Kabinetsformaties sinds 1945

In de periode 1945 tot en met 2022 zijn er zo'n 30 formaties geweest. Een formatie vindt in de regel elke vier jaar plaats, maar soms worden er nieuwe verkiezingen uitgeschreven na een val van een kabinet. Dit was bijvoorbeeld het geval in 1982 na de val van het kabinet-Van Agt II of in 2012 na de val van het Kabinet-Rutte I.

Uit de geschiedenis van de Nederlandse kabinetsformaties blijkt dat het formeren van een kabinet niet gemakkelijk is. Zo duurde het in 2017 vanaf de verkiezingen 225 dagen voor het kabinet-Rutte III werd beëdigd en in 2021 zelfs 300 dagen. Tijdens een formatie worden soms meerdere pogingen gedaan om een kabinet te formeren. Zo besloten CDA, VVD en D66 in 2003 samen te werken, na een eerdere mislukte poging tot samenwerking tussen CDA en PvdA. Ook bij de kabinetsformatie, gestart in maart 2017, mislukte de eerste formatiepoging met VVD, CDA, D66 en GroenLinks.

1.

Overzicht kabinetsformaties sinds 1945

Jaar

Toelichting

2021-2022

VVD, D66, CDA en ChristenUnie vormden het Kabinet-Rutte IV na een moeizame formatie. Met bijna 300 dagen werd het record uit 2017 verbroken.

2017

VVD, D66, CDA en ChristenUnie vormden het Kabinet-Rutte III, nadat pogingen tussen VVD, D66, CDA en GroenLinks waren mislukt. Het was de tot dan langste formatie.

2012

Deze snelle formatie leidde tot het Kabinet-Rutte II, bestaand uit VVD en PvdA. Het was de eerste kabinetsformatie zonder rol van de koningin.

2010

CDA en VVD formeerden met gedoogsteun van de PVV het Kabinet-Rutte I. Een eerdere poging om een kabinet van VVD, PvdA, D66 en GroenLinks te vormen, mislukte

2006-2007

CDA, PvdA en ChristenUnie formeerden het Kabinet-Balkenende IV. Het was een relatief snelle formatie.

juli 2006

Nadat ministers van D66 zich hadden teruggetrokken uit het Kabinet-Balkenende II, formeerden CDA en VVD het tussenkabinet-Balkenende III.

2003

Deze formatie leidde tot het kabinet-Balkenende II, bestaande uit CDA, VVD en D66. Dat gebeurde nadat de formatie van een CDA-PvdA-kabinet was gestrand.

2002

Grote winst van nieuwkomer LPF zorgde voor deelname aan het kabinet met CDA en VVD. Verliezer VVD moest aarzelingen overwinnen om opnieuw tot een kabinet toe te treden.

1998

Het tweede Paarse kabinet onder leiding van Wim Kok kwam vrij vlot tot stand na onderhandelingen van PvdA, VVD en D66. Ondanks flink verlies bleef D66 in de coalitie.

1994

PvdA, VVD en D66 formeerden het kabinet-Kok I, ook wel Paars I genoemd. Het was een moeizame formatie en voor het eerst sinds lange tijd deed er geen confessionele partij mee.

1989

Een voorspoedige formatie leidde tot het kabinet-Lubbers III. Na verslechterde verhoudingen tussen CDA en VVD kwam er een kabinet van CDA en PvdA.

1986

Ondanks flink verlies van de VVD, konden CDA en VVD een kabinet formeren. Dit was het kabinet-Lubbers II, dat beleidsmatig en qua bezetting niet veel verschilde van Lubbers I.

1982

De PvdA was de grootste partij bij de verkiezingen, maar CDA en VVD formeerden met zijn tweeën het kabinet-Lubbers I.

1982 (zomer)

Na de val van het kabinet-Van Agt II leidde Dries Van Agt een kabinet van CDA en D66. Het was een tussenkabinet, waarin de opengevallen PvdA-posten werden opgevuld.

1981

Een moeizame formatie leidde tot het kabinet-Van Agt/Den Uyl van CDA, PvdA en D66. Een voortzetting van de coalitie CDA-VVD was niet mogelijk, omdat die haar meerderheid had verloren.

1977

Een formatie van liefst 208 dagen leidde tot het kabinet-Van Agt/Wiegel (CDA-VVD). Het grootste deel van de tijd was gepoogd een tweede kabinet-Den Uyl (PvdA, CDA, D66) te vormen.

1972-1973

Een formatie van 151 dagen, tot dan toe een record, leidde tot het kabinet-Den Uyl. Deelnamers waren PvdA, PPR, D66 en KVP en ARP. Er was geen echt regeerakkoord en PPR, KVP en ARP 'gedoogden'.

1972

Na het uittreden van DS'70 en de val van het kabinet-Biesheuvel werd gepoogd de breuk met te lijmen. Dat lukte niet, waardoor het kabinet doorging als Biesheuvel II.

1971

Het kabinet-Biesheuvel I kwam tot stand na formatie met liefst vijf partijen: KVP, VVD, ARP, CHU en DS'70. Er was slechts één informateur en één formateur nodig.

1967

De formatie van 1967 leidde tot het kabinet-De Jong van KVP, VVD, ARP en CHU. Aanvankelijk leek Biesheuvel premier te worden, maar toen die mislukte schoof de KVP Piet de Jong naar voren.

1966

Na de Nacht van Schmelzer bood het kabinet-Cals zijn ontslag aan. Formatie van een interimkabinet door Schmelzer mislukte, maar ARP-oud-minister Jelle Zijlstra slaagde wel.

1965

KVP, PvdA en ARP formeerden vrij vlot het kabinet-Cals. De breuk in het kabinet-Marijnen bleek niet te lijmen en zonder verkiezingen wisselden KVP en ARP van regeringspartner.

1963

Het kabinet-Marijnen kwam voort uit onderhandelingen tussen KVP, ARP, CHU en VVD. De VVD dwong de KVP om de PvdA af te wijzen. Marijnen werd premier, omdat De Quay geen tweede periode wilde.

1959

KVP, VVD, ARP en CHU formeerden het kabinet-De Quay. Het kostte in deze formatie vooral tijd om de posten te verdelen en ministers te vinden.

1958

Het kabinet-Beel II had slechts als taak de Tweede Kamer te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven. Na het uittreden van de PvdA-ministers namen de overgebleven ministers hun posten over.

1956

Met PvdA als grootste en KVP als tweede volgde een uiterst moeizame formatie. Uiteindelijk maakte het kabinet-Drees (Drees IV) een doorstart en haakte de VVD op het laatste moment af als vijfde partij.

1952

PvdA, KVP, ARP en CHU kwamen in deze formatie snel tot overeenstemming over het programma, maar de portefeuilleverdeling duurde wat langer. In het kabinet-Drees III keerde de ARP terug als regeringspartij.

1951

KVP-informateur Romme zorgde na de val het kabinet-Drees/Van Schaik voor voortzetting van de coalitie. De ARP besloot uiteindelijk niet toe te treden tot het tweede kabinet-Drees.

1948

Het eerste kabinet-Drees werd gevormd door KVP, PvdA, CHU en VVD. Verbreding van de basis was nodig vanwege de tweederdemeerderheid voor grondwetsherziening. Drees werd premier, hoewel de PvdA niet de grootste partij was.

1946

Na de eerste naoorlogse verkiezingen formeerden KVP en PvdA het kabinet-Beel I. Deze samenwerking van de twee grootste partijen werd wel het 'Nieuwe Bestand' genoemd.

1945

Direct na de bevrijding bood het oorlogskabinet-Gerbrandy zijn ontslag aan en kwam er een kabinet 'van herstel en vernieuwing' onder leiding van Schermerhorn en Drees tot stand.


Meer over