman Borgesius een wijziging van de Militiewet tot stand, waardoor de plaatsvervanging bij de militie (remplacering) werd afgeschaft en de persoonlijke dienstplicht ingevoerd. Het stelsel van loting ter bepaling van wie werkelijk werden opgeroepen, bleef gehandhaafd. Uitgelotenen konden zich echter niet langer tegen betaling laten vervangen bij het vervullen van militaire dienst. Bedienaren van geestelijke ambten (priesters) kregen vrijstelling van dienstplicht.
  • Bracht in 1899 samen met Goeman Borgesius en Cort van der Linden de Oorlogswet 1899 (uitvoering artikel 187 der Grondwet) tot stand. Deze regelt de staat van oorlog en de staat van beleg. Bij de staat van beleg krijgt de opperbevelhebber verregaande bevoegdheden om in te grijpen in het maatschappelijk leven, bijvoorbeeld t.a.v. de vrijheid van meningsuiting, de distributie en de inrichting van en rond militaire versterkingen.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • Trad af na aanneming op 12 maart 1901 van een door hem onaanvaardbaar verklaard amendement-Van Gilse c.s. betreffende de opneming van verkorte diensttijd (van achtenhalve maand) in zijn ontwerp-Militiewet. Hij wilde een maximale diensttijd van twaalf maanden in de wet vastleggen (al achtte hij achtenhalve maand oefening voldoende). De Tweede Kamer nam het amendement-Van Gilse met 47 tegen 44 stemmen aan.

uit de privésfeer
  • Een zwager van hem, J. Hora Adema, was burgemeester van respectievelijk Aalten, Hengelo en Harlingen

verkiezingen (3/7)
  • Versloeg in 1913 J.A. de Wilde (arp) na herstemming
  • Versloeg in 1917 M.C. van Wijhe (sdp)
  • Was in 1918 geen kandidaat meer

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • C.K. Elout, "De Heeren in Den Haag" (2e reeks, 1909), p.3
  • "Het Vaderland", 9 en 16 aug. 1927
  • Onze Afgevaardigden, 1905, 1909 en 1913

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.